Het meest opvallend aan de Belgische band Dez Mona is het stemgeluid van de zanger. Ik weet niet precies hoe ik dat moet beschrijven, het is hoog, geknepen, en emotioneel beladen. Het doet soms een beetje gemaakt aan, alsof het een trucje is, maar het is ‘echt’ genoeg, je gelooft hem. Het sfeertje dat de band wegzet, doet een beetje jaren ’30-achtig aan. Dat is inclusief bruin overhemd met bretels, en een vloerkleedje op het podium.
Maar, om te beginnen bij het begin: het voorprogramma. Dat was Tom Pintens, een Belgische singer-songwriter en ex-lid van de band Zita Swoon, die door een van de weinige aanwezigen werd getypeerd als ‘d’n Belgische Spinvis’. Dit is gedeeltelijk waar. Hij heeft de vervreemdende teksten en sfeer van Spinvis, kan beter zingen, maar mist diens magie. Het is een beetje mat. Maar ik kan het niet tot leven komen van het optreden niet helemaal aan Pintens wijten, er was namelijk zo goed als niemand. En die veertig man die wel in de zaal stonden, wauwelden vrolijk door de muziek heen. Dus echt de kans om de magie te beoefenen kreeg Pintens niet.
Dez Mona kreeg met hetzelfde probleem te kampen. Het bezoekersaantal was inmiddels opgelopen tot een ongelooflijke vijftig man, wat ronduit een belediging is voor een band met zoveel kwaliteit. En het kwam allemaal maar niet van de grond. Dat pakweg de eerste helft van het optreden tamelijk rommelig verliep (op een gegeven moment vroeg de zanger zelfs aan het publiek of het overkwam, omdat voor hem allemaal nogal rommelig was) hielp niet echt mee.
Op de muziek zelf heb ik echter weinig aan te merken. Zoals gezegd, het eerste gedeelte liep niet echt lekker, en je moet van het stemgeluid van de zanger houden, maar over het algemeen hield Dez Mona zich goed staande. De beoogde sfeer ontstond op het podium, maar daar kreeg de zaal maar bij vlagen iets van mee. Er was gewoon simpelweg te weinig publiek. Er was een ‘bang-dat-ze-bijten’-gat voor het podium (iedereen stond er in ene keurige boog omheen) en de helft van het publiek wauwelde nog steeds, heel storend, overal dwars doorheen.
Eigenlijk drong het tijdens de toegift pas tot me door hoe geweldig had kunnen zijn. Ze speelden een cover van ik-weet-niet-wie, en dat greep me. Het volume ging omhoog, je hoorde de verhalen over het weekend van de persoon achter je ineens niet meer, en het begon te werken. Helaas is het kenmerkend voor een toegift dat het optreden niet lang meer duurt, dus het moment was zo weer verdwenen.
Al met al een beetje een tweeslachtige avond. De muziek is gewoon goed, en de sfeer die ze bij vlagen wisten op te roepen is geweldig. Maar het lukte gewoon niet. En dat is, alweer, niet helemaal de schuld van de band. Weet je wat? We maken een afspraak. De volgende keer als ze komen, gaan we met z’n allen. Dan kan ik een verhaal schrijven dat wel helemaal over de muziek gaat, en misschien leren jullie nog iets bij over goede muziek.
Dez Mona en Tom Pintens. Gezien: Mezz, 30 mei 2008.
De zwarte romantiek van Dez Mona
Dez Mona is een vreemde band. Zoveel mag duidelijk zijn. Het is eigenlijk meer jazz dan rock. Op het podium is alvast geen gitaar te bekennen. Wel een accordeonist en een contrabas. Ze zijn jazzy, theatraal, en somber. Ze roepen een soort ‘vergane glorie’-sfeer ‘op. Het is zwarte romantiek. En noem me bevooroordeeld, maar dan heb je bij mij alvast een streepje voor.