Davie Lawson is een Welshman. Een gevoelige jongen met een gitaar. Hij is het archetype van de singer/songwriter. Onder gitaarklanken strooit hij met breekbare stem zijn verhalen in het rond. Af en toe kijkt hij haast angstig de zaal in, lispelt een haast onverstaanbaar ‘thank you’, en gaat verder naar het volgende liedje. Het is een goede voorbode voor wat Lucky Fonz ons zal gaan brengen. Mooie, kwetsbare liedjes. Na een half uur bedankt hij vriendelijk voor het luisteren. En Davie Lawson schuifelt het podium weer af.
Het is nu de beurt aan Otto Wichers, oftewel Lucky Fonz III, die duidelijk gezegend is met de gave om zichzelf te presenteren. Met een haast naive vrolijkheid kondigt hij aan dat hij twee sets zal gaan spelen, dat hij in Breda altijd nieuwe dingen uitprobeert, en dat Davie Lawson niet uit Ierland komt. ‘Maar’, stelt hij het publiek gerust ‘Het duurt altijd een paar nummers voordat het publiek wordt meegezogen in de magische wereld van Lucky Fonz. Dus maak je geen zorgen.’
Als de kleine Amsterdammer vervolgens zijn gitaar oppakt en begint te spelen, krijgt de wereld van Lucky Fonz vorm. Het is een fantasievolle, mooie, maar tegelijkertijd treurige en ietwat melancholische wereld. Hij zingt over eenzame vuurtorens, meisjes gemaakt van wijn, en over de wonderlijke reis van een traan. En inderdaad; de grote zaal van de Mezz lijkt even niet zo groot meer. Lucky Fonz heeft eventjes een eigen, kleine wereld geschapen. Hij begeleidt zijn liedjes op gitaar of piano. De simpele begeleiding geven zijn liedjes een bepaalde onschuldigheid mee. Op gitaar bouwt Lucky Fonz gestaag verder aan zijn wonderlijke wereld. De eerste scheurtjes beginnen te ontstaan wanneer hij achter zijn piano gaat zitten. Zijn pianospel is prachtig. Maar dat mooie pianospel combineren met zang gaat hem niet helemaal goed af. Hij gaat er een paar keer goed naast, en dat zorgt voor kortstondige onderbrekingen van een droom.
De wereld van Lucky Fonz stort pas in elkaar bij het nummer Life Is Short, dat gek genoeg niet op het gelijknamige album staat. De begeleiding bestaat uit welgeteld 1 akkoord op een kinderkeyboard, en de zang is hemeltergend. Het is alsof er vanuit het niets een emmer met koud water ik je nek wordt geflikkerd, ineens ben je weer wakker. Zonde.
Even is de wereld van Lucky Fonz weg, en valt het weer op hoe verschrikkelijk de plastic terrasstoelen eigenlijk zitten. Maar voordat je goed en wel hebt kunnen antwoorden op je protesterende rug, neemt hij je alweer mee, met het wondermooie Draw Me A River. Als hij na ruim anderhalf uur spelen stilvalt, vervaagt de wereld van Lucky Fonz, en is de Mezz weer zo groot als in je herinnering. Maar zijn Wereld is niet kapot. Iedereen neemt er een stukje van mee naar huis.
Lucky Fonz III verkleint Mezz
Twee net iets te gevoelige jongens met een gitaar. Zo kun je Lucky Fonz III en zijn voorprogramma Davie Lawson misschien nog het beste omschrijven. Twee romantici, met hun hoofd in de wolken, maar met beide benen op de grond.