Terug naar de jaren ‘80 met Terry Malts in Electron

Een vrij lege zaal weerhoudt bands niet om te knallen

Tekst: Tessa Gorissen, foto's: Daniël Hereijgers ,

Jazz Festival in de binnenstad en concerten in Mezz weerhielden Grey er niet van om ook een concert in Electron te houden. Het concept is duidelijk: Breda zoveel mogelijk kennis laten maken met onbekende binnen- en buitenlandse bands. Na al verschillende bands het podium te hebben gegeven, was het tijd voor de punkformatie Terry Malts. Samen met support act Electric Tears stonden ze op 6 mei in Electron.

Electric Tears uit Hoorn opent de punkavond in een vrij lege zaal. De band is vrij statisch met relatief rustige muziek voor de punkscene. Uptempo songs en ballads wisselen elkaar moeiteloos af. Deze band weet hoe ze interactie moet onderhouden met het publiek. Na ieder nummer spreekt zanger Niels de Wit de zaal met een hijgende stem toe, waarop enkelen respons geven. Echter verschijnt er na twee songs pas een glimlach bij de formatie. Spanning? Wie weet. De muziek klinkt echter prima. De zaal is deze avond niet in een dans mood. Buiten knikkende hoofden, kijkt het merendeel richting het podium. Warm licht en de melodie van een ballade laten je wegdromen. Je laat je mee voeren op de muziek, tot de hardere drums zich er tussen werpen en je wakker schudden. Het is weer tijd voor het snellere werk. Een typische pop punk set, maar dan zonder de attitude van punkers. Niels bedankt Electron halverwege voor het lekkere eten en bier. ‘Bloodshed Eyes’ blijkt bekend: het publiek zingt mee en één man gooit een vuist de lucht in. Pas aan het eind van de setlist komt er meer beweging in de zaal. Helemaal achterin danst een aantal, totdat het einde gekomen is. Was het voorprogramma dan helemaal goed? Nee. Het geluid stond veel te hard, waardoor het rond ging zingen. Aan het einde een standaard punk nummer maakt dit wel weer goed. Electric Tears stopt binnenkort na vijf jaar, na Electron zijn er nog twee kansen de band mee te pikken.

Terry Malts betreedt het podium ongeveer een half uur later. De Europese tour van de band uit San Francisco telt nog zestien concerten, waarvan eentje in Electron en volgende week op Incubate in Tilburg zondag 15 mei. De sfeer wordt direct gezet. Het Fraggle Rock shirt van drummer Nathan Sweatt is de grap van de avond. “Let’s make this Fraggle rock too.” De zang is tijdens het eerste nummer niet te horen, doordat de andere instrumenten alles overstemmen. Dit wordt opgelost door de microfoons te wisselen, maar alsnog blijft het geluid veel te hard. De band is bekend om garage-pop, maar wordt meestal onder punk geschaard. Je waant je in een jaren ‘80 scene. Een industriële setting van Electron, het uiterlijk van de bandleden en de punk melodieën lijkend op die van de Ramones laten je vergeten dat je ondertussen in de 21e eeuw bent. Bij de eerste drie nummers is er geen interactie. Het publiek joelt en geeft een applaus, interactie is ook niet nodig. Het eerste dat opvalt is de zuivere stem en het strakke samenspel van de band. Ervaring spat van het podium. Ook is de formatie een stuk beweeglijker dan de vorige band. Op het kleine podium springt gitarist Corey Cunningham op en neer en zanger Phil Benson ragt op zijn basgitaar alsof zijn leven er vanaf hangt. Na een aantal nummers komt de band los en praat meer. Een nadeel: de gitaristen staan vrijwel de gehele show gedraaid, waardoor een bepaalde afstand voelbaar is. Een aantal mensen loopt naar buiten vanwege het harde geluid, wrijvend over hun oren. Het overgebleven publiek vraagt echter om meer als de band na iets meer dan een half uur de show afsluit. “I really hate encores, but we’ll play one more”, vertelt Phil. De band pakt de instrumenten weer op en speelt het laatste nummer. Een korte twee minuten later is de show echt ten einde. Een typische punk set van iets meer dan vijfendertig minuten.

Gezien: Electric Tears, Terry Malts. Electron, vrijdag 6 mei 2016.