PLAY dag 1: Overleden culthelden en springende honden hebben de blues

Blaze Foley en DeWolff leggen de nukken van de lokale held bloot

Tekst: Armande Harmsen en Robbie van Zoggel | Beeld: Bram Busink ,

"De film is geslaagd want iedereen loopt lachend de deur uit", aldus regisseur Kevin Triplett na afloop van zijn film over de erg jong overleden Amerikaanse bluesbelofte Blaze Foley. Een paar uur later dompelen we wat dichter bij huis in de blues bij DeWolff, de openingsfilm van deze eerste avond van Play, en zien we hoe de Limburgse popsensatie van 2011 gebukt gaat onder de kracht van haar eigen Blitzkrieg.

Blaze Foley en DeWolff leggen de nukken van de lokale held bloot

-foto's volgen onder de tekst-

"De film is geslaagd want iedereen loopt lachend de deur uit", aldus regisseur Kevin Triplett na afloop van zijn film over de erg jong overleden Amerikaanse bluesbelofte Blaze Foley. Een paar uur later dompelen we wat dichter bij huis in de blues bij DeWolff, de openingsfilm van deze eerste avond van Play, en zien we hoe de Limburgse popsensatie van 2011 gebukt gaat onder de kracht van haar eigen Blitzkrieg.

Blaze Foley: A Duct Tape Messiah
Om twaalf uur, lang voor de openingsceremonie waar DeWolff, de eerste officiële film van Play, in wereldpremiere gaat, heeft het eerste handje vol cinefielen hun weg in de Melkweg al gevonden. Net als IDFA betekent cultuursnuiven op Play midden op de dag starten met een marathon: in je eigen tempo, met diverse pauzes voor warme chocolademelk en een babbel en in het geval van Play: met veel live muziek.

Tegen de avond stuit je bij de ingang van de Melkweg op een man behangen met reclameborden over borst en rug. Het is geen obsessieve groupie maar de Amerikaanse producent die zijn film Blaze Foley: A Duct Tape Messiah aan de straatsteen verkoopt. De film met aansluitend liveoptreden gaat na vandaag nog 3 keer in reprise dus alle promotie is meegenomen. Een paar minuten later schaart hij zich in de theaterzaal bij regisseur Kevin Tripplett en muzikant Gurf Morlix, en wordt de voltallige delegatie van deze IDFA PLAY Award-genomineerde film geïntroduceerd aan het publiek.

Het affiche dat programmeur Martijn te Pas ons voorspiegelt is interessant: het verhaal over de mislukte carriere en de vroege dood van Texaanse singer songwriter Blaze Foley belooft opbeurend te worden en aansluitend is er live muziek uit Foley's oeuvre verzorgd door Morlix, Foley's beste vriend. Voor iemand die pech als 'middle name' draagt (kinderpolio, dikkerdje, drankorgel en uiteindelijk de kogel) slaagt Triplett er inderdaad in om een levensloop neer te zetten die niet zozeer sneuheid etaleert maar juist het aandoenlijke en vertederende in ieder mens naar boven haalt.

Blaze Foley in betere tijden
facebook

Triplett heeft 12 jaar vrije tijd opgeofferd om Foley's verhaal te verfilmen. "De eerst en laatste film in mijn leven", aldus de regisseur die in het dagelijkse leven ICT-specialist is. Tijdens de research werd duidelijk dat iedereen Blaze kende en evenveel potentie had als Willy Nelson en ander countryzangers uit het midwesten van de VS. Velen brengen zijn vaste uiterlijk van de 'duct tape om zijn mouw en enkels' te berde. Een gimmick die hem tot na zijn dood bleef achtervolgen: diezelfde duct tape werd gebruikt om zijn kist vol te plakken met zijn songteksten.   

Een zegen voor de film is de bijdrage Foley's lange tijd onvindbare vriendin Sybil Rosen. Ze vult met talrijke anekdotes, een opmerkelijk lachje een goeie snik op zijn tijd de leegtes op van Foley's troebele privéleven. Langzaam komen we er achter dat de zachtaardige troubadour in Foley nooit een beroemdheid kon worden -te onaangepast en te zelfdestructief- maar desondanks alles in zich heeft om voor altijd een legende te blijven. Intussen wordt Foley's muziek (veelal alleen op cassettebandjes) succesvol uitgebracht met een voortrekkende rol van Morlix. De film inclusief optreden wordt nog 3 keer opgevoerd: 20 en 23 november in de Brakke Grond en 26 november in Tuschinksi 6.

DeWolff
DeWolff is een documentaire over de bandleden, broers Pablo en Luca van de Poel en vriend Robin Piso tijdens een aantal voorbereidingsmomenten naar hun live shows toe. De band is opgericht in 2007 en komt uit het zuiden, Limburg welteverstaan. Kenmerkend is dat het trio, wat relatief jong is (tussen de 19-21 jaar oud), muziek maken uit de tijd van Jim Morrisson en The Doors. Oude zielen die zich huisvesten in een jong lichaam, is misschien de beste manier om deze getalenteerde heren te omschrijven. Hun muziekstijl omschrijven ze zelf als ‘rauw, psychedelische space rock ’n roll, maar wel onderhoudend’. Met inmiddels twee albums op zak zijn de jonge honden opnieuw de studio in gedoken voor de opnames van een derde album. De release staat gepland voor begin 2012.

De 80 minuten durende documentaire die wordt gepresenteerd op de openingsavond van Play, geregisseerd door Carin Goeijers, is tot stand gekomen na het verzamelen van 100 uur aan filmmateriaal vanaf begin 2010. De documentaire start met een scene onderweg, waar de jongens van DeWolff van hun manager horen dat ze op Pinkpop mogen gaan spelen. Vanaf dat moment worden ze gevolgd bij Lowlands, Sziget, als voorprogramma van de Black Keys in de HMH en worden live opnames gecombineerd met beelden van het alledaagse.

Wat de documentaire neerzet is een verifiëring van het contrast tussen de ‘oude’ muziek die zij maken met de bevestiging hoe getalenteerd deze jongens zijn, met daar tegenover beelden uit hun leven als ‘reguliere pubers’. Een combinatie van prachtige live beelden met effects die een –bij hun invloeden passende- sfeer overbrengen, maar ook de ‘group hugs’ voor en na de optredens, de onzekerheden en discussies met de manager vooraf en het praten over rock ’n roll gedrag dat eigenlijk niet toelaatbaar is. Daar tegenover dan alledaagse beelden van de jongens thuis, hun toewijding aan de band en keuzes die zij daarvoor hebben gemaakt, maar ook beelden op school, het vriendinnetje dat voor een paar maanden naar het buitenland vertrekt en ‘ge-etter’ tussen de jongens zelf. Naar voren komt hoe onbevangen en soms wereldvreemd deze jonkies nog zijn, wat tegelijkertijd aandoenlijk is en wat een tegenstelling dit is bij de soort muziek die zij maken. De film draait de komende week nog 4 keer tijdens IDFA.

Muziek in en uit elke hoek
Wat Play speciaal maakt en wat tijdens en na de films op deze eerste dag goed aanslaat zijn de live optredens. De meeste documentaires van dit festival worden opgevolgd door een muzikaal staartje van het onderwerp uit de film. Dit zorgt voor een vreemd en bijna onrealistisch beeld bij DeWolff: de heren geven een strak optreden en als kijker geeft de combinatie van film met muziek even de indruk alsof je de band wat beter hebt leren kennen. Een fijne potje country bij Blaze Foley en de zijstraten die bewandeld worden met de progressieve jazz van Finn Silver en de orchestrale filmscores van B-movie Orchestra geven de zalen in de Melkweg de juiste bezetting.

De komende dagen zijn er nog meer films met aansluitende liveacts, waaronder Happy Camper, A Tribe Called Quest en Elle Bandita.  Benieuwd of Play dit weekend de typische sfeer en drukte die bij dit festival horen aan weet te vullen met een hoop publiek, zodat na dit weekend alvast een optie genomen kan worden op een tweede editie.