Marc Cary vindt de vrijheid die hij zoekt in zijn muziek

“Mijn mentaliteit en de realiteit waar ik mee te maken heb botsen met elkaar”

Mark Bink ,

In Amsterdam vind je meer verschillende culturen dan in New York. Muzikanten van over de hele wereld komen naar onze stad om te laten horen wat ze in huis hebben. In de rubriek Mokum Melting Pot aandacht voor een keur aan stijlen, van jazz en funk tot niet-westerse muziek. Dit keer een gesprek met Marc Cary, toetsenist uit New York. Cary is van veel muzikale markten thuis en laat zich naast jazz beïnvloeden door o.a. Afrikaanse en Indiase muziek. 3voor12amsterdam sprak met hem over de invloeden uit zijn jeugd, mentorschap en zijn drang naar vrijheid. 23 oktober speelt het Marc Cary Focus Trio in het Bimhuis.

Als kind kwam u in aanraking met de Go-Go scene in Washington. Begon daar de ontwikkeling van uw brede muzieksmaak?
Die periode heeft absoluut bijgedragen aan mijn muzikale vorming, maar er zijn meer factoren die een rol hebben gespeeld. Mijn ouders zijn wereldburgers en zij hebben die houding, die manier van leven, op me overgedragen. Zij lieten mijn broer en mij muziek horen uit Brazilië, Peru; alle niet-Westerse muziek die je kunt bedenken. Het was alsof het bij ons uit de radio kwam. Daarnaast hoorde ik alles van George Duke en Chick Corea, tot Mahalia Jackson. En mijn familie is zelf ook zeer muzikaal. Niemand heeft me ooit gedwongen om iets te gaan doen met muziek, het gebeurde gewoon omdat het overal om me heen was. Daarbij groeide ik op in Washington D.C., een heel internationale stad. Dat beeld bestaat niet van Washington, maar als kind al kwam ik mensen tegen uit de hele wereld. Als gevolg van al die invloeden kun je me niet in een hokje stoppen, want ik pas er niet in.

Als u zichzelf zou moeten omschrijven, wat zou u dan zeggen?
Ik zou mezelf omschrijven als iemand die zeer zorgzaam, leergierig en gefocust is. Ik vind het belangrijk om te delen en ik verwacht dat ook van de mensen om me heen.

In een interview van zo’n vijf jaar geleden sprak u over uw mentoren, de mensen die u muzikaal op weg hebben geholpen, waaronder Abbey Lincoln. Bent u op dit moment zelf een mentor?
Ik ben al een mentor sinds mijn twaalfde; op dat moment startte ik een band. Daarbij heb ik jongere broertjes en zusjes, dus ik ben altijd in de positie geweest dat ik anderen help en mijn ervaring en kennis deel. Daarnaast heb ik de taak om de muziek van anderen door te geven. Abbey Lincoln heeft me gevraagd haar muziek te blijven spelen, zodat het blijft voortbestaan. Ook ben ik betrokken bij muziekprogramma’s ter nagedachtenis aan Betty Carter, en heb ik op die manier de laatste jaren 48 van de grootste jonge muzikale talenten mogen ontmoeten. Ik ben dus zelf in de loop van de tijd op verschillende manieren een mentor geweest.

Was er van alle jonge talenten één persoon die u in het bijzonder is bijgebleven?
Er zaten zoveel getalenteerde mensen tussen dat het moeilijk is om er een te noemen, maar de eerste die me te binnen schiet is Jazzmeia Horn, een zangeres. Zij begreep als geen ander hoe ze de muziek van Betty Carter moest vertolken. Ze probeerde Betty niet te imiteren, maar wist de essentie van Betty’s muziek te benaderen terwijl ze er haar eigen ding van maakte.

Ik las de volgende quote van u “I used to ride motorcycles. There is a point where you are at the mercy of the bike – you jump over something, you’re in the air, you don’t know what’s going to happen. But you enjoy the whole thing without anticipating. You just react to it. I will have accomplished my goals as a musician, to this point, if I can reach that.” Wat bedoelt u daar precies mee?
Ik denk dat je niets in het leven kunt controleren. Het beste wat je in mijn beleving kunt doen, is zorgen dat je klaar bent om te reageren op wat zich aandient. En dat niet op een statische, maar op een vloeiende manier, zodat het kan stromen.

Uw debuut is alweer bijna 20 jaar oud. Hoe houdt u het muzikaal gezien interessant voor uzelf?
Het moeilijkste voor mij is in deze wereld te leven, maar muziek maakt het dragelijker. Het beslaat een zeer groot deel van mijn bestaan; ik ben er op bijna elk denkbare manier mee bezig. Ik bouw zelf instrumenten, bedenk software, maak muziek en geef les. Ik schrijf niet alleen nieuwe muziek; ik wil elk aspect ervan leren kennen. En ook al zou ik me alleen bezighouden met pianospelen, dan zou me dat niet gaan vervelen, want er is enorm veel materiaal dat je kunt bestuderen.

Waarom vindt u het moeilijk te leven in deze wereld?
Ik hecht veel waarde aan vrijheid, maar ik heb het gevoel op veel manieren te worden beperkt. Om van het ene naar het andere land te komen heb ik een paspoort nodig en als ik door mijn eigen buurt loop, moet ik mijn ID laten zien. Mijn mentaliteit en de realiteit waar ik mee te maken heb botsen met elkaar. We zijn niet zo vrij als ons wordt voorgehouden. Muziek geeft me een gevoel van vrijheid. Het geeft me de vrijheid om me zo goed mogelijk uit te drukken, zoals ik dat alleen kan via muziek. Taal is beperkt, er zijn niet genoeg woorden om te verwoorden wat ik precies voel. Ik kan een goede omschrijving geven, maar via muziek kan ik meer in detail overbrengen wat ik voel.

U heeft met veel verschillende mensen samengewerkt, waaronder Q-tip, Meshell Ndegeocello en Ani Difranco. Wie van deze mensen heeft u in het bijzonder geïnspireerd?
Niet iedereen was even inspirerend. In sommige gevallen was een samenwerking voor ons beiden een opstapje en in andere situaties had een samenwerking veel betekenis, zoals in het geval van Sekou Sundiata. We voelden ons heel verwant met elkaar. Hij was heel goed met woorden en muziek; ik mis hem. We spraken dagelijks met elkaar over het leven. Hij heeft zoveel meegemaakt én overwonnen. Jij en ik waren er onder dezelfde omstandigheden misschien al lang mee gekapt, maar Sekou wist niet van ophouden. Hij overwon een heroïneverslaving en de kanker die hij overhield aan zijn drugsgebruik. Daarna werkte zijn nier niet meer en kreeg hij een nieuwe. Vervolgens brak hij zijn nek, maar ook dat kwam hij te boven. Later kreeg hij twee hartaanvallen. De eerste overleefde hij, de tweede werd hem fataal. Tussen al deze gebeurtenissen door werkte hij als dichter, muzikant en docent. En hij bleef optimistisch: hij had altijd een glimlach op zijn gezicht als ik hem tegenkwam. Hij is voor mij het voorbeeld van iemand die zich er niet onder liet krijgen, een bijzonder inspirerende man.

Wat zijn uw plannen voor de komende tijd?
Rond 31 oktober is de release van een nieuw album van mijn band Cosmic Indigenous. Verder breng ik binnenkort Rhodes Ahead Vol. 2 uit, vijftien jaar na deel 1. Na mijn komende tour ga ik aan de slag met een plaat waarop ik aandacht wil besteden aan de muziek die mij geïnspireerd heeft en die me de artiest heeft gemaakt die ik vandaag de dag ben. 2015 wordt een bijzonder jaar voor me, dan vier ik mijn twintigjarig jubileum als artiest. Er is veel gebeurd in de afgelopen decennia en tegelijkertijd zijn de jaren omgevlogen.

Marc Cary Focus Trio, 23 oktober 2014, 20:30 uur, Bimhuis