North Sea Jazz 2004 - De zaterdag

"Bedankt Zwitserland!"

Cok Jouvenaar, ,

Hoewel North Sea Jazz compleet is uitverkocht, was ook dit jaar traditiegetrouw de zaterdag het drukst bezocht. Was het vrijdag beduidend rustiger tijdens de laatste uurtjes. Zaterdag leek het publiek er echt voor te gaan. Wat wil je ook als je sterren als Al Jarreau, Macy Gray, Tony Joe White, Pat Metheny, Tuck and Patti, Stanley Clarke, Patti Labelle in één avond kan zien in combinatie met nieuw opkomend talent Amy Winehouse, Ty, Bembe Segue en Jamie Cullum.

"Bedankt Zwitserland!"

Hoewel North Sea Jazz compleet is uitverkocht, was ook dit jaar traditiegetrouw de zaterdag het drukst bezocht. Was het vrijdag beduidend rustiger tijdens de laatste uurtjes. Zaterdag leek het publiek er echt voor te gaan. Wat wil je ook als je sterren als Al Jarreau, Macy Gray, Tony Joe White, Pat Metheny, Tuck and Patti, Stanley Clarke, Patti Labelle in één avond kan zien in combinatie met nieuw opkomend talent Amy Winehouse, Ty, Bembe Segue en Jamie Cullum. Daarnaast waren zaterdag ook de nieuwe sterren goed vertegenwoordigd. Silje Nergaard, Zap Mama, Michel Camilo en James Carter hebben dan nog niet de status van iemand als Labelle en Jarreau. Maar de ervaring weet dat dit slechts een kwestie van tijd kan zijn. Het zwaartepunt ligt gebruikelijk in de Statenhal. Alwaar Macy Gray, Stanley Clarke, Al Jarreau en Patti Labelle op het podium staan. Wie een gokje waagde naar een andere zaal kon weleens bedrogen uitkomen. Zo was het bijna normaal dat je met een bezoek aan de Van Gogh zaal compleet bot ving. Een bezoeker gooide zijn frustratie dan ook niet onder stoelen of banken. "Wie zet er dan ook Tuck en Patti en Ahmad Jamal in zo’n zaal." Tuck & Patti lijken inderdaad te groot geworden voor een zaal als Van Gogh. Een kleine vijftien jaar geleden stond het tweetal nog in de Jan Steenzaal, wellicht zou in het vervolg een optreden in de PWA zaal beter zijn. De Statenhal is echt te groot voor de intieme muziek van het echtpaar. Het lijkt dan ook geen moment rustig te worden in de grote zaal. Bij de blues van Larry Carlton tast men om half zeven nog een beetje de boel af. Aan de man zijn gitaarspel ligt het zeker niet. Zoals zo velen op het North Sea Jazz festival heeft ook Carlton een staat van dienst waar je U tegen zegt. Vanaf zijn ontdekking op Steely Dan’s LP ‘The Royal Scam’ uit 1976 tot aan zijn werk met Lee Ritenour, Joni Mitchell, B.B. King en The Crusaders. Allen lijken vervlochtea in zijn spel. Een andere virtuoos die het hoofdpodium betreedt is Stanley Clarke. Wie als bassist even wilde zien hoe het moet, kon zijn hart hier op halen. Clarke is allang niet meer de side-man van Chick Corea (Return To Forever) en George Duke of de man van de alom geprezen plaat ‘School Days’. Clarke lijkt steeds meer een mentor te zijn voor een nieuwe lichting muzikanten. Zo ook vandaag. Of één bas niet genoeg is. Hughes Sabel-Lecco uit Kameroen staat de meester terzijde als tweede bassist. Een solo instrument als een gitaar is dan ook overbodig. Stanley Clarke had allang bewezen dat de basgitaar/contrabas prima tot solopartijen kan fungeren. Voor de jongeren onder het publiek gaf Macy Gray een overweldigende show. Haar afrokapsel overdonderde. Net als haar achtergrondzangeressen. Al Jarreau tapte daarna uit een heel ander vaatje. De goede man is de 65 jaar ondertussen gepasseerd, maar kent geen graantje slijtage in zijn elastieke stembanden. De grote hits als ‘Roof garden’ liggen alweer een kwart eeuw achter ons. Jarreau lijkt er niet mee te zitten. Al scattend en acapella opkomend vanuit de coulissen opent hij met het standaard werkje ‘Route 66’. Alwaar zijn jonge band het podium vult en in dienst staat van de zangkwaliteiten van good old 'Al'. Dit vocaal niveau wordt nergens anders in het Congresgebouw deze avond overstegen. Wie voor jong talent kwam, kon het beste in de Paulus Potterzaal bivakeren. De organisatie had hier de Londense scene in huis gehaald. Onder de titel ‘United Kings & Queens’ stond hier een typisch Brits programma om je vingers bij al te likken. Saxofonist Soweto Kinch liet zien en vooral horen waarom hij de Rising Star van de Britse jazz is. Niet voor niets werd hij al diverse malen genomineerd voor prijzen en ontving hij ook enkele awards. Als we het optreden net zo is als zijn debuutcd ‘Conversations With The Unseen’ zou dit schijfje ook weleens genomineerd kunnen worden voor een muziekprijs. De Noorse zangeres Silje Nergaard lijkt ook één van de opkomende sterren te worden. Met haar eigen band liet ze het publiek op het dakterras zien dat er in Scandinavie wel degelijk goede jazz muziek gemaakt kan worden. Ze wist met haar optreden, hoofdzakelijk bestaande uit haar achtste album 'Nightwatch' zowaar een toegift af te dwingen. Ty is de andere jonge hond in de vroege avond. In Nederland hebben we de band Relax. Aan de overkant van de Noordzee tapt Ty uit een bijna gelijk vaatje. Hiphop met een fantastische liveband. Zijn raps zijn lichtelijk poëtisch en doen soms romantisch aan. De band rondom Ty kent vele raakvlakken met de bebop en afrobeat. Niet vreemd als je denkt dat Femi Kuti één van zijn voorbeelden is. De achtergrondvocalisten Eska Mtungwazi en Seweuse Abwa geven de perfecte aanvulling op de wat donkere stem van Ty. Visueel lijkt het helemaal niet stuk te kunnen. Zeker Eska weet met haar mimiek en redelijk unieke manier van zingen de lachers op haar hand te krijgen. Ook Bembe Segue debuteert vandaag op het North Sea Jazz. Haar debuut moet nog uitkomen, maar in West Londen heeft ze al de eretitel ‘Queen of Broken Beat’ gekregen. Ze lijkt niet helemaal door te hebben hoe uniek dit optreden voor haar is. Het publiek trakteert haar op een oorverdovend gegil en lijkt geen moment stil te staan. Ook zij heeft twee achtergrondvocalisten in haar gezelschap. Als Bembe het publiek wijst op de negentienjarige Rasiyah straalt er iets van trots over haar heen. ‘Let op dit is het talent van morgen voor jullie’ zegt Bembe trots. En trots mag ze best zijn. met zo’n band en zo’n performance. Om performance draait het ook bij Amy Winehouse. Haar naam gaat al zeer lang de ronde als de nieuwe ster uit de Britse soul. Zowel onze nationale pers als de internationale pers lijkt deze dame op de voet te volgen. Het album ‘Frank’ is door velen al positief ontvangen en vanavond maakt het Nederlandse publiek kennis met deze ster-in-wording. Met een relatief kleine formatie (bas/drums/fender-piano) weet ze de harten te stelen. Gestoken in een zomerjurkje oogt ze alsof ze even de filmset van de nieuwste Quintan Tarantino moest onderbreken om op het North Sea Jazz festival te spelen. Voor de puristen onder de bezoekers was er ook nog echte jazz te beleven. Niet alleen in de PWA Zaal waar Branford Marsalis en zijn quartet een optreden gaven. Maar ook Michael Brecker was weer aanwezig. Dit jaar is Brecker ‘Artist in Residence’ en speelt in vier samenstellingen op het North Sea Jazz. Op zaterdag stond de saxofonist met een quartet in de Jan Steenzaal. Opvallend was drummer Jeff ‘Tain’ Watts, die vanavond een dubbelrol had. Zo zat Tain ook achter het drumstel bij Branford Marsalis. Bij Brecker kreeg hij de ruimte om naast subtiel begeleidend werk ook even flink uit te pakken voor een solo, die veel weg had van één van wereldsgrootste drummers ever, Art Blakey. Brecker genoot niet alleen van het spel van Tain maar leek zo trots als een pauw op zijn medebandleden. Een andere saxofonist was James Carter, die gekleed in een streepjespak, de spits in de Jan Steenzaal mocht afbijten. Deze 35 jarige ster aan het jazz-firmament is zeker geen onbekende. Vorig jaar verscheen de CD ‘Gardenias For Lady Day’ als hommage aan Billie Holiday. Carter heeft Lady Day nooit gekend maar haar muziek heeft hij weten te filteren tot een eigentijdse stijl waarbij traditie niet ver weg is. Voor de liefhebbers van latin jazz gooide Michel Camilo en zijn trio alle remmen los. De band kreeg als eerste de Jan Steenzaal in beweging. Iets wat bij de dames van Zap Mama in het verleden veel gebeurde. Maar de muziek van dit (oorspronkelijk) in Belgisch opererend vijftal is in de loop der jaren aangepast aan de hedendaagse worldbeat, dat bij hun concert in het Paul Acket Tuinpaviljoen eerder een ingetogen sfeer hing, dan een uitzinnige menigte. Misschien was het daarom wel te doen. De avond begon met Tony Joe White. Stoïcijns gezeten op een stoel, zoals John Lee Hooker, zat de man die door collegamuzikanten wordt omschreven al één van de allergrootste, met zonnebril en mondharmonica. Zijn Stratocaster en wat losse gitaarpedalen deden de rest. White liet zich slecht ondersteunen door drummer Jack Bruno. Niet raar als je bedenkt dat White de grootste successen van Tina Turner heeft geschreven en dat Bruno jarenlang in de band van La Turner heeft gespeeld. Het publiek was dan ook niet verbaast toen White ‘Steamy windows’ inzette. Iets eerder in de set kwam de klassieker ‘Rainy night in Georgia’ al voorbij. Het meest bijzondere gebeurt praktisch nooit in de grote zalen van het Congrescomplex. Zo was er even na de klok van twaalf in de Mariszaal, een optreden vam Martijn van Iterson. Niets bijzonders op het eerste gezicht. Maar hoe langer de ombouw duurt, hoe groter de belangstelling. Een handjevol fotografen wurmt zich voor het podium en ontnemen het publiek het zicht. Van Iterson krijgt vanavond namelijk de Bird Award uitgereikt. De prijs voor ‘Artist deserving wider recognition’ kreeg Van Iterson van een van de andere wuinnaars in 2003, Pat Metheny. Tijdens het optreden wat Van Iterson gaf, bleek wel waarom de prisj terecht is. Ook zijn meester, Metheny, was dit jaar van de partij. Pat Metheny stond in een kleine bezetting in de PWA zaal. Veel nieuw werk kreeg het publiek te horen. Zelfs zo nieuw dat er nog geen naam voor was wist Metheny te vertellen. "Dit nummer noem wij nummer 13." Op drums speelde Antionio Sanchez, die al eerder voor deze broodheer speelde in zijn Pat Metheny Group, en Christian McBride op bas. Mc Bride werd jaren geleden je Jazzwereld in geschopt alsof het, het zoveelste wonderkind was. En niets is minder waar. Zijn CV liegt er niet om: Roy Hargrove, Diana Krall, Al Jarreau, Joshua Redman zijn slechts enkele namen. Bij Metheny doet de nu kale bassist zich te goed aan zowel de contra als elektrische bas. Als het eind van de avond nadert en Trijntje Oosterhuis beneden in het Souterrain haar laatste CD ‘Strange Fruit’ signeert voor het publiek, dat één van haar twee optredens aan het begin van de avond heeft gezien, lijkt het overgrote gedeelte van de mensen zijn toevlucht te hebben gezocht in de Statenhal. Alwaar Patti Labelle de avond afsluit. Het is de eerste keer in de geschiedenis van het Sea Jazz dat Labelle op het programma staat. De zestig jarige ster lijkt het nog allemaal te kunnen. Af en toe een slokje mondwater en Labelle is weer als nieuw. De leeftijd heeft de gouden stem van Labelle niet aangetast. Gekleed in een geel jurkje en geblondeerd haar geeft ze een goede mengeling van nieuw werk in combinatie met haar hitsuccessen. In Nederland kent de zangeres twee bloeiperiodes. Een ten tijde van ‘Lady Marmalade’ en vlak na ‘Live Aid’ (het eerste benefiet mega concert dat werd georganiseerd om de honger in Afrika op te lossen). In deze periode scoorde de Lady of Soul haar hits ‘oh, people’ en het duet met Micheal McDonald ‘On my own’. De laatste wordt ook vanavond gezongen als een duet. Één van de achtergrondvocalisten heeft de taak de stem van McDonald te imiteren. Helaas blijft hij ergens steken in een gewauwel van een tweedehands soulzanger. Labelle is perfect bij stem en weet het publiek in te pakken met haar hoge uithalen zonder daar een microfoon bij te gebruiken. Speciaal voor Lady Marmalade ('Voulez-vous couchez avec moi') nodigt Labelle een viertal mannelijke fans uit om met haar mee te zingen. "Laatst is dit nummer nog uitgebracht en net als de clip was die niet om aan te horen en te zien, wij gaan vanavond laten zien hoe dit nummer gespeeld en gezongen hoort te worden." Deze woorden laten de vier fans niet koud. Of er een doorgestoken kaart in het spel is. Deze heren blijken alle vier te kunnen zingen en stelen de harten van het Haagse North Sea Jazz. Als Labelle vraagt waar de heren vandaan komen zeggen twee heren ‘uit Rotterdam’. Hoe ironischer kan het zijn vraag je je af. Nog vel ironischer blijkt, als Labelle haar publiek bedankt met de worden "Bedankt Zwitserland!".