De Parade hoort een zonnig, bruisend feest te zijn, maar op deze donderdagavond zijn er meer kaplaarzen dan zonnebrillen te aanschouwen in een zompig park. De aanwezige bezoekers verschuilen zich in de cocktailbar en het poffertjespaleis, terwijl het hoefijzerwerpen (hoofdprijs: een LP van BZN) onverstoorbaar doorgaat. Hans Vandenburg, Bob Fosko en Beatrice van der Poel deert het allemaal niet; zij treden op in een grote, droge circustent met hun programma ‘Muziek om bij over te geven’.
Ruim voor aanvang van de voorstelling, schalt een stem over het moeras: “Welkom in het Henk Westbroekpark! Kom allemaal naar ‘Muziek om bij over te geven’. Er werd geklaagd dat ik te hard praat. Het hele terrein kan mij horen. Te hard? Me reet!” Vele nieuwsgierigen begeven zich richting de tent waar Fosko, Vandenburg en Van der Poel weldra hun show zullen opvoeren. Zij wachten de bezoekers op en bieden kotszakjes aan.
De show is puur entertainment. Het thema is…Overgeven. Dus gaat het over jezelf overgeven (maar aan wie?), kokhalzend pijpen, iets in de melk te brokkelen hebben (maar wat?), stinkende oude liefde en valse dronken hufterswijsheid. Gegoten in enkele nieuwe nummers en oud materiaal, afgewisseld met uit het hoofd geleerde teksten. Zo zingt Vandenburg enkele nummers van zijn band Dierenpark en horen we zelfs Frans Bauer nog even subtiel voorbij komen.
In overzichtelijk hapklare brokjes krijgt het publiek de humor voorgeschoteld. Niet te moeilijk, niets experimenteels, geen gedoe: gewoon ouderwets, haast gezellig, entertainment. En ze komen ermee weg. Niet dat het slecht is, zeker niet. De stem van Van der Poel klinkt loepzuiver, de muzikanten zijn ervaren en op elkaar ingespeeld en de liedjes van Fosko en Vandenburg zitten verdraaid goed in elkaar. Maar waar is de passie toch? Uitgekotst?
Na afloop spuwt Fosko zijn gal: “Het is grote ellende in het clubcircuit. Wij komen nergens meer aan de bak. Als popmuzikant heb je niet veel te kiezen. Maar dit is te gek; spelen met goede muzikanten op De Parade.” Vandenburg vult aan: “Het is een hele eer om met deze mensen te werken. Ook de liedjes komen hier veel beter uit dan normaal gesproken als ik met Dierenpark optreed, je hebt de volledige aandacht van het publiek. In de kroeg is het toch vaak zo dat ze niet eens horen dat je staat te spelen.”
Ook Beatrice van der Poel is enthousiast. “We zijn alledrie heel verschillend, maar muziek is de bindende factor. Het publiek is wel een beetje maf, het is natuurlijk nogal een snob-achtige wijk hier. Dan komen mensen even cultureel doen. Laatst riep iemand tijdens een voorstelling ‘Ik vind het allemaal zo banaal’. Tijdens de Parade in Utrecht sta ik er alleen voor met een solo-programma. Heel spannend.”
Hans Vandenburg is naast dit project druk bezig met het promoten van Gruppo Sportivo. “We hebben geen manager, ik doe het zelf. Dat kost veel tijd. Maar we spelen wel op Marktrock in Leuven.”Ook Bob Fosko is bezig met nieuwe dingen. “Ik ga de Mop spelen in de musical De Jantjes, geproduceerd door Van den Ende. Tja… Het is voor zeven maanden. Je moet toch een financieel alternatief hebben.” Hierop roept Vandenburg: “Vier uur Cup-a-Soup. Dat zouden meer mensen moeten doen!” Verwijzend naar de reclamespot die Fosko insprak.
De samenwerking tussen de drie is in principe van tijdelijke aard. Vandenburg oppert: “Wat we nu doen zou ook best in de theaters kunnen.” Dat zou kunnen. Maar dan wel met wat meer overgave, graag!
Het theaterfestival De Parade is nog t/m zondag 11 juli in Den Haag. Daarna worden Utrecht en vervolgens Amsterdam aangedaan.
‘Muziek om bij over te geven’ vermaakt De Parade
Over hapklare brokken, kokhalzend pijpen, gal spuwen en overgave
De Parade hoort een zonnig, bruisend feest te zijn, maar op deze donderdagavond zijn er meer kaplaarzen dan zonnebrillen te aanschouwen in een zompig park. De aanwezige bezoekers verschuilen zich in de cocktailbar en het poffertjespaleis. Hans Vandenburg, Bob Fosko en Beatrice van der Poel treden op in een grote, droge circustent met hun programma ‘Muziek om bij over te geven’.