Sinds enkele jaren wordt in verschillende steden een zogeheten 'broedplaatsen-beleid' gevoerd. Ook in Den Haag zijn enkele van deze spontaan onstane plekken waar kunstenaars elkaar ontmoeten en soms samenwerken. Het gaat dan om plekken als Quartair aan de Toussaintkade, De Illusie aan de Casuariestraat en De Garage aan de Zuidwal. De gemeente Den Haag heeft vorig jaar een officiele broedplaats geopend aan het De Constant Rebecqueplein. Reden genoeg om op woensdag 21 januari een publieksdebat te organiseren in de Debatterij aan de Prinsestraat in Den Haag. Uit de grote opkomst blijkt dat er veel interesse is voor deze discussie. Er is deze avond tijd te kort om iedereen fatsoenlijk aan het woord te laten. Het is dan ook ondenkbaar dat dit debat geen vervolg krijgt.
Het debat wordt aan elkaar gepraat door de Haagse kunstenaar en filosoof Cor Gout. De inleiding wordt verzorgd door cultuurfilosoof Erik Hitters. Hij vertelt dat culturele clustervorming van belang kan zijn voor de aantrekkingskracht en ontwikkeling van steden. Hij spreekt over het 'verborgen land' van een stad, leegstaande gebouwen en fabrieken die aangewend kunnen worden voor culturele doeleinden. Verschillende sprekers uit Den Haag, Rotterdam en Amsterdam komen aan het woord, waarbij de ervaringen met culturele broedplaatsen in deze drie steden worden uitgewisseld.
De Haagse delegatie bestaat onder andere uit Peter Bos, voorzitter van het Platform Haagse Broedplaatsen en wethouder van financien en cultuur, Louise Engering. Bos bekritiseert het huidige beleid. "Den Haag heeft een breed scala aan kleinschalige culturele initiatieven. Het ontbreekt alleen aan continuiteit." De sluiting van de Blauwe Aanslag is hiervan het meest recente voorbeeld. Dat dit sommigen in het publiek nog steeds aan het hart gaat, blijkt wanneer de wethouder het woord neemt. Gelukkig gebeurt dit pas aan het einde van de avond, want het rumoer waarmee dit gepaard gaat leidt het einde van discussie in.
Een avond die zo boeiend begon en waar iedereen aandachtig naar elkaars ervaringen luisterde, eindigt in ordinair boerengeruis. Het slotakkoord wordt vormgegeven, wanneer iemand opmerkt nog steeds niet te weten wat nou precies de definitie van een culturele broedplaats is. Steden hebben nog een lange weg te gaan. De vraag blijft in hoeverre de overheid zich moet mengen in dergelijke vrijplaatsen, wellicht is gedogen en faciliteren al voldoende.
Het wel en wee van het culturele broedplaatsen-beleid
Veel belangstelling voor publieksdebat
Sinds enkele jaren wordt in verschillende steden een zogeheten 'broedplaatsen-beleid' gevoerd. Ook in Den Haag zijn enkele van deze spontaan onstane plekken waar kunstenaars elkaar ontmoeten en soms samenwerken. De gemeente Den Haag heeft vorig jaar zelfs een officiele broedplaats geopend aan het De Constant Rebecqueplein. Reden genoeg om op woensdag 21 januari een publieksdebat te organiseren.