Wanneer kwam u op het idee voor het Orkestra Rumpilezz?
Ik kreeg het idee in 1986 toen ik in Wenen woonde en daar studeerde aan het Franz Schubert Konservatorium. Ik vond de mix van Afro-Braziliaanse muziek en jazz altijd al interessant. In Oostenrijk had ik de ruimte om te experimenteren en kwam ik op het idee om een bigband te vormen naar Amerikaans voorbeeld. In 2006 was het eindelijk zover; de oprichting van Orkestra Rumpilezz.
Wat inspireert u bij het schrijven van de muziek voor het orkest?
Een van mijn inspiratiebronnen is de Afro-Braziliaanse muziek uit Bahia, in het oosten van Brazilië. Deze muziek bestaat uit twee stromingen; een religieuze, Candomblé genaamd enerzijds en de muziek die is ontstaan op straat en wordt vertegenwoordigd door bands als Olodum anderzijds. Die twee varianten heb ik gecombineerd met jazz. Afro-Braziliaanse muziek en jazz hebben dezelfde wortels; de diaspora van Afrikaanse slaven naar de Amerika’s.
Hoe vertaalt de kennis die u heeft over dit onderwerp zich in muziek voor het orkest?
Het is een natuurlijk proces, iets waar ik bewust of onbewust al mijn hele leven mee bezig ben. Al zo lang ik me kan herinneren speel ik percussie en op mijn twaalfde begon ik mee te doen met een Afro-Braziliaans orkest op school. Toen ik rond mijn 25ste naar Wenen ging heb ik daar klassieke Europese muziek gestudeerd. De combinatie van Afro-Braziliaanse muziek, jazz en klassieke Europese muziek vormt de basis voor Orkestra Rumpilezz.
Zit er een gedachte achter deze combinatie van stijlen, of gaat het u puur om het plezier van muziek maken?
Mijn hoofddoel is het publiek bewust te maken van de achtergrond van Afro-Braziliaanse muziek. Veel mensen denken dat deze muziek ongeorganiseerd is, dat ‘t geen structuur en regels kent. Op muziekscholen wordt hier te weinig aandacht aan besteed. Ik wil ervoor zorgen dat de volgende generatie de mogelijkheid krijgt meer te leren over Afro-Braziliaanse muziek als kunstvorm.