Gitaarlegende Akkerman weer lekker tegendraads

Hoge E-snaar doet Sylvia de das om

Cecile Morel, ,

Bassist Wilbrand Meischke geeft het goede voorbeeld door enkele bastonen aan te slaan. De muziek mag uit. De achtergrondmuziek wel te verstaan. De man die geen introductie behoeft staat immers al klaar op het podium van Bowlingworld Zuiderpark. Gitaarlegende Jan Akkerman is gekomen om ons zijn nieuwste werk voor te schotelen. Met de CD ’CU’ laat hij zich van zijn dansbare kant horen.

Hoge E-snaar doet Sylvia de das om

Bassist Wilbrand Meischke geeft het goede voorbeeld door enkele bastonen aan te slaan. De muziek mag uit. De achtergrondmuziek wel te verstaan. De man die geen introductie behoeft staat immers al klaar op het podium van Bowlingworld Zuiderpark. Gitaarlegende Jan Akkerman is gekomen om ons zijn nieuwste werk voor te schotelen. Met de CD ‘CU’ laat hij zich van zijn dansbare kant horen. De band windt er vanaf het begin geen doekjes om. De avond zal vooral in het teken staan van de tegenwoordige tijd. Akkerman en consorten spelen een sterk ‘groovende’ maar ook rommelige set met voornamelijk recent werk. Het feit dat Jan niet op zijn oude merites beoordeeld wil worden roept sympathie op. Hier staat een lekker tegendraadse man die muzikaal nog heel wat te melden heeft. Hij excelleert met een heerlijke fruitmix van funk, rock en vooral jazzloopjes. Geweldig is de interactie. De ogen van de bandleden zijn geen minuut van hem verwijderd. Over en weer lachend spelen ze elkaar muzikaal de bal toe waarbij meestal Jan, maar soms ook de band de leiding neemt. Het is duidelijk dat zijn team hem op handen draagt. Tegelijk durven ze hem ook tuk te nemen door stug een themaatje door te blijven spelen. Als Jan het intro van de USA-versie van ’Hocus pocus’ inzet weerklinken in de zaal kreten van herkenning. De ouderen in het publiek zijn toch gekomen voor een ‘trip down memory lane’. Het jodelstukje dat vroeger door Focus-fluitist Thijs van Leer werd gezongen wordt nu ingevuld door Jan’s gitaarspel. Hij zet een duim op zijn gemillimeterde schedel en trekt er een clownesk gezicht bij. Niet duidelijk is of hij hiermee ook aan Thijs refereert. Het zweet parelt op zijn voorhoofd. Het is best warm zo onder de lampen. Af en toe blaast Jan de druppels de lucht in, een mooi gezicht. Ras Hagenaar René Bom reikt enkele theedoeken aan. Een man uit het publiek wil er ook een, maar ze zijn op. Succesnummer ’Sylvia’ wordt enigszins obligaat ingezet. Dan breekt Jan een snaar. Een tijdje probeert hij het nog te redden door zonder de hoge E-snaar verder te spelen maar er is geen houden meer aan. 'Sylvia' wordt ten overstaan van alle aanwezigen in de concertzaal de nek omgedraaid. Zelfs naar Akkerman-maatstaf gaan deze onorthodoxe tonen te ver. Hij loopt naar achter om zijn snaar te vervangen. "Ik heb nog een setje bij me", zegt hij geruststellend tegen de drummer. De band doet wat ze doen moet en zet alvast het volgende nummer in. Wat volgt is een oeverloos zwemmende ballad "want jullie zijn nou toch rustig". Het nummer raakt kant nog wal en Jan lijkt zelf ook blij te zijn als het over is. Tijd om fijn verder te grooven! De gitarist pakt de draad weer op en zet ons nog wat dampende jazz-fushion voor. Dan is het tijd om er een eind aan te breien, tot ongenoegen van iemand uit het publiek. "We gaan toch niet stoppen? Kom op man!" Natuurlijk volgen nog enkele toegiften. Speels integreert hij tunes als ’The Flinstones’ in zijn spel. En horen we daar niet 'Then there were none’? het kinderliedje dat Miles Davis al eens onsterfelijk maakte? De groep rondt af met hetzelfde nummer waarmee de set ook gestart werd, een werkje van de CD 'CU'. Met een welgemeend "hoi" stapt Akkerman het podium af.