Marco Martens en gitarist Michiel van Iersel zijn om kwart over acht nog een beetje aan het afstemmen hoe ze de nieuwe loop station van Van Iersel gaan inpassen. Het voorprogrammeren van geluid heeft wel wat, vinden ze. Met z'n tienen zijn we, als de hiphop van Cypress Hill uitgaat. Wat Marco Martens doet, is geen hiphop, maar heeft wel datzelfde gevoel; hij staat op affiches vaak als ‘dichter’. Zijn teksten zijn persoonlijk of gaan over jeugdvriend ‘Harm’, die is blijven hangen in het dorp en waarmee hij naar een ‘Autobeurs’ gaat. Een toffe track, terwijl hij net zo goed verhaalt over zijn overleden opa die 94 werd, in ‘Alles Voorbij’. Of ‘Morgen Weer’, waarbij Martens eerst de interactie op zoekt om met de dagelijkse ergernissen te improviseren op de gitaarklanken van Michiel: over in de file staan, met je sok in het water stappen en Michiels dagelijkse ergernis. We zijn met tien en dat maakt het sterke optreden dichtbij en speciaal. Martens eindigt met ‘Madam Jeanette’ waarvan de videoclip net uit is, een mooi nummer over hoe hij nu zijn weg vindt in Rotterdam en nieuwe dingen ontdekt in de stad en over zichzelf.
Jeroen Kant speelt die nu in een huis aan de Ginnekenweg of toch in een kamer aan de Ginnekenstraat, vlakbij Mezz? Het blijkt de Ginnekenstraat te zijn, de trap op langs lege kratten bier naar een keurige, mooie huiskamer met aan de muur lp-hoezen van lievensliederen uit Nederland en Vlaanderen. De kaarsjes zijn aan, er is genoeg bier. Kant, kort geleden winnaar van de prestigieuze Antwerpse Nekka prijs, bekijkt nog even zijn meegenomen albums, om de set net even anders te maken dan ronde 1. Een geste naar de huisbewoners. Hij heeft de treurige liedjes voor het uitzoeken en wisselt die af met meezingers. Eerst eentje over de Zwarte Cross waarvan hij de tekst toch vergeten blijkt, dan maar een meezinger over een spuuglelijke baby. We hebben dan al ‘Huis Voor Mijn Helden’ gehoord, een eerbetoon aan radiomaker en schrijver Jaap Boots en de verhalen die Boots uit zijn muzikale helden haalde in interviews. De set is opnieuw intiem, het niet versterkte gitaarspel daardoor extra nadrukkelijk aanwezig. Kant draagt het fraaie ‘Een Zucht’, over zijn vader, op aan iedereen met een hekel aan zijn werk en rondt af met nog een meezinger ‘Grillig Lastig Listig Nukkig, over ‘De Lafaard Kapitein’ van diezelfde plaat.
De woonboot aan de Nijverheidssingel is als een echte partyboot aangekleed met flamingo’s in krijt op de muren en een shotje bij binnenkomst: ‘suikerwater’ of rode, fruitige ‘aanmaaklimonade’. Gezelligheid. Een prima plek voor Fokko. Fokko, dat is trio Fokko, Bob en Gelke. Fokko maakt toegankelijke, cabareteske liedjes met een vleugje ironie, wat cynisme en ogenschijnlijke zoetsappigheid. Zanger en frontman Fokko speelt vooral gitaar en een ballade op ukelele, zijn kompanen verzorgen de extra stemmen en spelen de percussie, melodica, xylofoon en zelfs viool. Fokko heeft de liedjes voor op een partyboot: wie het aantal keren ‘kak’ in een liedje telt, krijgt een EP. De huisgenoten die deze show al voor de derde keer zien, zijn uitgesloten van deelname. Het bekendste lied ‘Mijn Vriendin’ zit aan het slot en bij de toegift gaat een polonaise rond. Dit feestje scheelt ongetwijfeld bezoekers voor de échte after party met Fake Billy And The False Prophets in de Bruine Pij, een gezellig en intiem Stukafest is geslaagd! Op niet alledaagse plekken naar goeie muziek luisteren, goud. Hopelijk keert het festival in de studentenkamers van Breda volgend jaar weer terug.
Gezien: Stukafest Breda 2016, Marco Martens, Jeroen Kant, Fokko. Woensdag 24 januari 2016.
Lees ook het verslag van Manoek en Bastiaan 'Singer-songwriters spelen in studentenkamers bij Stukafest '16'