Sound Of The Underground

Van atoomkelder tot experimentele broedplaats

Ada Siebelink ,

Sound Of The Underground (SOTU) is een initiatief van verschillende Amsterdamse culturele instellingen die samen een geheel van nieuwe, alternatieve en zelfstandige acts presenteren, verspreid over verschillende podia in Amsterdam. Eén van die locaties is de Vondelbunker, een zaaltje onder de brug in het Vondelpark, waar vanavond Mirror Talk optrad.

De Vondelbunker, die verstopt zit onder de brug van de Van Baerlestraat, werd oorspronkelijk in de jaren ‘50 oorspronkelijk gebouwd als schuilkelder tegen atoomwapenaanvallen. Later is deze omgebouwd tot het eerste jongerencentrum in Amsterdam. Lijn 3 en 12 denderen er dagelijks overheen. Je loopt er makkelijk voorbij, zonder de ruimte op te merken, ook het paadje naar de ingang is tamelijk beschut. Wie de toch al mysterieuze bunker binnenloopt tijdens de set van het Amsterdamse Laser Poodle, zou zomaar kunnen denken dat hij terecht is gekomen in een of andere duistere cultmeeting. En hoewel er niks sektarisch aan de gang is, proef je toch een heel andere sfeer dan in de gemiddelde concertzaal. Een punkclubhuis annex poptempel lijkt voor dit pand de beste beschrijving.

Na Laser Poodle speelt de Duitser Dominik Noé a.k.a Mirror Talk. In zijn eentje creëert hij duistere elektronische muziek die meteen doet denken aan Kraftwerk en waarin Depeche Mode op zijn depressiefst nooit ver weg is. Toch is dat zeker niet alles. Zijn muziek kent ook een andere typerende eigenschap van de elektronische muziek uit de jaren ’80: De vrolijk klinkende synthesizerriedeltjes zijn namelijk ook door zijn heftige en donkere werk vervlochten. Ook reflecterende draden en flessen vloeistof zorgen in de zaal voor een ietwat vervreemdende indruk en een sterk associatieve sfeer.

Dominik Noé groeide op in het Duitse dorp Bavaria, waar hij hoofdzakelijk luisterde naar klassieke muziek. Het bombastische van Bruckner en Mahler klinken absoluut door in de composities van Mirror Talk, al geeft hij zelf aan van niet. "Ik componeer niet geïnspireerd door andere muziek. Ik componeer op associaties en herinneringen. Die probeer ik dan naar muziek te vertalen."

Noé, die eerder in het experimentele collectief Wooden Veils zat, is bewust solo gegaan: "Wooden Veil was heel te experimenteel en moeilijk toegankelijk. Ik wil daarentegen meer componeren; nummers die een duidelijk begin en een eind hebben."