Jeroen van der Wiel is trots op de Nachttempel Award. “Voor sommigen de kroon op twee jaar hard werken. Het is niet alleen goed voor ons en het Paard maar vooral goed voor Den Haag. De prijs is tweeledig. Allereerst word je door kenners genomineerd als één van de tien beste clubs van Nederland. Daarnaast zijn we gekozen door onze achterban. Zij hebben tenslotte allemaal gestemd en mensen gemobiliseerd. Nou dan denk ik: wij hebben het goed gedaan! We worden vooral geprezen om het goede geluid in de zalen en we hebben een hoge score gehaald met onze kernwaardes. Zoals hoe je samen werkt met je partners en hoe de hosting is, zowel voor de artiesten als voor de gasten.”
Jeroen ergert zich aan de kritiek op het Paard. De programmering zou ronduit kut zijn en de sfeer niet zo meer als toen. Je moet relativeren, vindt hij: “Wij hebben van de gemeente De Haag een opdracht gekregen en we doen ons best. Natuurlijk laten we dingen liggen en ontbreekt er op bepaalde punten nog wat. Maar we zijn op de goede weg. Dat gezeur dat er niets gebeurt in Den Haag moet ook maar eens afgelopen zijn.” De kritiek van sommige podia die de Nachttempel Award niet wonnen, legt hij naast zich neer. “Wat mij betreft moet het eens uit zijn met het Calimero-effect. Zo van ‘Jullie zijn groot en ik is klein’. Onze subsidie gaat grotendeels op aan de exploitatiekosten en huur, terwijl andere, niet gesubsidieerde podia voor bijna niets een pand huren en veel minder hoge exploitatiekosten hebben.”
Jeroen verklaart: “We zijn ons heel bewust dat dit allemaal gebaseerd is op angst. Nogmaals, dit is gewoon goed voor Den Haag. Silly Symphonies stond ook in de top 10, dat is toch geweldig! Wat lullen we nou. We zijn geen grote studentenstad. Maar we zijn wel één van de weinige uitgaanssteden die aan zee liggen. Er is hier een heel andere dynamiek. Het heeft geen zin om je te spiegelen aan een andere stad. Dan raak je gefrustreerd.”
Jeroen en zijn mensen zoeken goede partners om gezamenlijk activiteiten te ontplooien. Zo zal het Paard tijdens het Nachttempelfeest samenwerken met de nummers twee en drie, Now & Wow uit Rotterdam en Club Panama uit Amsterdam. “We hebben met deze prijs € 15.000 gekregen om een groot feest te organiseren. Dit zal plaatsvinden in het tweede weekend van juni. Lekker snel en dat moet ook. Want nu is het nog actueel, straks zijn mensen het weer vergeten. Now & Wow en Panama zijn gevraagd de kleine zaal te hosten. Hiermee willen we laten zien hoe Rotterdam, Den Haag en Amsterdam samenwerken. Dat er meer is buiten de 020-070-010 zone. Je kan het niet alleen en je doet het niet alleen! We zijn druk in onderhandeling met andere partners, zoals het North Sea Jazz Festival, de KoninginneNach, Parkpop en The Music in My Head. We willen ook een betere samenwerking met het Paard Podiumcafé.”
Op de vraag wat Jeroen als zijn belangrijkste verdienste ziet van het afgelopen jaar reageert de jonge directeur: “Toen ik hier kwam, was het Paard in galop. We zitten nu in rustiger vaarwater. We zijn een kunstbedrijf en de eisen en functies zijn anders dan dertig jaar geleden. De tijd van een donker stinkend hol met zweet aan de muur en een houten vloer is voorbij. Die nostalgie zijn we ontgroeid. Het runnen van een cultureel centrum is nu een serieuze bedrijfstak. Je bent een organisatie voor verschillende culturele instellingen. Vroeger trok je publiek van zestien tot dertig jaar. Nu is het nog net geen rock ’n rollator.”
Het allerbelangrijkste is structuur, stelt Jeroen. “Eerst de organisatie, dan de inhoud en daarna de middelen. Je bent er voor alle doelgroepen en alle genres. Het Paard Podiumcafé heeft de opdracht een podium voor beginnende bands te zijn. De bands die het traject Paap, Pater, Lokaal Vredebreuk, Musicon, Pop-In en Bazart hebben gehad, kunnen vervolgens in de kleine zaal terecht. Maar ook voor acts die je echt moet laten zien, is deze kleine zaal perfect geschikt. Al komen er maar dertig tot veertig mensen op af, zoals bij The Shavers en Thomas Dybdahl. De grote zaal is bestemd voor de grotere topacts. Je moet ook een goede relatie opbouwen met je artiesten. Op het moment dat Thomas Dybdahl een hit scoort, staat hij wel in de grote zaal.”
Maar in hoeverre heeft het managen van dit bedrijf nog met muziek te maken? “Ik vind muziek het allerbelangrijkste. Je moet er gepassioneerd van zijn, anders moet je het niet doen en houd je het niet vol. Natuurlijk ben je vaak met andere dingen bezig binnen je organisatie. Maar ik probeer me veel te laten zien tijdens concerten en clubavonden. Niet alleen in de zaal maar ook backstage. Verder beluister ik elke demo en cd die hier binnenkomt, gewoon om te weten wat er leeft. Als je ’s avonds een optreden van bijvoorbeeld Thomas Dybdahl ziet, weet je waarom je het doet.”
Tot slot vroegen wij aan Jeroen welke artiest hij graag in het Paard van Troje zou willen zien. Zonder te twijfelen schreeuwt hij: “Johnny Cash!”. Of hij nou dit antwoord geeft om zichzelf en zijn team in te dekken of dat het echt gemeend is, kregen we niet uit hem. Maar één ding is zeker: het hart van Jeroen ligt nog steeds bij de muziek.
Paard Nachttempel Feest 2005: In het weekend van 10, 11 en 12 juni in het Paard van Troje.
Paarddirecteur Jeroen van der Wiel trots op de Nachttempel Award
“Wij hebben het goed gedaan!”
De veertigjarige Jeroen van der Wiel staat nu bijna een jaar aan het hoofd van Paard van Troje aan de Prinsegracht in Den Haag, Enkele weken geleden riep de Nieuwe Revu het Paard uit tot de beste Nachttempel van 2005. Om Jeroen en zijn team te feliciteren, terug te kijken op het afgelopen jaar en natuurlijk voorruit te blikken, ging 3voor12 Den Haag op visite in het Paard.