Cortonville: drie bands als een intercity over het publiek

Eisenhower, John Coffey en Wallace Vanborn laten zich niet tegenhouden door halfvolle Mezz

Tekst: Robin van Essel; foto's: Sanne van Hassel ,

Afgelopen donderdag deed de Cortonville-karavaan Breda aan. Voormalig 3voor12-coryfee Eric Corton zwaait de scepter over het naar hemzelf genoemde platform en talentenprogramma, opgericht uit liefde voor hardere muziek. De versterker stond deze avond in Mezz dan ook op elf voor optredens van Eisenhower, John Coffey en Wallace Vanborn. Normaliter krijg je dan zo veel promomateriaal van de oprganisatie dat je de bands vergeet, maar zowaar vanavond alleen maar bandlogo's te ontdekken. Mooi. Oordoppen in, bier halen, en gaan.

Eisenhower

Eisenhower komt uit Groningen en belandde in de Cortonville presents-tour als winnaars van talentenjacht Demodock, van, jawel, Cortonville. Nee, enorm pluriforme visie is het niet, maar goed, daar kwamen we niet voor. De naam Eisenhower doet aan een tank denken, en de band klinkt ook als, eh, een tank. Of als Kings Of Leon-on-steroids. Het is zwaar sludgy hardrock, met duidelijke seventiesinvloeden, maar ook met een gezonde dosis punkroots. Het hele optreden rockt als de ziekte en Ardan van de Graaf is een zanger van James Maynard Keenan-achtige proporties.

Het probleem van Eisenhower zit in de ietwat brave en gespeelde podiumact, waarmee de band snel alle vorm van eigen gezicht verliest. En een Amy Winehouse-cover helpt ook niet echt. Nee, dan horen we liever een song als 'Jekyll & Hyde', tegen het einde van de set, met mondharmonica en vele dynamiekwisselingen van americana-gitaartjes en punkriffs. Het is meteen de beste song van de set. Wellicht was Eisenhower wat meer zichzelf voor een volle zaal; spelen voor tien man publiek is natuurlijk lastig. En jammer, want adepten van Breda Suckcity hadden prima raad geweten met deze band. Als ze er waren geweest.

John Coffey

John Coffey speelde al eens eerder in Breda: in Hangar 20, in 2010. Ja, dat waren wij ook vergeten. Niet zo verwonderlijk, omdat volgens Utrechters zelf er welgeteld vijf man publiek stond. Destijds ook nog met een andere voorman en gitarist, maar toen de band in nieuwe bezetting vorig jaar de plaat 'Bright Companions' uitbracht, ging het balletje rollen. En ziehier, John Coffey is binnen een jaar uitgegroeid tot livesensatie, met als kers op de taart een boeking voor Lowlands. Terecht, want John Coffey speelt alleen deze week al vijf liveshows. Niet verwonderlijk dat de band vanaf opener 'I've Got A  Bastard Virus' geen enkele moeite heeft met een nog steeds matig gevulde Mezz.

Geroutineerd werkt de band nummers van de plaat af, afgewisseld met twee nieuwe songs en Nirvana-cover 'Breed'. De nodige variatie is er door het gebruik van vier zangers, van de punkstem van voorman David Achter de Molen tot rauwe screams en zuivere zang. John Coffey live is een – inmiddels –  goed geregisseerde chaos, maar de band is positief en oprecht sympathiek en pakt zo alsnog het publiek in. Bij 'Oh Oh Calamity' staat de halve band in de zaal, om dat bij afsluiter 'Romans' om te keren en de kids uit de pit het eerste refrein te laten zingen. John Coffey heeft de act, de songs en de sympathie van het publiek. Laat Lowlands maar komen.

Wallace Vanborn

Moesten de Belgen van Wallace Vanborn een paar maanden terug nog The Van Jets na zich dulden, deze keer fungeert de band rond Ian Celement als afsluitende act. De band leverde vorig jaar de prima tweede plaat 'Lions, Liars, Guns And God' af. Dat klinkt enigszins megalomaan, maar als er een band is die dat mag zijn, is het Pletwallace wel. Dat je zo'n herrie kan maken met drie man. Vanaf de eerste noten van 'White River' walst de band als een intercity over het publiek. Alles is genadeloos hard en de groove uitermate sfeervol. Songs als 'A Smack As A Potion' en 'What Are What We Hide' van de nieuwe plaat komen live nog beter uit de verf. Vet alsof de riffs met het frietvet van een Gentse frituur zijn overgoten.

Clement's stem heeft een enorm bereik, maar door het volume zijn de hoge noten jammer genoeg soms onverstaanbaar in de mix. Ook ontbeert de band de gave voor publieksparticipatie die hun voorganger op het podium wel had. Clement probeert het wel, met wat gênante praatjes over de lente, meisjes, de bloemetjes en bijtjes en zulks, maar Mezz loopt langzaam leeg. De crowdsurfer bij de tien minuten durende outro op de hoogste versnelling, is dan ook niet bijzonder succesvol. Vanuit dat oogpunt was het handiger geweest om de programmering van de avond op te gooien. Maar goed, bij Wallace Vanborn is de muziek al een feestje op zich. Indrukwekkend.