Met 39 optredens op 18 locaties door de hele stad was Popronde Breda ook op 14 november 2024 weer een ware ontdekkingstocht voor liefhebbers van ontluikend Nederlands muziektalent. Allemaal gratis toegankelijk. Wij gingen gauw kijken voordat het “grootste landelijke reizende muziekfestival” weer verder trok.

Met een flinke verzameling aan apparatuur, welgeteld 18 mondharmonica’s en 38 effectpedalen , is het aan de psychedelische rockers van Heath om Popronde Breda af te trappen. De band speelt uitgestrekte nummers waarin veelvuldig wordt afgewisseld tussen mondharmonica- en gitaarsolo’s. Op de solo’s is niks aan te merken, maar na een paar nummers begin je wel door te krijgen wat het ‘recept’ is van Heath. De virtuoze partijen van de drummer en bassist zorgen er echter voor dat het interessant blijft. Het is jammer dat frontman Mees Vullings vandaag weinig van zijn fantastische stem laat horen. Wellicht heeft het iets te maken met het slechte geluid in De Bruine Pij. Zoals gitarist Jordy aan het begin van de show zei: “Ik hoor niks, maar ‘it is what it is’!” Tijdens de lange instrumentale stukken is er een duidelijk muzikaal hoogtepunt aan te wijzen: als de mondharmonica en de gitaar dezelfde melodie volgen, ontstaat pure magie. (DB)

Heath

FLORA trapt af in Studio Dependance om half acht, in een zwart glitterpakje, met glittermicrofoon. Zoals ze aandacht besteedt aan haar voorkomen, zo is ze ook met haar stem: duidelijk, aanwezig en helder. Vergezeld van twee muzikanten brengt ze alt- en electropop die van uitzinnig naar ingetogen gaat en weer terug. Denk Billie Eilish, van wie ze als bonus nog een cover brengt, net als sexy single ‘Tasty’ waarover ze nog twijfelt om die ooit uit te brengen. Tegelijkertijd is het optreden één uit een reeks Popronde concerten en voorbereiding op haar voorprogramma van Upsahl in de Amsterdamse Melkweg op 18 november. FLORA heeft het overwegend jonge publiek in Breda vanavond alvast goed mee. (DH) 

FLORA

Vanavond is alles anders in kapsalon Kinki Kappers. In de wastafels liggen geen hoofden, maar bierflesjes. Achter de wastafels staan geen kappers en kapsters, maar dansende mensen. Dit kan maar één ding betekenen: ISAÏ is op bezoek. “Ik ben ISAÏ en dit is mijn verhaal”, deelt de rapper aan het begin van de show met het publiek. Wat volgt is een energieke mix van hiphop en EDM, waarin ISAÏ en zijn dj niet schuw zijn om de hele ruimte te gebruiken. De dj-booth wordt tot twee keer toe verplaatst: eerst naar de voorkant van het podium en daarna naar de verhoging waar de wastafels op staan. Dit werkt aanstekelijk: het publiek danst, loeit, lacht en er wordt zelfs even getwerkt. Aan het einde van de show is niet helemaal duidelijk wat ‘het verhaal’ is dat ISAÏ met het publiek wilde delen. De teksten werken grotendeels op de lachspieren: zo komt het kinderliedje ‘In de maneschijn’ meerdere malen voorbij en zingt hij: “Wie doet er mee met de dinodans?” Het maakt het makkelijk om mee te zingen, maar het voelt afgezaagd. Eén ding is in ieder geval zeker: ISAÏ weet hoe hij het publiek mee moet nemen. (DB)

ISAÏ

Het optreden in Lievense is voor indietrio Sol Power alweer het 23e tijdens Popronde 24, met nog een paar te gaan. De meerstemmigheid  van deze Haags/Amsterdamse act is fijn en de muziek aanstekelijk. Optreden met zo’n energieke, gepassioneerde drummer achter je, dat moet ook heerlijk aanvoelen. Sol Power maakt groovende indie, niet puntig. Live beklijft het en zit het werk van Sol Power goed in elkaar, al missen de songs toch ‘iets’ dat echt blijft hangen. De maatschappijkritische teksten zitten wat verstopt of gaan te snel. Uitschieter ‘The Fear’, “een van onze meest droevige teksten”, is een hoogtepunt dat dan weer wel uitnodigt voor een volgende luisterbeurt. (DH)

Sol Power

Met geestige teksten zoals “M’n sleutels heb ik in de gracht gegooid / En ik weet niet waarom / Het was een beetje dom” brengt de Haagse band Røyking vermakelijke punk met een ‘fuck-you-mentaliteit’ naar rooftopbar The Office. Het merendeel van het publiek staat achterin de zaal, verscholen achter statafels, op veilige afstand te kijken. Een groepje van drie jongens zorgt voor de energie in de zaal. Zangeres Emma de Boer loopt een aantal keer de zaal in om met het groepje mee te dansen, want drie man is net genoeg voor een moshpit, waarna een monitor door een verstrikte kabel even door de ruimte vliegt. Als de band op het podium staat, lijkt het schijt te hebben aan alles. “We gaan wat herrie voor jullie spelen. Hopelijk vinden jullie het leuk. En zo niet…”, waarna de bassist zijn schouders ophaalt. De band moet het niet hebben van muzikale hoogstandjes of enorme verrassingen, al lijkt de band er ook niet naar te verlangen om speciaal te zijn. Zoals De Boer zelf zegt: “We zijn gewoon gemiddeld en dat is oké!” Daar doe je de band echter tekort mee. Het is rauw, het is smerig en soms voelt het ongemakkelijk, maar Røyking is wel alles wat punk zou moeten zijn. (DB)

Royking

ENJAKU YOYO, is dat een beginnend Nederlands indiebandje dat een hippe Oosterse naam koos? Nee, het is het Japanse duo Jun (zang, piano, beats) and Koko (gitaar) dat twee jaar geleden neerstreek in Limburg. Ze vonden hun muziek niet echt in Japan passen en gingen op zoek naar een thuisland waar dat wel het geval zou zijn. Het werd Nederland. Mad Molly’s puilt vlak voor half tien uit en buiten het café staat nog een hoop volk te wachten om binnen te mogen, maar het past niet. De ‘cheerful, confident little birds’ (enjaku yoyo) staan vooraan, in een hoekje bij het raam opgesteld. De hype blijkt echt. ENJAKU YOYO is een trip. Koko’s gitaarspel is een zéér eigen mix van traditioneel en meer ‘percussiestijl’, Juns kunsten sluiten daarop aan en samen maken ze een gave mengeling van stijlen, van dark-techno naar jazz en techno tot math-rock. Vaak met een repetitieve flow, altijd met veel energie en enthousiasme. Heel tof! (DH)

ENJAKU YOYO

In het café van het Filmhuis voelt de Rotterdamse singer-songwriter So-Fi als een adempauze. Bewapend met een synthesizer, gitaar, drumcomputer en een microfoon, deelt zij een kwetsbare kant van zichzelf met het publiek. Ze combineert ingetogen en dromerige liedjes, zoals het prachtige ‘O Sorry’, met up-beat pop. Het zorgt voor een toegankelijk en aangenaam geheel. Aan het einde van de set nodigt ze mensen uit om nog even ‘subtiel te dansen’. Het publiek geeft hier gehoor aan: er wordt uitvoerig meegetikt met de handen en voeten en hier en daar is er zelfs sprake van een klein danspasje. (DB)

So-Fi

Café Lievense staat bomvol als Zuster Zonnebloem begint te spelen. De vijfkoppige formatie werd eind vorig jaar bij het uitkomen van hun debuut ‘Show Don’t Tell’ benoemd tot een van de vaandeldragers van de opkomende psychedelische rock in Nederland. De band uit Gouda speelt maar liefst 27x tijdens Popronde ’24. Zuster Zonnebloem past perfect in het rockcafé dat Lievense is en speelt verzorgde, swingende nummers met dikke knipogen naar psychedelische en symfonische rock uit de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw. Compleet met onmisbaar orgel. Je hoort die keuze ook goed terug in de zang van zangeres Hanne Brunekreeft. Het publiek weet wel raad met de grooves, met als beste voorbeeld slotnummer en meezinger ‘Wild Flower’. Pakkend? Ja. Het was een sterk optreden en Zuster Zonnebloem gaat volgend jaar vast veel boekingen voor festivals krijgen met deze volle sound. Het mag wel iets spannender; op het een-na-laatste nummer na mist de rauwheid een beetje. (DH)

Zuster Zonnebloem

Hoe absurd kan een act zijn? De trio-band BUG zoekt de grenzen op van deze vraag. De gitarist en dj zijn geschminkt als clown en na een aantal nummers wordt de band vergezeld door een danseres, wiens gezicht onherkenbaar is gemaakt. Ze heeft een lange blonde pruik op, is schaars gekleed in een doorschijnende top en heeft een in-elkaar-geknutselde ketting in haar hand. Het voelt als een koortsdroom die zo heftig is dat je hem aan al je vrienden wilt vertellen. Onaangenaam, maar toch geniaal op een artistieke manier. De band brengt een mix van rap, punk en elektronische muziek, wat doet denken aan The Prodigy. De sterke rapstukken van de zanger vallen op, maar de muziek verdwijnt door het ‘psychotisch verkleedfeestje’ naar de achtergrond en voelt met vlagen onsamenhangend. Als de zanger halverwege de show aan het publiek vraagt om een stapje naar voren te doen, is de reactie twijfelend. De zanger loopt de zaal in en trekt mensen fysiek mee naar de voorkant van het podium. Vanaf dat moment lijkt het publiek meer los te komen. Er wordt gedanst en de eerste moshpits ontstaan. Hoewel er door sommigen in de zaal vooral verbaasd naar de show wordt gekeken, lijkt de absurde performance bij het gros van het publiek aan te slaan. (DB)

BUG