Drunk Tank en I Drive a UFO toe aan beurt

‘Teringherrie’ niet zo erg als je zou verwachten

Marijn van Rijsewijk, ,

Ze worden aangekondigd als een bak 'teringherrie', maar als je even de moeite neemt om te luisteren naar wat de twee bandleden van I Drive A UFO naar voren brengen, wordt het toch interessant. Ook de jongens van Drunk Tank weten boven hun studiowerk uit te stijgen.

‘Teringherrie’ niet zo erg als je zou verwachten

Ze worden aangekondigd als een bak 'teringherrie', maar als je even de moeite neemt om te luisteren naar wat de twee bandleden van I Drive A UFO naar voren brengen, wordt het toch interessant. Ook de jongens van Drunk Tank weten boven hun studiowerk uit te stijgen. Op het eerste gezicht lijkt het alof enkele bandleden nog in de file staan. Maar de ’s Gravenzandse bandleden van I Drive A UFO zijn echt maar met zijn tweeën. Toch maken ze geluid voor zes. Zanger/gitarist Maarten Keulemans heeft zijn vermaarde zilveren wijde broek aangetrokken en gaat meteen los met een door StarTrek geïnspireerd nummer. Zijn sokkenvoeten beroeren regelmatig het gitaareffectenboard, dat nieuwe brulklanken uit zijn ouwe Fender tovert, een gitaar overigens waarop een stuk verbandpleister prijkt met de bandnaam. Drummer en samplist Manfred Gstrein bedient af en toe de voorgebakken geluiden die hij uit twee drumpads haalt. Maar meestal houdt hij het bij de aloude bekkens, snare en bassdrum. Het interessante aan hun optreden is vooral, dat deze twee buitenaardse heren toch een vol geluid laten horen. Hard, dat wel. Maar om als gitarist ook nog eens de rol van bassist te moeten spelen, is ‘t toch mooi te zien dat Maarten het daarvan goed afbrengt. Misschien doordat hij ‘zo schor als een Vlaamse gaai’ klinkt, is het niet echt te volgen of hij nou over Battlestar Galactica, StarTrek, de Muppets of over de inauguratie van Máxima in de Raad van State brult. Het wel verstaanbare intropraatje bij het nummer ‘Don’t Sell’ geeft dan ook weer waar het Maarten en Manfred om te doen is: ‘Verkopen zullen we nooit, maahjoh, als we maar lol hebben, en als we maar spelen!’ Het publiek groeit bij het aantreden van Drunk Tank van een schamele tien toeschouwers uit tot een gehoor van zo’n 25 mensen. Opvallend is het aantal mooi ogende meisjes, wellicht klasgenoten van onze jonge punkrock-vrienden? Als je vooraf de mp3’s van DrunK Tank op hun site beluisterd, bekruipt je heel erg het gevoel dat alle nummers te veel steunen op het drumritme dat zo bekend is van andere punkrock-bands. Een ritme, erg strak gespeeld door El Tente, dat bij elk nummer steeds hetzelfde is; snel, heel snel, supersnel. Maar altijd hetzelfde. Een defect bassdrum-pedaal lijkt in al het geweld even voor wat verlichting te zorgen, maar de rest van het drumstel doet het nog dus gaat Drunk Tank vrolijk verder. De gitaristen Pimmers en B-man zorgen voor een consequent geheel, bassist Jaapert kan zowaar best goed een melodie spelen en zanger OzZzz lijmt alles netjes aan elkaar. En dat voor een band die pas sinds het voorjaar van 2003 samen speelt. Kortom: dit zijn niet echt de bands die je graag zou uitnodigen voor een huiskamerconcert. Vooral als je terugdenkt aan het laatste nummer van UFO, gepresenteerd als een ‘bluesnummertje’ dat tock echt meer klonk als de kouwe ochtendstart van een Space Shuttle, die heel erg toe is aan zijn jaarlijkse APK-beurt.