Dog Eat Dog met routineus knalletje klaar in Europa

Texas Hippie Coalition is geen ‘vette shit’, maar gewoon shit

Tekst: Daniël Hereijgers, foto’s: Arne van Alten ,

Dog Eat Dog had zondag zijn laatste optreden in Europa van de 20-jaar-jubileum tour en wou uitgaan met een bang! Dat werd een aardige knal, zeker omdat originele gitarist van album All Boro Kings, Dan Nastasi, meespeelde. Diggeth uit de Achterhoek gaf een aardige show en Texas Hippie Coalition? Tja…

Texas Hippie Coalition is geen ‘vette shit’, maar gewoon shit

Diggeth
Metaltrio uit de Achterhoek, bracht vorig jaar zijn eerste plaat ‘21st Century Nomad’ uit en is op tournee met Texas Hippie Coalition. Vanavond staan beide bands in het voorprogramma van Dog Eat Dog in Mezz en aan Diggeth de taak om klokslag 15.00 uur ’s middags het bal te openen. Dat lukt redelijk en dat is vooral te danken aan de tomeloze inzet van de band, en gitarist/zanger Harald te Grotenhuis in het bijzonder: “Hebben jullie allemaal bier?” De bebaarde langharige reikt tijdens de set tweemaal heel slim een cd’tje uit aan vrouwelijke toeschouwers. Cd’s die ze na afloop ook zelf verkopen. De kale bassist Alco Emaus met sik claimt met zijn vijfsnaren basgitaar de ene kant van het podium en Te Grotenhuis de andere kant. Al headbangend en metalposesmakend ontmoeten ze elkaar regelmatig voor de drums van Jeffrey Harties om het showelement te vergroten. Hechter kun je een band niet hebben, toch? De mix van metal, rock en een beetje blues en de korte vlammende intermezzo’s vragen om aandacht. Het wat onderkoelde, Achterhoekse ontbreekt echter ook niet. In een song met als refrein “See You In Hell”, is het geen maniakale verwensing of achterlijk geschreeuw, maar een nuchtere constatering van de zanger. En dat past ook wel, showelementen aan de ene kant om de boel los te krijgen en ondertussen degelijk rocken. Leuk voor de band dat ze ’s avonds weer mogen optreden in Trix, Antwerpen.

Texas Hippie Coalition
Deze band uit het nietige Denison in Texas noemt zich ‘een groep outlaws’ maar dan met een knipoog: boeven in de artistieke zin van het woord. Leren vestjes met het groepslogo erop, cowboyhoeden en stervormige metalgitaren. En een duidelijke rolverdeling: de gitaar van leadgitarist is custom made, met Texaanse vlag, terwijl de tweede gitarist het met een sobere variant moet doen. Maar eerlijk, het allereerste wat je denkt is: “Wat een beer!” Zanger Big Dad Ritch is de zwaarste frontman die je ooit hebt gezien. Met zijn lange haren, baard, zonnebril en in vette letters THC aan de binnenkant van zijn linkerbovenarm getatoeëerd. In het eerste nummer is het meteen raak: “Call me a long haired hippie, I don’t care…” en “What the hell are you waiting for?” Het einde van het liedje misschien? Deze coalitie maakt langdurige nummers voor fans met geduld. Geijkte metal die nergens verrast en maar door blijft gaan. Hierop hoeft ook niet gedanst te worden, sterker: de maten zijn af en toe zo traag dat het vermoeden rijst dat Big Dad hier zelf nog op zou kunnen dansen. Niet dat hij dat doet overigens. Hij maakt liever grapjes, zoals dat ze de plaat ‘Rollin’ liever “Rollin’ A Big Fat Joint” hadden genoemd maar dat van wege de verkoop toch maar niet hebben gedaan.

Echte boodschappen hoef je van deze ‘outlaws’ verder niet te verwachten. Het blijft gaan over wiet, zuipen en geweld. Met als dieptepunt ‘Clinched Fists’ waarbij het publiek nog wel leuk een vuistje maakt zoals Texas Hippie Coalition gebroederlijk voordoet, maar waarbij de band toch echt de volle 105 decibel nodig heeft om een beetje te overtuigen. Technisch weinig op aan te merken, maar daarom hoeft deze Amerikaanse rommelrock nog niet goed te zijn. Sterker: het is te simpel, gemakzuchtig en grof. Hippie in de bandnaam blijkt een schuilnaam en misschien is dat wel de echte knipoog die Big Dad en zijn mannen willen maken. Het publiek hoort het begin van een ballad, die al snel verandert in weer zo’n log metalbeest om over te schakelen naar een zwaardere versie van Bon Jovi waarbij het enige verschil het gegrom van de forse zanger is. De single ‘Pissed Off And Mad About It’, toch al een dikke 360.000 keer bekeken op MySpace, doet goed werk voor de band voordat ook zij doorgaan naar Antwerpen. “Daar waar de wiet hopelijk nog beter is dan hier…” We laten Big Dad maar in zijn waan, hij weet waarschijnlijk niet dat alleen in Nederland een soepel softdrugsbeleid geldt. Texas Hippie Coalition is geen ‘vette shit’ maar gewoon shit. Inclusief die ‘van Mötley Crüe gejatte’ buiging aan het slot. Inpakken en wegwezen.

Dog Eat Dog
Nee, dan Dog Eat Dog. Nog geen vier maanden geleden gaf de metal/hardcore/rock/hiphop crossoverband nog een leutig optreden in het park op Breda Barst en nu zijn ze alweer terug. Om de 20-jaar jubileum tournee af te ronden. In Nederland, waar de fans zelfs de officiële fanpagina bouwden en nog steeds beheren. En tja, waar de wiet het best is, volgens frontman John Connor en die kan het weten want hij is al in veertig landen geweest. Het ombouwen duurt best lang, de meegebrachte geluidsman heeft de tijd nodig om alles af te stemmen met de Mezz crew. Als de band het podium betreedt is het iets over half zes. “Seems like dinner time, not show time,” volgens Connor om daarna het einde van de Europese tournee aan te kondigen, “Send us home with a bang please!” De band geeft zelf het voorbeeld: omdat gitarist Roger Haemmerli met zijn band Henchman een cd-presentatie heeft, heeft Dog Eat Dog de oorspronkelijke gitarist Dan Nastasi, ook bekend van Muckypup, in laten vliegen. Het geeft een grappig beeld, de band met hun korte broeken, skateschoenen en -shirts en daarnaast de brede Nastasi, als een uit de kluiten gewassen basketballer. Goed, de muziek.

Aan de setlist is sinds Breda Barst weinig veranderd. ‘Expect The Unexpected’ is de opener, want het thema van de tour, gevolgd door ‘In The Doghouse’, een machtig en strak ‘Pull My Finger’, ‘Isms’ enzovoorts. Het nummer ‘Walk With Me’ over platzak zijn, klinkt opvallend eerlijk, de band heeft mindere tijden gekend. Verder valt opnieuw de ‘flow’ op waarmee de show gelikt aan elkaar geplakt wordt. Wat hiphop samples, de dansende drummer en ene ‘Fox’ uit het publiek kent zowaar de drumpartijen van ‘Step Right In’ en mag het nummer drummen. Natuurlijk ontbreekt ‘Who’s The King?’ niet in de set. Het enige echte moment dat het publiek losgaat en er een eerste moshpit ontstaat. De echt bang! blijft uit, maar dat deert de Amerikanen weinig. Ze blijven goedlachs en sympathiek. “So, you’re a singing crowd” en “You guys are rocking, no matter what time it is.” En dat klopt dan weer wel, het is een gezellig feestje en voor veel aanwezigen toch ook die stiekeme ‘terug-naar-je-jeugd-middag’. Dog Eat Dog wist toch halverwege de jaren negentig de aandacht van een paar generaties skaters, snowboarders en rockers te trekken met succesalbum ‘All Boro Kings’. De fles Jägermeister van Nastasi vindt zijn weg op het podium en tussen de toeschouwers. Blikjes Dommelsch worden met gemak uitgedeeld en als er een artiest dorstig is, wordt er net zo gemakkelijk een pilsje teruggegeven. Waarschijnlijk komt het door de installatie van Mezz, het optreden klinkt muzikaal strakker en beter dan tijdens Breda Barst. Nastasi is ook een opvallend verschil, zijn gitaarspel is stukken beter dan dat van Haemmerli, althans dan datgene wat we in september te horen kregen. Daarbij komt ook dat de fans het refrein van ‘No Fronts’ waarschijnlijk nog slapend kunnen meezingen. Geheide uitsmijter en ook zoals altijd appeltje-eitje-succesvol. De roadie en merchandiseverkoper komt een stukje meerappen en zweept het publiek nog een keertje op. Na ‘No Fronts’ komt de band nog terug voor een toegift. Dog Eat Dog blijft leuk en mag zeker nog eens terugkomen.

Alleen moet er dan meer dan vier maanden tussen zitten én moet de show dringend vernieuwd. Dat zou zomaar kunnen, want de kans bestaat dat er een nieuwe plaat komt. Al was bassist Dave Neaborn in de backstage van Breda Barst nog een beetje schimmig, aangeschoten met zijn zoveelste biertje in zijn hand. Over dat het nog een hele uitdaging zou worden, terug in de Verenigde Staten, om een plaat op te nemen en die aan de man te brengen. Als Dog Eat Dog verder wil, zullen ze wel moeten. Je kunt moeilijk blijven leunen op een paar knallers van een album dat al 17 jaar oud is. Hoe lekker ‘Pull My Finger’, ‘No Fronts’ en ‘Who´s The King?’ en die andere songs van ‘All Boro Kings’ ook blijven klinken.

Gezien: Diggeth, Texas Hippie Coalition en Dog Eat Dog. Mezz, zondagmiddag 30 januari 2011.