Werfpop mikt op variatie

Voor elk wat wils op kleinschalig festival

Lilian van Dijk, ,

Zijn ze nou echt wel zo geweldig, die grote rockfestivals waar de crème de la crème staat? De kleinere festivals timmeren best leuk aan de weg en meestal zijn ze nog gratis ook. Zoals Werfpop, dat in de Leidse Hout in Leiden al jarenlang een goed festival neerzet. En bewijst dat je met een minder groot budget toch leuke dingen kunt doen.

Voor elk wat wils op kleinschalig festival

Zijn ze nou echt wel zo geweldig, die grote rockfestivals waar de crème de la crème staat? De kleinere festivals timmeren best leuk aan de weg en meestal zijn ze nog gratis ook. Zoals Werfpop, dat in de Leidse Hout in Leiden al jarenlang een goed festival neerzet. En bewijst dat je met een minder groot budget toch leuke dingen kunt doen. Alleen al de locatie. In plaats van op een grote, lege vlakte sta je hier op een smalle, open plek in een bosachtige omgeving. Dat geeft direct een andere sfeer. Als er dan ook nog heel aardige bandjes staan, die erg hun best doen het publiek te vermaken, in plaats van topacts die verveeld hun zoveelste concert afdraaien, is de gemiddelde bezoeker meer dan tevreden. Op zondag 10 juli was het dan ook redelijk druk in de Leidse Hout. Het programma had voor iedereen wat. De Leidse amateurpercussiegroep Attaaya en de punkrockgroep Fløffgirl uit Delft moeten het nog met een vrij leeg veld doen. Mensen staan met de armen over elkaar afwachtend te kijken. Hier en daar knikt een hoofd aarzelend mee. Ook Disconnect uit Leiden krijgt het nog niet voor elkaar, ook al staat er inmiddels veel meer publiek. Het eentonig geschreeuw van de zanger zal daar zeker ook debet aan zijn. Je krijgt het er niet warm of koud van. Bij de Belgische band Sioen verandert al iets op het veld voordat de eerste noot klinkt: iedereen komt massaal naar voren. De roem van de Gentenaren is hen vooruit gesneld. Niet voor niets werden ze door de grootse krant van België op nummer 10 van de beste bands van Werchter gezet, als hoogste Belgische act. Zanger Frederik heeft zijn repertoire aangepast aan het festivalgebeuren. Hijzelf komt losser en met meer overtuiging over. Het optreden begint met enkele snelle nummers, gaat over op wat rustiger repertoire en wordt besloten met een vlotte kaskraker. Sommige intro’s zijn spannender gemaakt. Jammer alleen dat violist Jeroen en zanger/pianist Frederik de blikvangers zijn en de bassist en de gitarist er bijstaan als in zichzelf gekeerde zoutzakken. Ook het Utrechtse Orphanage, dat in het rijtje Epica, Within Temptation en After Forever thuishoort, doet erg zijn best om het publiek mee te krijgen. Toch vraag je je af wat deze band toevoegt aan het gothic-genre. Meer van hetzelfde, hoor je hier en daar zeggen. Het enige dat hen onderscheidt, zijn de fraaie partijen van de keyboardspeler en de bijzondere stemharmonieën. Stuurbaard Bakkebaard uit Eindhoven staat in de file en redt het niet. Geen probleem, Ian Siegal, de nieuwste bluesrocksensatie uit Londen, wil wel ruilen. Voor twee flessen cognac, die er tijdens het optreden vlot ingaan. Ian wordt geroemd om zijn geweldige gitaarspel, maar eigenlijk valt dat een beetje tegen. We horen er te weinig van. Wel geweldig zijn zijn teksten. Hij vertelt al dan niet zelfverzonnen, humoristische anecdotes. De bijbehorende mimiek onderstreept zijn performance. Hij kraait als een haan en huilt als een wolf. Ian wil trouwens wel erg graag laten horen dat hij heel hoog kan gillen. In te veel nummers komt dat terug. The Internationals uit Antwerpen geven een prachtige skashow. Een negenkoppig gezelschap met vier blazers vult het podium. Leuk om naar te kijken en op te dansen, amusant, maar niet memorabel. Stuurbaard Bakkebaard zoekt het in excentriciteit. In de teksten (fantasietaal), in de instrumenten (zingen door het mondstuk van een blaasinstrument) en met vreemde gezichtsuitdrukkingen. Maar boeiend is het wel en daar gaat het om. OLaBOLA zorgt voor een wervelende show met zijn breakbeatsoul. Deze Amsterdamse band heeft zich ontwikkeld tot een van de beste podiumacts van Nederland. The Bays uit Engeland (“Wij repeteren nooit en brengen geen platen uit. Wij improviseren en komen aan optredens via mond-op-mondreclame.”) zorgen voor de afsluiting van het live muziekgedeelte. En dat is zeker geen slechte keus: ze speelden al op festivals als Glastenbury, Roskilde en Dour. All Hands on Deck, een collectief van 5 DJ’s, zorgt voor een dansbare finale van een geslaagd festival.