Tino goes elektro

Psychotische muzikant worstelt met zichzelf

Lilian van Dijk, ,

De Haagse performer Tino van Leeuwen heeft een nieuwe cd afgeleverd, Bubblegum Hangover. Hij presenteerde hem op vrijdag 16 mei in de Franse Bulldog in Scheveningen. Dubbel feest voor Tino: hij vierde ook zijn 29ste verjaardag.

Wie Tino kent, weet dat hij geen doorsnee werk maakt. Sommigen doet hij denken aan de ‘oude’ Beck. Niet terecht: de verschillen zijn groter dan de overeenkomsten. Op deze cd heeft hij een switch gemaakt naar elektronische muziek. In vergelijking tot zijn twee eerdere CD’s heeft hij een dubbele ontwikkeling doorgemaakt. Ten eerste omdat hij van wat akoestischer werk de overstap maakte naar werken met samples en geluidseffecten. Ten tweede omdat hij, en daar komt hij ronduit voor uit, net uit een psychose is gekomen. Hoe hij die heeft ervaren komt tot uiting in zijn muziek, teksten en het CD-boekje. Het artwork is prachtig van kleur, de foto’s voor sommigen best shockerend. Zijn belevenissen drukken een heel persoonlijk stempel op Tino’s werk. Je merkt het aan zijn muziek. De ene keer levert hij een juweeltje van eenvoud af, de volgende keer vliegen de klanken alle kanten op.

Wie is de ware Tino? Hij worstelt daar zelf duidelijk mee. Het maakt de CD grillig, maar ook boeiend. Wat als een paal boven water staat is dat Tino zich nooit aan grenzen zal houden. Hij zoekt ze op, tast ze af en stapt er soms even vrolijk overheen. Dat maakt hem als performer niet altijd te volgen. En dat hoeft ook niet. Tino houdt je aandacht vast door in een oogwenk van muzikale kleur te veranderen. Tino heeft bijna de hele CD alleen volgespeeld. Hier en daar heeft hij de hulp ingeroepen van bevriende muzikanten als Tjebbe van der Kooij, Maarten van Wissen, Dylan Hallegraaf, Matty Ros en Jimi Hellinga en zangeres Femke Japing. De twee laatstgenoemden deden ook mee bij de cd-presentatie. Die begon met een akoestische set met veelal ouder werk.

Bij Tino moet je niet verwachten dat alles zuiver klinkt. Noch zijn stem, noch zijn gitaar pakken altijd de juiste toon. Dat hoeft geen bezwaar te zijn, hoewel zijn beperkte techniek hem soms parten speelt. Daarom is het helemaal niet zo’n slecht idee van hem geweest om de gitaar vaker opzij te zetten. Dat gebeurde in de tweede, elektronische set. Dj Jimi Hellinga’s draaitafel- en samplewerk zorgden ervoor dat Tino meer ruimte kreeg om zich te concentreren op wat voor hem het belangrijkst is: zijn teksten. Daarmee vertelt hij zijn verhaal. Over de bizarre tocht door een innerlijke wereld die een tijdlang totaal vervormd raakte door de psychose. Bovendien kan hij zonder gitaar met zijn hele lijf tot uiting te brengen wat hij kwijt wil aan zijn publiek. En dat kan soms heel ver gaan. Bij het laatste nummer, My Own Funeral, ligt hij aan het eind met gesloten ogen op de grond tussen de toehoorders.