Chris Whitley’s filosofieën over toeren en nummers schrijven

‘Ik wou dat ik niet aan geld hoefde te denken’

Lilian van Dijk, ,

Een van de meest intrigerende artiesten die tijdens de Binnenach optreedt, is Chris Whitley. Een Amerikaanse singer-songwriter, maar eigenlijk een wereldburger, want hij weet nauwelijks waar hij nu woont, vertelt hij, omdat hij altijd onderweg is en zelden langer dan een paar weken op dezelfde plek zit. We spreken hem op 29 april ’s ochtends op een terrasje.

‘Ik wou dat ik niet aan geld hoefde te denken’

Een van de meest intrigerende artiesten die tijdens de Binnenach optreedt, is Chris Whitley. Een Amerikaanse singer-songwriter, maar eigenlijk een wereldburger, want hij weet nauwelijks waar hij nu woont, vertelt hij, omdat hij altijd onderweg is en zelden langer dan een paar weken op dezelfde plek zit. We spreken hem op 29 april ’s ochtends op een terrasje. Chris weet in elk geval wel waar hij nu is. “Den Haag. Jullie hebben toch het North Sea Jazz Festival?” Ja, nog net dit jaar, maar daarna gaat het hier weg. “Naar Rotterdam zeker? Doodzonde.” Ook heeft hij een keer op Parkpop gestaan. “Met The Breeders, weet ik nog. Geweldig was dat, zoveel publiek als je daar had.” Hij kent nog meer festivals: “Pinkpop, maar daar heb ik nog niet gestaan. Ook niet op Werchter. Wel op Roskilde en Glastonbury. Ik zou het best willen, maar ik heb mijn zaakjes daarvoor nog niet goed genoeg op orde.” Sinds enkele jaren verdeelt hij zich tijd, als hij tenminste even niet toert, tussen New York en Dresden. “Ik ben naar Dresden verhuisd omdat mijn vriendin daar woont. Maar ik heb ook een flat in New York. Moet wel, vanwege allerlei zakelijke beslommeringen. Mijn dochter Trixie, die in België is opgegroeid, woont daar nu. Zij is zeventien en schrijft ook liedjes, speelt piano, een beetje drums en ze is computer-dj.” Wat ze doet, maakt hem in feite niet uit: “Als ze maar een vak kiest dat haar gelukkig maakt. Al werd ze tandarts of advocaat, allemaal prima, als ze het maar naar haar zin heeft.” Een muzikantenbestaan is meestal geen vetpot. “Kijk maar naar mij, ik ben nu 44 en echt gemaakt heb ik het nog altijd niet. Maar je kunt beter iets doen waar je hart in ligt, dan dat je veel geld verdient, maar je haat je werk.” Toch is geld verdienen de reden waarom hij de hele wereld rond toert. “Ik ben net een paar weken in Australië geweest, toen twee weken in Dresden, hierna ga ik twee weken naar New York, dan twee weken naar Texas, Californië en Arizona. Dan weer naar Duitsland, dan naar Servië, terug naar Amerika, daar naar Vermont en dan is het zomer. Dan speel ik in Luxemburg en Frankrijk en in september toer ik weer in Amerika. Ik hoop deze winter weer in Europa te toeren.” Het is en blijft een dilemma. Kan hij met al dat getoer nog wel nieuw repertoire schrijven? “Ik ben al 29 jaar bezig met muziek. Mijn hele leven bestaat uit optreden en platen opnemen. Ik denk dat ik nummers schrijven nog het leukst vind, het bevredigendst. Ik heb een vriend die bij Alice in Chains heeft gespeeld. Hij zei: ‘Ze betalen me omdat ik moet schrijven’. Zo is het voor mij ook. Ik schrijf als ik dat moet, omdat ik ervan moet leven. Ik heb geen keus. Vanochtend op mijn hotelkamer, toen ik aan de koffie zat, was ik aan het gitaarspelen en bezig met een nieuw nummer. In mijn dromen maak ik plannen voor een cd.” Als hij niet continu moest verdienen met spelen, zou hij er graag een maandje tussenuit gaan. “Naar Amsterdam bijvoorbeeld. Dan zou ik een hotelkamer huren en materiaal schrijven.” Ook al had hij het geld niet nodig, dan nog zou hij optreden. “Maar ik zou wel selectiever tewerk gaan dan ik nu bezig ben. Een paar optredens in grote zalen doen die goed betalen, maar niet echt leuk zijn, en dan een paar optredens doen in kleine clubs, waarmee ik niet veel verdien, maar die ik wel heel graag doe.” Opnemen doet hij ook waar het maar kan: “Ik heb net een plaat opgenomen in Australië, tijdens die toer.” Hij baalt ervan dat geld zo’n belangrijke rol in zijn leven speelt. “Ik wou dat ik niet aan geld hoefde te denken. Me er niet druk om hoefde te maken waarom er maar honderd mensen naar een optreden van me komen. Gewoon je spullen pakken en naar je volgende optreden gaan.” We hebben het nog een hele tijd over muzikanten die het financieel gezien helemaal maken omdat ze een imago of uiterlijk hebben, dat veel jongeren bewonderen en willen imiteren. De muziek staat niet voorop en de kwaliteit van het materiaal doet er soms nauwelijks toe. “Het zou zo geweldig zijn als de radio niet zo commercieel bezig was,” verzucht Chris. Sommige muzikanten pakken het op een andere manier aan: “Onder mijn vrienden zitten muzikanten die zo hun muziek bezig zijn, dat ze zich bij wijze van spreken verschuilen achter hun instrumentarium en wereldvreemd raken.” Chris heeft zijn eigen waarden. “Ik stop niet de een of andere boodschap in mijn liedjes. Ik ben de laatste paar jaar steeds surrealistischer geworden. Ik vind het geweldig als mijn klanken en teksten gevoelsmatig beelden bij mensen oproepen.”