Dagboek Venus Flytrap in Amerika

"It was way cool, dude!"

De Haagse band Venus Flytrap koppelde aan haar optreden op het South By South West (SXSW) festival in het Amerikaanse Austin een korte tournee door Amerika. Tussen 12 en 20 maart gaf de band zes concerten in de USA. Drummer Bob Koning hield voor 3VOOR12/Den Haag een dagboek bij.

"It was way cool, dude!"

De Haagse band Venus Flytrap koppelde aan haar optreden op het South By South West (SXSW) festival in het Amerikaanse Austin een korte tournee door Amerika. Tussen 12 en 20 maart gaf de band zes concerten in de USA. Drummer Bob Koning hield voor 3VOOR12/Den Haag een dagboek bij. Door Bob Koning De drie meest gestelde vragen gonsen door mijn hoofd: ‘Hey, where y’all from?', 'What’s the name of your band?", "What kinda music do you guys play?". En ook deze opmerkingen kregen we geregeld te horen: "I think I’ve heard of your band" en "That was fucking awesome dude!" (over de optredens). We waren in Amerika. We speelden zes shows in een week. Een week zoals je het van tevoren al voorstelt: hotelkamers, vliegvelden, veel te weinig slaap, lange autoritten, vette ontbijtjes on the road, stinksokken, gators in the swamps, skylines en cactussen. Toch was het anders. Intens. We zullen nooit meer de oude zijn: "It was way cool, dude!" Dag 1 Op grote hoogte tussen pakweg IJsland en Groenland maak ik de eerste balans op: We zijn op weg! Venus Flytrap: Marc, Gijs, Thomas, ik (Bob) en Peter, onze geluidsman. De afgelopen weken zijn we druk bezig geweest met het regelen van optredens voor deze tour, de hotelboekingen, autohuur en het confirmen van backlines. Om 14 uur 's middags zijn we vertrokken met North West Airlines, richting Memphis waar we zullen overstappen op het vliegtuig naar New Orleans. Morgenavond staan we daar op het podium. Bizar. 's Avonds in New Orleans begint het al in de Shuttlebus van het vliegveld naar de autoverhuur: de chauffeur van de shuttle: "Have you guys been on Letterman already?" ehhhhm... Hij wil voor de zekerheid toch onze handtekeningen en wat stickers. We halen de Buick op. Enorme bak. We hebben alleen gitaren, sampler, snaredrum en bekkens mee, maar met allemaal ook een flinke weekendtas en een grote doos CD’s is het toch even proppen. Een gitaar zal de hele reis op schoot moeten. De auto heeft een CD speler en airco, geen overbodige luxe, want het is tropisch warm, met een hoge luchTVochtigheid. Probleempje, de bas van Thomas is in Memhis blijven staan. Na wat gebel en geregel zal ie gelukkig de volgende middag worden afgeleverd bij ons hotel. Dag 2 Lunch in New Orleans. We wandelen wat door het French Quarter. De bekende balkonnetjes zijn er, de hordes toeristen echter ook. De Mississippi is indrukwekkend, maar aan het eind van de ochtend houden we het voor gezien. We willen alligators zien. Dus op naar The Swamps. Aan de andere kant van de rivier beginnen de moerassen. We rijden een uurtje en nemen dan te voet een trail door het Barrataria National Reserve. We wanen ons in de film ‘Southern Comfort’ en inderdaad: hier zijn ‘gators’. Als makke lammetjes liggen ze doodstil in het water naast het wandelpad. Eind van de middag gaan we terug naar het de stad, eten een snelle hap, spullen halen en naar The Mermaid Lounge voor onze eerste gig. Voor de deur treffen we Les Baton Rouge, een Portugees/Duitse band on tour die ook op SXSW speelt. Met hen en een locale band delen we de avond. Wij spelen als laatste. Mermaids is een leuke tent. De jetlag steekt de kop op. Om de beurt vallen we bijna in slaap; de biologische klok lijkt op hol geslagen, zeker met wat biertjes achter de kiezen. De eerste band van de avond (The Murder Band) is letterlijk ‘killing’. Vooral met een Jetlag. Ze doen iets met nepbloed en iemand in een Gorillapak met luier, maar dan zonder humor....weird. Ik krijg er een heel naar gevoel bij. Ze zetten het op een bloedstollend schreeuwen. We pleiten ‘m naar buiten, net als Les Baton Rouge die hier ook vraagtekens bij zetten. Als zij spelen gaan we wel kijken. Leuke band, punkrock met een Nina Hagen type zangeres. Hierna kunnen wij opbouwen. Alles werkt, we krijgen de sampler aan de praat en dankzij Peter hebben we een goed podium- en zaalgeluid. Dit gaat soepeler dan we dachten. Het is 1 uur als we beginnen. We spelen een goede set en zijn zeer content. De mensen vinden het ook mooi, we verkopen CD’s en krijgen 60 dollar deuropbrengst, wat leuk is, omdat we niks betaald zouden krijgen. Het optreden heeft weer energie gegeven maar eenmaal terug in het hotel is het instorten geblazen. (’s ochtends vroeg weer klaarwakker dankzij de jetlag). Dag 3 Op tijd opstaan want vandaag hebben we een lange rit voor de boeg, naar Houston. Houston is de vierde grootste stad van de VS, we zijn benieuwd. Om 11 uur zijn we op weg, we ontbijten met eieren en vettige homemade grids (griesmeelpap). Het regent. Rond 18 uur zijn we in het Motel. Een typisch filmdecor, kamers op de begane grond, met deuren op een rij langs een grote parkeerplaats. Hier hoort voor mijn gevoel een gestoorde vrachtwagenchauffeur met een mes rond te lopen. Ons optreden vind plaats in een buitenwijk van Houston, (Houston is een en al buitenwijk) in The Sherlocks Pub. Tussen de palmbomen avenues en dure merkwinkels zit deze ‘sportsbar’. We voelen al meteen aan dat dit niet echt onze plek is. We spelen echter prima en hebben een goede backline die we kunnen gebruiken van een van de andere bands. De mensen zijn nogal afwachtend. Er zitten veel gespierde Texas dudes met baseballpetjes aan de bar. Er wordt druk pool gespeeld en overal staan TV’s aan met basketbalwedstrijden. Venus Flytrap slaat hier niet echt aan. Ik zie op een bepaald moment mensen gapen. Toch krijgen we goede reacties en verkopen we een CD. Dat we uit Nederland komen vind iedereen heel bijzonder. Dat we op SXSW spelen ook. De ander bands met wie we de bill delen, zijn meer op hun plaats. De stevige rock met lange gitaarsolo’s en grungy zang gaan erin als koek. Het wordt weer laat. Dag 4 Vandaag blijven we in Houston. We hebben wat technische problemen met de gitaareffecten en gaan op zoek naar muziekwinkels. Alles is supergoedkoop. Ik koop een stapel drumstokken van Promark voor 6 dollar per paar, wat in NL drie keer zoveel kost. ‘Rockin’ Robin’ is als een museum. Prachtige vintage spullen tegen bodemprijzen. Gretsch en Rogers drumsets uit de sixties en seventies staan rijendik te koop voor tussen de 600 en 1000 dollar! Doorzichtige Ludwigkits, you name it... Ook gitaren zijn veel goedkoper. Gijs koopt een Big Muff en Marc een Mystic Blues Dod gitaareffect. Thomas een bass overdrive. Kost geen drol. Hierna gaan we naar het ‘centrum’. Dit downtown bestaat uit een lading skyscrapers bij elkaar gezet op een paar vierkante kilometer. Het ondergrondse voetgangers netwerk maakt het allemaal nogal ongezellig. Hierdoor zijn er weinig mensen op straat in deze miljoenenstad. De straten zijn breed, maar verlaten. We dwalen door het businessdistrict en drinken wat op een saai terras. Hier is niet veel aan. Terug richting hotel eten we bij een fantastische Thai, een ‘eat all you like buffet’. Als Thaifood fans kan onze avond niet meer stuk. Onze gig die avond vind plaats in The Sidecar Pub, in een buitenwijk van Houston. Op het eerste gezicht ziet deze tent er vervaarlijk uit, in the middle of nowhere, vlakbij de snelweg tussen fastfoodrestaurants en een benzinepomp. Een roadhouse met handgeschreven naambord boven de deur, compleet met een grote parkeerplaats vol pick-up trucks. Het blijkt een topper. De eigenaar Peron en zijn vrouw Mary-Beth zijn toffe mensen die zeer verheugd zijn een band uit NL te mogen onTVangen. Ze hebben zelf een tijDJe in Brussel gewoond. We hebben een fantastische avond hier met veel bier een heleboel aardige mensen. De zaal is top, goede PA en spullen (Peron heeft een geluidsverhuurbedrijf) en we spelen erg goed. De locale band die voor ons opent is meteen fan van ons. Ze vergelijken ons met Radiohead (waar ze zelf het nummer Creep van coveren met de zinsnede ‘You’re so very special...’). We worden wel vaker met Radiohead vergeleken, want dat is een band die hier behoorlijk groot blijkt. Het publiek is enthousiast. We verkopen weer CD’s. Bier vloeit rijkelijk en Peron en Mary Beth zijn teleurgesteld dat we niet blijven slapen. Ze hadden flink wat extra steaks ingeslagen in de verwachting dat we zouden komen eten! Stom. We hadden dit beter moeten communiceren. Nu hebben we al gegeten en het hotel is ook al betaald. De steaks worden ons later die nacht alsnog voorgeschoteld en smaken waanzinnig. We verdienen 160 dollar deuropbrengst. Een topavond. Dag 5 Op weg naar San Antonio stoppen we bij ‘Cavenders’ een enorme zaak met westernkleding, omdat Marc perse een cowboyhoed in Texas wil kopen. Het wordt een strooien ‘girlshat’ die de hele week niet meer af gaat. San Antonio is 200 mijl rijden dus we hebben wat tijd en gaan een stukje door het binnenland rijden. Mooie route over glooiende groene heuvels met weidse blikken, langs ranches met witte hekken en kleine staDJes. San Antonio (1,1 miljoen inwoners) ademt een Mexicaanse sfeer. Rommelige stad met karakter. In ons hotel bellen we meteen het zaaltje waar we die avond spelen; ‘The Cove’ om te vragen of het goed is gekomen met de backline die ze zouden regelen. Problemen. Er is maar 1 gitaarversterker en niemand weet een oplossing. We gaan er snel heen. De barman weet van niks maar een locale muzikant, ene Karl vangt ons op. We spelen over zijn spullen, maar... vanavond heeft hij zelf een gig in een andere tent en hij heeft ze om uiterlijk 23.00 uur zelf nodig! Iemand brengt gelukkig nog een soort drumstel.. Er komen maar 6 mensen, de bas moet door de zanginstallatie het geluid is beroerd... Dit optreden gaat nergens over. We proberen onszelf te motiveren maar dat is niet eenvoudig. Dit is het ruk-optreden wat er altijd bij schijnt te horen. Na onze gig pakt Karl gauw zijn versterker en wij pleiten ‘m. Later op de avond gaan we bij Karl’s show kijken. Karl blijkt zo dronken te zijn dat hij niet kan optreden. Twee andere locals nemen ons op sleeptouw naar een andere tent: de Tacoland. Deze zaal had ik in Nederland al via internet gevonden en benaderd maar nooit contact mee kunnen krijgen. Dit is een te gek undergroundzaaltje waar veel bands op tour spelen. De tent wordt gerund door kleurrijke Mexicanen. We zien twee van de vijf bands die vanavond optreden spelen. Goede bands. We raken aan de praat met The Boss Martians uit Seatlle. Aardige gasten. Ze zijn op tour door de VS en staan ook op SXSW. Ze vertellen over hun optreden in de Winston in Amsterdam. De zanger heeft een van de markantste koppen die we ooit hebben gezien. We proberen een optreden voor morgen te regelen en dat lukt. Morgen staan we hier in Tacoland met nog drie andere bands. Totally cool. Dag 6 Dagje de tijd om San Antonio te bekijken. We wandelen over The River Walk, een nieuw aangelegd grachtenstelsel door het centrum, wat aan de Efteling doet denken. Veel toeristen en restaurants. The Alamo is een meer historische plek. Hier heeft Davy Crockett eigenhandig de Mexicanen teruggedrongen. Het doet denken aan het wilde westen. Op een hoge tower is het uitzicht over de stad fascinerend, maar verder zijn we snel uitgekeken in San Antonio. ’s Avonds rijden we naar Tacoland Daar staat een andere band hun spullen uit te laden; Darediabolo uit New York. Even later ontmoeten we ook de mannen van Valis uit Seatlle. In deze band spelen twee dikke broers, die vroeger in The Screaming Trees speelden. Sympathieke mannen. Beide bands staan ook weer op SXSW. We mogen over de backline van Valis spelen. Tacoland is een verhaal apart. Deze keet staat ergens in een soort buitenwijk aan een vieze sloot vol rotzooi, onder een enorme oude boom. Om binnen te komen moet je onder een van de zware takken van de boom door kruipen. Er is volk van zeer uiteenlopend pluimage; oude Mexicanen zonder tanden, heavy metal dudes, alternatieve types, punks, hele nette mensen, van alles. De barman heet Ram en is 70 jaar oud. Hij is doof en lacht nooit. Als je bier besteld verzint hij ter plekke een prijs. Met de mannen van Valis zitten we buiten onder de boom te drinken en te praten. De zanger is jarig en heeft mooie verhalen over zijn tijd bij de Screaming Trees. Ze zijn overal geweest, van Roskilde tot en met Paradiso, Melkweg etc. Darediabolo opent en is cool; freaky seventies rock zonder zang en bass maar wel met toetsen. Valis is best wel slecht. Deze gasten zijn duidelijk puur voor de lol bezig. Het blijft leuk om een zanger van 120 kg te zien met een enorme geitensik. Ze semi-trashen aan het eind van hun set hun instrumenten. Ik moet het drumstel oprapen. Pas rond 1.30 zijn wij aan de beurt. We worden aangekondigd als surprise act, wat logisch is omdat we niet officieel op ‘the bill’ staan. We spelen gedreven. Niet lang want om 2 uur gooit Ram zonder pardon ineens de TL-bakken aan; het is afgelopen. De aanwezigen vinden ons een soort verademing want we verkopen 6 CD’s en een t-shirt. Na veel slap gezwets rollen we uiteindelijk ons bed in. Dag 7 Vandaag ook weer op tijd opstaan, spullen weer in de auto proppen (het blijft een puzzel) en op weg naar The Hill Country. Bij het dorp New Braunfels duiken we de natuur in. We ontbijten bij een Texmex en rijden vervolgens een mooie rit langs de Guadaloupe River, een te gek mooi prairiegebied. Dit is Texas uit de boekjes. Na deze mooie tocht rijden we rond vijven Austin binnen. Op 6th street is het een chaos, overal zijn bands in de weer met het uitladen van versterkers, gitaarkoffers, muzikanten die aan het flyeren zijn... tourbusjes dubbel geparkeerd, echt een bizar gezicht. De bands zijn onmiddellijk te herkennen aan hun hippe, gestylde ‘slordige’ kapsels, gescheurde spijkerbroeken en versleten gympen. Alsof The Strokes gekloond zijn. Dat is blijkbaar het image van veel Amerikaanse bands anno nu. De een na de andere Rockstar in spé loopt voorbij, het is een melig gezicht. Om 17 uur is de NPI borrel in Friends, de bar waar wij en de andere Nederlandse bands morgen een showcase geven. Parkeren is niet mogelijk, binnen is nog niemand en dus besluiten we maar eerst naar het convention center te gaan voor onze info en polsbanDJes. Hierna door naar het motel wat een eind buiten de stad ligt. We missen door het gezoek de NPI borrel... Om 20 uur beginnen de showcases en we willen graag wat bands gaan zien op onze enige vrije avond. We gaan terug naar de stad en eten wat. Bij The Sleepy Jackson, waar we in november nog mee in Ekko hebben gespeeld, komen we niet binnen; de wachtrij is gigantisch. Iedereen wil vervolgens wat anders zien. Peter en Thomas moeten terug om hun ID op te halen. Je komt nergens binnen zonder legitimatiebewijs. Marc en Gijs gaan naar Ray Wylie Hubbart, ik zie een mooi optreden van Grant Lee Philips. Daarna ga ik kijken bij Athlete waar ik Peter weer tegenkom, We hebben afgesproken om 1 uur bij een optreden van Pedro The Lion, wat om 2 uur afgelopen is. Het valt allemaal niet mee om binnen te komen omdat er overal wachtrijen zijn . Hier is het onmogelijk om als band op te vallen. Maar de sfeer is erg goed. Dag 8 De dag van onze SXSW showcase. Vandaag gaat iedereen zijn eigen gang, we hebben een paar uur de tijd. Ik kijk wat rond bij het State Capitol, Marc gaat naar het museum en de anderen naar een muziekwinkel. Om 18 uur zijn we met onze spullen bij Friends, waar net de backline wordt uitgeladen. Deze is gloednieuw. Er staan versterkers zoals we het zelf thuis ook hebben, Marshall, Fender Twin en Ampeg. Een nieuw Yamaha drumstel is ook goed geregeld. Met dank aan Jeffrey; geluidsman van Bettie Serveert, die deze backline heeft gehuurd. De andere Nederlandse bands zijn er ook; Rudeboy en band, de Betties, Alamo’s, Heideroosjes en zZz. Deze laatste zijn in de weer met hun enorme orgel. We babbelen wat en kijken hoe de spullen worden opgebouwd. Peter roept me, we mogen beginnen met de drums te soundchecken. We hebben lekker de tijd, want we spelen als eerste. Om half 8 gaat de zaal open. Het is een prima café, diep, een podium, goede PA. We zijn er klaar voor. Als we om 8 uur aftikken begint het gelukkig al behoorlijk vol te lopen. Onze showcase gaat lekker. Ik zit aan de raamkant, de ramen staan open en mensen hangen door de ramen links en rechts van me naar binnen. De 40 minuten vliegen om. Mensen gaan uit hun dak. Reacties zijn lovend, we verkopen weer wat CD’s en T-shirts. Na ons speelt Alamo Race Track. Wij hebben het druk met de CD verkoop en praten na wat met de Nederlandse delegatie en de mensen van de NPI. Er zijn veel Nederlanders. De andere bands spelen goed, ik vind zZz top. Dit is echt origineel, alleen drums en een op hol geslagen orgel, de mensen hangen door de ramen om te zien wat hier gebeurt. Bij Bettie Serveert is het ‘packed’. Ze zijn duidelijk bekend hier in de USA. Als laatste is Leaque of XO Gentlemen aan de beurt. Helaas voor Rudeboy is het een stuk leger. Ze spelen een gedreven show. Om twee uur is het over. Iedereen gaat weer zijn eigen weg. Aan de jongens van Alamo geven we wat adressen van de tenten waar wij gespeeld hebben, wellicht hebben ze er nog wat aan, ze gaan ook nog wat rondreizen nu ze hier toch zijn. Dag 9 Terugreis. Een flinke rit voor de boeg, van Austin naar New Orleans. We besluiten onderweg te ontbijten. Op een gegeven moment komen we bij een bizarre eettent. Het blijkt een soort vleesschuur, waar vlees als in een slagerij wordt verkocht en vleesplates worden geserveerd. We eten dus vlees en het is smerig. Maar deze keet is wel weer zo raar, de moeite van een bezoekje waard. De rest van de terugreis is gewoon lang. Rond 21 uur arriveren we in ons motel. We zetten de wekker op half zes, kijken nog een stukje Pulp Fiction op TV en gaan slapen. De volgende ochtend vroeg vliegen we via Detroit terug naar Nederland. That’s it.