Eerste release op eigen label ANGLS een feit voor praatgrage technoveteraan Dimi Angélis

"Het album Sonno van Alessandro Cortini is voor mij nu al het beste album van 2014; daar zit een verhaal aan vast"

Jouko Peters ,

Bij een hoop Nederlandse technoliefhebbers doet de naam Dimi Angélis ongetwijfeld een hoop bellen rinkelen, want hij draait al sinds eind jaren '90 mee in de scene; en niet geheel zonder succes. Als een helft van het live-duo A&S - de andere helft is Jeroen Search - bevindt hij zich heden ten dage in een vrij puristische hoek van de technoscene, en veel buitenlandse technofreaks kennen hem nog als helft van Counterpart, het project dat hij eveneens samen met Search deed. Toen wij hoorden dat zijn eigen label ANGLS een feit was, sprongen we op de fiets naar zijn studio aan de Rhoneweg om een biertje, of vier, met hem te drinken. Wat staat er eigenlijk in de platenkast van de goedlachse Griek Dimi Angélis?

Há, waar wil je mee beginnen?
Met een oudje, een hele vette dub track: Film van Pub. Ik vond dat ik minimaal één dubby nummer moest noemen, en dacht toen meteen aan Basic Channel, Maurizio, Convextion en nagenoeg alles van Monolake, maar dat kennen de meesten al wel. Wat ik zo bijzonder vind aan deze track? De dubby sounds op zich. Dit is verre van kaal, er zitten mooie akkoorden bij, en het klinkt anders dan de meeste dub techno. Normaal is het rechter en 'simpeler', dan drijft het meer op de beat en de dubby chords; dit is veel speelser. Veel techno dj's die ergens een opwarmset gaan doen, komen aanzetten met een set vol met Maurizio platen. Dan denk ik vaak: 'Kom op, man. Er is toch zo veel meer dan dat in die stijl?' Ik ben er zelf een gewoonte van gaan maken om in mijn opbouwsets in mijn eerste uur ook ambient en electronica te draaien. Oké, je moet er wel een beetje de tijd - een uur of drie - voor hebben om het te kunnen doen, en je moet het aandurven, want mensen willen vaak al vrij snel een kick horen, maar dat komt later op de avond vanzelf goed. Sfeer creëren is zo ongeveer het belangrijkste dat er is tijdens een avond, die kick komt écht wel.

Je mag in totaal negen tracks noemen. Kom maar door met nummer twee en drie.
Theme From: It's All Gone Pearshaped van Digital Justice is een fantastische track, gekocht eind jaren '90, toen ik echt alles aanschafte wat los en vast zat. Dit is uitgebracht op Derick May's label Fragile. Hoewel ik zelf weinig melodieuze Detroit draai, ga ik in dit interview toch veel Detroit platen noemen. Dit bezorgt me namelijk kippenvel, meteen in het begin al. Die akkoorden, de hele sfeer; het is zo intens. Hij is redelijk snel, dus je kunt 'm trouwens ook gewoon als intro van een set gebruiken, lekker laten lopen, en vervolgens gaan inmixen. Deze zou ook zo van Steve Rachmad kunnen zijn, hij draaide 'm vroeger veel. Nu we de track zo samen luisteren, vind ik het eigenlijk schandalig om 'm af te zetten, maar laten we verder gaan met 4Art, van een van mijn grote inspiratiebronnen Jeff Mills. Ik vind dit niet per se de beste track die Jeff ooit heeft gemaakt, maar het is er wel één die ik nog heel vaak draai en tijdloos is. Hij komt uit het jaar 1994, en uit deze stijl hebben daarna zo verschrikkelijk veel dj's en producers inspiratie gehaald; Bandulu en Jamie Bissmire's label Ground zijn hier de meest extreme voorbeelden van. Mills was in mijn ogen voorloper op het gebied van lopende trippy sounds.

Vier en vijf, we gaan goed.
Bellows van Morganistic, een alias van Luke Slater, is heel vet. Sowieso is het hele album Fluids Amniotic, waarvan 'ie afkomstig is, steengoed. Slater spotte hier destijds zo hard met de wetten van Jeff Mills en Robert Hood zelf. De track Bellows is typisch Robert Hood, maar dan veel meer uitgewerkt en gearrangeerd tot een track; veel minder een minimale tool, zoals Hood ze zelf altijd maakte. Luke Slater deed gewoon in 1994 al even dunnetjes over wat Mills en Hood zo goed konden, maar dan misschien nog wel extremer. De track Crimes & Misdemeanours had bijvoorbeeld ook zomaar van Mills zelf kunnen zijn. Ik heb dit album helemaal grijsgedraaid. Als vijfde moet ik van mezelf ook minimaal één nummer van Steve Rachmad noemen. Asphyx, gemaakt onder zijn alter ego Sterac, vind ik een van zijn allermooiste tracks. Ik denk dat ik van Steve met gemak vijftien mooiste tracks kan noemen, en ik heb denk bijna al zijn werk hier liggen, maar daar hoef ik me niet voor te schamen. Hij is in Nederland by far de beste technoproducer die we hebben en ooit zullen hebben. Alleen hij vat het hele spectrum van techno.

Wat is de laatste oude plaat waar we het over moeten hebben?
De laatste is er eentje van Carl Craig, met daarop de track Twilight. Hij is afkomstig van de EP Just Another Day, waarop vier hele vette nummers staan, maar Twilight raakt mij het meeste van allemaal. De harmonie en complexiteit van die track is ongekend. Het is eigenlijk heel erg staccato en freestyle in de baslijn en melodie, maar het klopt allemaal precies; ook al lijkt het af en toe niet te kloppen. Dit is echt een typerende track voor Carl Craig, zoals alleen hij die kan maken. Het is heel jazzy, maar dan in Detroit sferen. De laatste jaren volg ik Craig al een stuk minder en zijn beste tijd heeft hij voor mij wel gehad, maar dit blijft een beauty.

Welke nieuwe platen heb je onlangs nog binnengehengeld?
Het meesterwerk Sonno van Alessandro Cortini is voor mij nu al het vetste album van 2014. Het is muziek die te scharen valt onder de noemer ambient/drone/experimental. Ik vind het moeilijk om er één track uit te lichten, want ze zijn allemaal vet, en op een dusdanige manier gecompileerd dat het achter elkaar haast klinkt als een set. Het is enorm diep en intens, gaat vrij ver, maar blijft toch ingetogen. De man hierachter is een bandlid van Nine Inch Nails en dit is al zijn derde elektronische album, maar deze is nog veel sterker dan zijn eerste twee, die ook al tof waren. Ik kocht de plaat net voor de periode dat ik mijn goede vriend Tim (Van Nieburg, red.) verloor tijdens die vreselijke vliegramp met vluchtnummer MH17, en daarom zit er voor mij nu al een verhaal aan vast. Ik draaide dit album die weken minimaal drie keer per dag - net als de ambient set van Surgeon tijdens Freerotation overigens - en ik voelde mezelf op dat moment heel fijn bij deze sound. Het gaf me haast spirituele rust, waarmee ik probeerde te beseffen en verwerken wat er allemaal gebeurd was met Tim. En weken later besef ik het nog steeds niet helemaal. Over een paar weken ga ik Alessandro Cortini zien in Los Angeles tijdens mijn tour door Amerika, en daar kijk ik enorm naar uit.

We doen er nog twee om het niet af te leren.
Het album Talk To The Sea van Gigi Masin is schitterend. Die moet ik zeker noemen, en dan met name de track The Word Love. Zeker kopen deze. En als laatste kies ik voor werk van Relay, een van de vele alter ego's van Shifted. Ik ben fan van zijn iets obscuurdere werk zoals Covered In Sand en dus zijn laatste EP als Relay. Untitled 1 is een super diepe en trippy technotrack, een beetje in de stijl van het oude werk van Christian Bloch, Pacou en Steve Bicknell. Niet makkelijk draaibaar, maar wel heel erg vet. Untitled 2 is lekker bot stampen en een hele functionele tool, terwijl ik derde track - Untitled 3 - net zo vet vind als Untitled 1. Het doet me qua sound heel erg denken aan het oude werk van Luke Slater; super minimaal, maar heel erg funky. Je moet 'm alleen wel wat sneller draaien dan 'ie afspeelt in die suffe YouTube link, want anders dan val je in slaap op de dansvloer. Wil jij nog een biertje?

Ja, lijkt me lekker. Hey, veel liefhebbers kennen jou in combinatie met Jeroen Search, als Counterpart of A&S. Hoe is jullie band ooit ontstaan?
Steve Rachmad en ik draaiden eind jaren '90 veel muziek van Jeroen. Hij had toen zijn eigen label - Search - en zijn stijl was destijds heel erg gebaseerd op die van Robert Hood, maar dan wel met een ijzersterke eigen twist. Kennen deden we Jeroen allebei niet, we wisten alleen dat hij in Rotterdam woonde; er was weinig over hem bekend. Facebook bestond nog niet. Toen Steve en ik op een avond in de Mazzo stonden te draaien, hoorden we dat Jeroen er ook was. Ik raakte al snel met hem in gesprek aan de bar en voelde meteen een click. Hij stuurde me in de periode daarna veel muziek, er waren wat veranderingen rondom hem gaande, en ik gaf hem daar feedback op. Het waren woorden waar hij wat mee kon, in die zin dat hij me op een gegeven moment uitnodigde om samen muziek te gaan maken. Ik had nog nooit in mijn leven elektronische muziek gemaakt.

Hoe ging dat op muzikaal en persoonlijk vlak?
Op persoonlijk vlak was het meteen al raak, op muzikaal gebied moest ik nog veel leren. In 2004 doken we voor het eerst samen de studio in, Jeroen maakte toen al bijna tien jaar muziek; ik had vooral heel veel ideeën. Van techniek en apparaten had ik nog geen verstand, maar ik had wel een achtergrond als drummer en saxofonist. Of ik het makkelijk oppikte allemaal? Ik ben niet zo'n techneut, maar wat ik wel in me heb is gevoel voor timing, om zo dingen te arrangeren. Als we als Counterpart (live) of A&S (live) spelen dan doet Jeroen de laptop - Ableton - en wat hardware; ik doe de mixer en de 909. Uiteindelijk arrangeer ik dus het geheel en zo werken we al sinds we ooit samen begonnen. Het hele leerproces ging me naast Jeroen vrij natuurlijk af en ik weet ondertussen een stuk beter hoe ik met alle apparaten om moet gaan, maar er valt nog steeds genoeg te leren.

Waar willen jullie heen met A&S? En hoe zit het met Counterpart?
Toen we met het A&S label begonnen, deden we veel minder met ons Counterpart project, en vanwege het succes van de releases die verschenen op A&S besloten we om de Counterpart live-set te gaan verkopen als A&S live-set. Counterpart was toch meer Jeff Mills achtig, 90's Detroit based, terwijl A&S meer een combinatie is van minimale trippy geluiden, met af en toe zelfs een housy feeling erin. Natuurlijk zitten er ook harde stukken tussen, maar het heeft een vriendelijkere twist dan Counterpart. Op A&S komt, waarschijnlijk midden oktober, ons eerste album uit. Een driedubbelaar, met allemaal eigen werk. Daar ben ik echt trots op, en Jeroen ook. Er komen in totaal twintig tracks op het album, waarvan maximaal zes voor op de dansvloer, en voor de rest weirde, rare dingen; soundscapes en noem maar op. Het wordt echt een luisteralbum vol met elektronische techno. Het artwork is af en de mastering van de tracks is al gedaan, dus we liggen goed op schema. Verder doen we tijdens ADE een labelavond in de Parijse La Machine du Moulin Rouge, dat houdt in: een dj-set van Jeroen, een dj-set van mij, en een live-set als A&S. Daar kijk ik ook enorm naar uit.

De eerste release op je nieuwe eigen label ANGLS verschijnt deze week. Waarom ook nog een eigen label?
Omdat ik misschien wel te veel verbonden wordt aan Jeroen, niet negatief bedoeld hoor. Het was gewoon de hoogste tijd om óók iets voor mezelf te gaan doen. Een paar maanden geleden deed ik mijn Monomachine de studio uit, daar kocht ik de Evolver voor terug. Dat is best wel een complex apparaat, maar de geluiden die daaruit komen zijn meteen techno, anders dan bij de Monomachine. Toen ik ging jammen en daarna wat dingen opnam, vond ik bij het terugluisteren een paar tracks zo vet, dat ik ze zo snel mogelijk wilde uitbrengen. Maargoed, waar breng je dat dan snel uit? Dat kan dus alleen als je het zelf doet, anders duurt het minimaal een jaar. Of het niet prijzig is allemaal? Nee, ik heb een goede deal met mijn Duitse distributeur Decks, dus ik kan dit doen. Op het label verschijnt uitsluitend eigen werk, zo'n drie platen per jaar, en ik wil niet per se een bepaalde richting op. De derde EP moet bijvoorbeeld totaal anders kunnen zijn dan de eerste, waarop ik al veel positieve reacties heb gekregen van collega's die ik waardeer. Shifted vond het verrassend, omdat hij Jeff Mills achtige shit van me verwachtte, en ook Ben Klock en DVS1 waren heel snel met reageren. Zelfs Jeff Mills reageerde per mail. Dat is helemaal niks voor hem, Jeff doet zoiets nooit. Of hij draait het, of hij draait het niet. Ik ben blij dat ik deze stap heb gezet.

Stippel je voor jezelf een bepaalde route uit, en wil je nog een biertje?
Ja, kom maar door. En nee, niet in tijd gemeten. Ik plan eigenlijk helemaal niet, dat zit niet in me. In 2012 riep ik ergens in een interview dat ik in 2013 mijn eerste solo EP wilde uitbrengen en hij komt er nu pas aan; een jaar later. Tot een paar maanden geleden zou mijn eerste soloding op Traut Muzik van Jonas Kopp verschijnen, maar nu het idee om een eigen label te beginnen zo in een stroomversnelling is geraakt, verschijnen er twee achter elkaar in vrij korte tijd. Het komt allemaal wel wanneer het komt. Ik ben een slechte planner en dat wil ik zo houden. Gelukkig denkt mijn distributeur wel mee over de planning, dat scheelt. Dan plant er tenminste nog iemand.

Draaien of produceren?
Ik ben geneigd om meteen te gaan voor draaien, en ik heb ook echt moeten leren om een producer te zijn. Het wordt van je verwacht en het moet eigenlijk wel, maar ik heb daar wel flink de tijd voor nodig gehad. Nu vind ik het ontzettend leuk, ik begin niet voor niks ook een eigen label, maar ik blijf meer de dj. Toch wordt er heden ten dage als dj van je verwacht dat je óók producer bent. Je platen zijn je visitekaartje om dj-gigs binnen te slepen. Of er mensen zijn die puur en alleen worden geboekt vanwege hun dj-skills? De enige die nu in me opkomt is Ben UFO. Hij krijgt het voor elkaar en produceert niet, maar alle anderen maken ook muziek. Het moet gewoon, het hoort erbij.

Zelf speel je vaak live met Jeroen. Wanneer is iets 'live' in jouw ogen?
Ja, wanneer is iets live? Goede vraag. In mijn ogen is een artiest die enkel met zijn of haar laptop in het programma Ableton wat dingen doet niet live bezig. Lekker veel hardware en keihard jammen, dat hoort bij live spelen. De beste live-acts die ik ken zijn Juju & Jordash en Magic Mountain High, dat zijn allebei bijna volledige bands; die zijn zo verschrikkelijk goed. Zij spelen niet enkel wat platen af via een laptopje, maar freaken met hardware en vertellen een verhaal. Dat sommige collega's het wel doen en dat dan verkopen als een live-set - en daardoor geboekt worden én ermee wegkomen - snap ik niet.

Op wie moeten we goed letten de komende tijd?
Op mij. Ah, los van mij bedoel je? Op Stefan Vincent en Deniro. Twee Nederlandse jongens die steengoede techno maken, allebei veel talent hebben en weten hoe de vork in de steel zit.

Tot slot krijg je de kans om je eigen avond te organiseren. Welke negen acts, verspreid over twee zalen, nodig je uit in jouw bunker?
In de technozaal staan dan Jeff Mills met een extended-set, Steve Rachmad als zijn alter ego Sterac, Surgeon, Stanislav Tolkachev (live) en A&S (live). In de tweede zaal doet Surgeon eerder op de avond een ambient set zoals op Freerotation. Dat vul ik aan met Alessandro Cortini, Vatican Shadow en Monolake. Prima line-up, toch?!