Catrin Finch en Seckou Keita, twee muzikale werelden die samenkomen

"Ik was opgelucht toen Catrin haar bladmuziek weggooide"

Mark Bink ,

In Amsterdam vind je meer verschillende culturen dan in New York. Muzikanten van over de hele wereld komen naar onze stad om te laten horen wat ze in huis hebben. In de rubriek Mokum Melting Pot aandacht voor een keur aan stijlen, van jazz en funk tot niet-westerse muziek. Dit keer een gesprek met een duo dat twee muzikale werelden samenbrengt; Catrin Finch uit Wales, een van de beste jonge klassiek geschoolde harpisten en Seckou Keita, afkomstig uit Senegal, woonachtig in Engeland en een van meest gewaardeerde kora-spelers buiten West-Afrika. Hoewel je in eerste instantie wellicht niet veel overeenkomsten ziet tussen Wales en Senegal, blijkt het muzikaal gezien bijzonder goed te klikken. Aanstaande zaterdag 11 oktober treden zij op in het Bimhuis.

Wanneer hebben jullie elkaar ontmoet en hoe kwamen jullie op het idee om samen te werken?
Finch: Iemand van Mwldan, een cultureel centrum in Cardigan, Wales, kwam op het idee voor een project om de harp en de kora te combineren en bracht ons begin 2013 samen. We bleken muzikaal op een lijn te zitten en hebben toen een paar concerten gegeven. Later dat jaar namen we een album op, Clychan Dibon. Na ons optreden op Womex is het echt gaan lopen en sindsdien hebben we al 54 keer opgetreden.

Jullie hebben een totaal andere muzikale achtergrond. Hoe breng je die twee werelden samen?
Finch: Mijn opleiding verliep via cijfers, examens en competities. Op m’n zestiende begon ik een tweejarige opleiding aan een muziekschool en daarna studeerde ik vier jaar aan de Royal Academy of Music.
Keita: Bij mij ging dat heel anders; ik kan bijvoorbeeld geen noten lezen. Ik kom uit een familie van griots, verhalenvertellers die zichzelf vaak begeleiden door middel van een muziekinstrument. Het bespelen van de kora wordt bij ons thuis van generatie op generatie overgedragen.
Finch: Toen we begonnen aan onze samenwerking, had ik de neiging al onze ideeën op te schrijven. Ik kwam er achter dat dit niet werkte; het is bijna onmogelijk Seckou’s stijl, en de ritmes die hij speelt, vast te leggen. Ik heb geleerd onze muziek puur en alleen te benaderen op mijn gehoor. Dat was voor mij een heel nieuwe manier om muziek te leren spelen.

Hoe gaat dat als jullie optreden? Is het een kwestie van veel oefenen zodat je onthoudt hoe je bepaalde stukken speelt, of improviseren jullie vooral?
Finch: We hebben per stuk een bepaalde structuur die steeds meer vast komt te liggen in je geheugen omdat we veel samenspelen, maar we improviseren ook veel. Het verrassingselement maakt een belangrijk onderdeel uit van onze muziek. Zo houden we elkaar scherp en dagen we onszelf uit.

Seckou, hoe is het voor jou om samen te werken met iemand met zo’n andere muzikale achtergrond?
Keita: Ik vind het een heel interessante ervaring. Eerlijk gezegd was ik opgelucht toen Catrin haar bladmuziek weggooide. Ik merk dat het steeds natuurlijker aanvoelt als we improviseren, omdat we inmiddels al bijna twee jaar samenspelen. Ik ben onder de indruk van haar techniek en vraag me soms af of ik dat ooit zou kunnen leren.

Als jullie werken aan een nieuw stuk, hoe komt dat dan tot stand?
Finch: Dat proces is gaandeweg veranderd. In het begin was oude muziek ons uitgangspunt. Seckou bracht Mandin-muziek in en ik zorgde voor oude Keltische stukken. Dat combineerden we en ontwikkelden we tot iets nieuws. Ondertussen is het een creatiever proces; we werken bijvoorbeeld ideeën uit die ontstaan tijdens oefensessies. We baseren ons nu minder op muziek uit het verleden.

Was dat het doel; gaandeweg steeds meer jullie eigen muziek schrijven?
Finch: Wat mij betreft niet. Ik ben deze samenwerking heel open aangegaan, zonder een duidelijk doel of bepaalde verwachtingen.
Keita: Dat geldt ook voor mij. We waren allebei gewoon nieuwsgierig naar wat het ons zou brengen. Wat mij heeft verbaasd is de overeenkomst tussen traditionele Keltische muziek en Mandin uit West-Afrika. Dat gaat terug tot de vijftiende eeuw. In die tijd was er voor zover ik weet geen contact tussen mensen uit Wales en Senegal en toch zijn er veel verbanden te vinden tussen de muziek uit deze twee delen van de wereld. Dat versterkt mijn idee dat alle muziek is terug te voeren op een en dezelfde bron.

Zit er een boodschap in jullie muziek?
Finch: Ik geloof niet dat we een onderliggende boodschap hebben die we proberen over te brengen. We vinden het interessant om deze twee instrumenten te combineren en dat was ook het oorspronkelijke doel van dit project, als je al echt van een doel kunt spreken. We hebben een drukke periode achter de rug met veel optredens en we zijn blij met de vele positieve reacties. We krijgen regelmatig de vraag hoe je onze muziek kunt omschrijven, maar daar hebben we zelf ook niet echt een antwoord op. Het is een brede mix. We zijn genomineerd voor folk-awards, maar ook voor wereldmuziek-awards en we hebben gespeeld bij radiostations voor klassieke muziek.

Hebben jullie al plannen voor een volgende plaat?
Keita: We hebben nog geen duidelijke plannen en hebben los van elkaar ook een eigen carrière. We zien wel hoe het loopt.
Finch: We spelen live wel nieuwe stukken die niet op ons album staan en we denken na over een nieuwe plaat, maar er zijn nog geen concrete plannen. We hebben het allebei druk, dus zal het er vooral van af hangen of we de tijd vinden om opnieuw samen de studio in te duiken, maar ik sluit het zeker niet uit. De samenwerking is nu al een veel groter succes dan we van tevoren hadden verwacht.

Catrin Finch & Seckou Keita, zaterdag 11 oktober 2014, 20:30 uur, Bimhuis