Moss loopt het podium op, op het gemakje. Frontman Marien Dorleijn plukt nog wat (baard)haar uit de microfoon voordat de eerste akkoorden van 'It’s So Hard To Keep a Secret' worden gespeeld, het openingsnummer.
Twee songs verder roept een vrouw naar Dorleijn of z’n bril nog heel is. Dat is het leuke aan de grote zaal van Mezz, die is nog intiem genoeg om interactie met het publiek aan te gaan. Zo denkt de band ook over Mezz, want in de set is tijd voor een korte lofspraak over de fijne zaal. Inclusief een R.I.P.-momentje zodra Dorleijn de gesloten danszaal Para noemt, waar hij met z’n ex-band Caesar stond.
Terug naar de bril, die gewoon nog heel op de neus van de frontman staat. Dat had die fan vooraan echt wel kunnen zien. "We moeten nog opwarmen," reageert Dorleijn.
"Ik heb het al warm, hoor," reageert de fan.
"Ah, oké… Volgende keer als we een voorprogramma nodig hebben vragen we jou," zegt Dorleijn. Wacht. Is dit een sneer naar Nouveau Vélo? Dat zou wat zijn.
Enfin. Moss doet gewoon Moss. Spelen met totale kalmte, zonder saaiheid. Tegen het eind van de set gaan de spotlichten uit en komt warm licht vanachter de band voor terug. Even staan er alleen wat silhouetten te spelen. Hoewel het niet zo verfrissend en energiek is zoals het op Down The Rabbit Hole dit jaar was, de nummers zijn doortastender dan op plaat. En die kleine dingetjes, zoals vijf zwevende bandleden op het podium, geven het dan toch dat beetje extra wat deze Moss-show upgradet van rechttoe rechtaan optredens.