Geile punkhoppers breken los

The Don’t Touch My Croque Monsieurs samen met hun boy Ome Omar in Panama

Tekst: Yuri van de Horst | Beeld: Sarah Oranje ,

Contrasterende genres worden samengevoegd tot een bonte donderdagavond in de Panama. Ze schudt op haar grondvesten wanneer The Don’t Touch My Croque Monsieurs beginnen met spelen. De supporting act Ome Omar maakt het publiek warm met hiphop, waarna de zaal wordt gevuld met testosteron-punk.

The Don’t Touch My Croque Monsieurs samen met hun boy Ome Omar in Panama

Ome Omar loopt ongeduldig bier te drinken terwijl DJ Leee plaatjes draait. De zaal is nog tamelijk leeg, toch stapt Omar (ook bekend als Superkanjer) het podium op om het schamele publiek te vermaken. Dat doet hij goed want weldra staat de hele Panama te bouncen in plaats van aan de bar te drinken. Voor alle hiphopleken neemt Ome Omar de moeite om alle straattaal even uit te leggen. Dit wordt geen lesje hedendaags Nederlands, dit heeft hij mooi verpakt in een rap. Ome Omar heeft zeker de swag , ware het niet dat het gros van zijn show klinkt als een brei van gemompel.

Tussen de twee acts door krijgt het publiek genoeg gelegenheid om terug te keren naar hun koude startpositie. De dansvloer is weliswaar lekker groot maar toch is er genoeg accommodatie aanwezig voor muurbloempjes, in de vorm van twee langgerekte rode leren banken.

Maar dan begint TDTMCM (sinds kort ook aan de twitter overigens) om de laatste introverte gasten mee te krijgen. Het valt direct op hoeveel vrouwelijk schoon de band wel niet aan trekt. Dit gegeven en de naam van de band maakt al razend enthousiast. Zanger Abel stond net al naast Ome Omar op het podium -één grote collaboratie dus- maar met zijn tosti's vaart hij duidelijk een andere koers. Met een retro Flying V-gitaar aan de schouders, tandenstoker in de mond en Rayban op de neus lijkt gitarist Kaj op een Noorse houthakkergod. Het feit dat de hele band deze Rayban- en tandenstokerlook heeft verhoogt een beetje het boybandgehalte, iets wat je niet direct verwacht van deze revolutionaire jongemannen, maar wat -na verkleedpartijtjes bij eerdere optredens- inmiddels wel hun handelsmerk is geworden.

Na een paar uurtjes hiphop ondergaat Panama een mood swing in wat het best te omschrijven valt als expressionistische geilzwetende punkhop. En natuurlijk is het ontzettend rock&roll om laks om te gaan met de apparatuur, het is tenslotte toch eigendom van de Panama. De band bestaat uit de basic setting van zanger, bassist, drummer en gitarist, een onovertroffen combinatie die nog altijd het hardst overkomt. Intussen staat Ome Omar bescheiden op de achtergrond met een microfoon in zijn hand. Het is een geil zootje en de bassist staat te stuiptrekken; een lust voor het oog.

Enkel bij vlagen is er iets van de tekst op te vangen. Waar dit bij hiphop de strop betekent is dit bij punk haast noodzaak en wordt de zaal vooral blij verrast van een paar hele creatieve tempowisselingen. De breaks en overgangen passen heerlijk. Het klinkt als dronkenmansmuziek, toch zou geen b.o.b. het strakker spelen dan zij. De nummers lopen strak en gesmeerd, de zanger klinkt geolied en trekt in één razendsnelle handbeweging zijn shirt uit. 

Ondanks dat ze weinig energie uit het publiek krijgen is de show spectaculair. Met hier en daar een 'stookintermezzo' (waar je dacht dat die tandenstokers alleen voor de fashion waren) houdt de vloedgolf van muziek en performance niet op. Het overmatig schelden lijkt daarbij dan verder overbodig, maar al met al is het een act met heerlijke samenhangende herrie en onsamenhangende teksten. En dit levert een verrassend leuk avondje op.

Gezien: TDTMCM, Panama, 3 februari 2011