Voltt Loves Summer en techno nog altijd in de lift

Zo'n 20.000 man op de been voor dwarsdoorsnee van huidige techno-aanbod

Ralph-Hermen Huiskamp ,

Voltt is inmiddels een van de gevestigde namen in het festivallandschap. Door een gelukje wist het festival twee headliners te boeken voor het verplaatste hoofdpodium, maar ook daaromheen is er voor ieder wat wils. Soms wat meer richting house, soms wat meer richting electro, maar altijd met techno als het solide fundament. Daartegenover staat dat het weer niet echt meehelpt, de geliefde helling is gesloten, en de concurrentie onder de dancefestivals intussen moordend is. Ondanks de goede staat van dienst van Voltt wordt het dus toch spannend of het festival zijn naam kan waarmaken.

Een vol blokkenschema, met bijna non-stop lastige keuzes. Kompakt-baas Michael Mayer, of toch Eric Cloutier bijvoorbeeld? Die laatste dus. De Amerikaan volgde misschien wel de gouden technoroute: groeide op in Detroit, maakte een tussenstop in New York en woont inmiddels in Berlijn. Toch is de set van Cloutier alles behalve standaard. Ondanks dat de uitbundig getatoeeerde vinylpurist weinig eigen producties op zijn naam heeft, heeft hij een opvallend eigen stijl. Hard, donker, maar met meer details en veel organischer dan je zou verwachten. Om de almaar door rammende 4/4 heen gebeurt er van alles. Richting het einde zwermt de percussie langzaam uit en sijpelen er steeds meer melodieën de tent binnen. Met een iets groter slot zou hij misschien uitgroeien tot een hoogtepunt, nu smaakt het vooral naar meer.

Kenmerkend voor het volle programma is dat er tegelijk met Sven Väth drie live-acts geprogrammeerd staan. Het trucje van Gui Boratto is echter inmiddels wel bekend, van Dense & Pika weet je inmiddels ook wel wat je kan verwachten, en dus wordt het Bob Moses. Een goede keus zo blijkt. Het duo laat zien dat het nog steeds wat voorbarig is om deep house af te schrijven. Er zijn inderdaad wat handige jongens met saxofoons en dwarsfluiten aan de haal gegaan met het genre, er zijn wat ongeïnspireerde grote namen zichzelf gaan herhalen, maar er zijn ook jonge gasten die wel weer een toffe draai aan het genre kunnen geven. Zoals hier. De verdeling onder de twee is duidelijk. De een regelt de knoppen, de ander legt accenten op gitaar en zingt. De potentie voor een echte doorbraak is er. Gelikte licks, opzwepende gebaartjes alsof ze voor een enorm festivalterrein staan in plaats van het kleinste Vollt- tentje, en een handvol prima tracks. Het mist alleen nog aan een echte hit, en aan de kunst van het doseren. Hoe goed de zanger het ook doet: als hij iets vaker zwijgt, zou zijn zang een stuk meer impact krijgen dan nu. 

Toeval of niet, als I Tjing-aanhanger Awanto 3 op het Plek achter de draaitafels klimt schittert de zon opeens over het IJ. De juiste plek op het perfecte moment voor een set van drie uur voor de oud-Amsterdammer. Toch loopt het terrein voor het toch al niet drukke podium massaal leeg. De memo dat zijn album is genomineerd voor een 3voor12 Award zal wel niet zijn aangekomen bij de Voltt-bezoekers, maar hij maakt het ze ook niet makkelijk. Vrolijk rammelende house, een verdwaalde hiphop track, iets wat klinkt als een vergeten clubbanger uit Zuid Amerika. Heel erg tof, maar geen reden voor de meeste bezoekers om te blijven plakken. Zonde, maar gezien de moordende concurrentie op het tijdstip wel begrijpelijk.

Ongeveer tegelijk op het hoofdpodium heeft Richie Hawtin namelijk het volledige terrein vol getrokken. Logisch voor een headliner, maar het knaagt ook wel een beetje. Hoe strak het allemaal ook weer in elkaar zit, echt spannend is het niet meer. De oude rot lijkt toch net iets te plichtmatig zijn pony opzij te zwiepen om zijn eigen kunstje voor de zoveelste keer op te voeren. 

Nee, dan Happa. Waarschijnlijk de jongste boeking op Voltt, zeker niet de beste, maar wel een die de komende jaren ongetwijfeld alleen maar gaat groeien en beter zal worden. Echt een set lang boeien is nog wat veel gevraagd: de afwisseling gaat wat ten koste van het geheel en de overgangen zijn niet heel interessant. Toch blijft het mooi dat zo’n jong gastje (17), met zo’n uitgesproken donker geluid al een tent onder de duim heeft.

Het echte vuurwerk vindt uiteindelijk iets verderop plaats: in de X-tent bij Mano Le Tough. Het genie van de Ier zit hem in het gemak waarmee hij zijn set afwisselend laat zijn, zonder het geheel uit het oog te verliezen. Anders dan in zijn eigen producties gaat hij in zijn set veel meer richting het stevigere ramwerk, waardoor zijn eigen tracks en remixes met vocals elke keer weer als een enorme opluchting aanvoelen. Geholpen door een prima lichtshow weet hij in de grootste tent van het terrein uiteindelijk een intieme clubsfeer te creëren. Knap, zo vanaf een verhoogd podium. Kenmerkend voor zijn set is de afsluiter. Caribou’s Can’t Do Without You voelde zelfs in Daphni’s set op Dekmantel als een verplicht knuffelmomentje. In handen van Mano Le Tough valt de track precies op zijn plek en vormt hij uiteindelijk het hoogtepunt van de de dag. En dat zonder ook maar één moment geforceerd of gemakzuchtig aan te voelen.

Als afsluiters is er vervolgens weer voor ieder wat wils. Joseph Capriati trakteert het hoofdpodium op een prima dosis techno en Dixon doet wat hij het best doet: het publiek aan de hand de diepte in sleuren met een geslaagde plaatkeuze. Maar heel verrassend zijn beiden niet. Dan is Tiga verrassend genoeg spannender. De Canadees was ooit een electroprins en maakte af en toe wat uitstapjes naar techno. Nu lijkt hij beide werelden bij elkaar te brengen. In de bloedhete tent, lurkend aan een flinke fles water en zijn gezicht verstopt onder een petje probeert hij het uit alle macht. Spannend. Het knettert, het vonkt, maar uiteindelijk slaat nergens echt de vlam echt in de pan. Het lijkt er vooral op dat hij een weg in is geslagen die uiteindelijk iets moois op gaat leveren. Voor nu is het nog geen jackpot. Hij lijkt overigens opvallend tevreden met zijn nieuwe hit. In de eerste 20 minuten komt hij twee keer langs, en telkens gaat het publiek er als een, uhm, Bugatti op.  

Zelfs ondanks de kleine buitjes kan Voltt terugkijken op een geslaagde editie. Het gemis van de Helling werd goed opgevangen, het festival is weer gegroeid, en er lijkt nog steeds rek in te zitten. Ondanks dat het programma niet zo cutting edge is als sommige concurenten biedt het wel een geslaagde mix van toegankelijke techno en house voor de instappers, de verplichte grote namen en interessante kleine acts. Dat het aan het eind van de avond chaos is bij de pont is zuur, maar niet helemaal in handen van de organisatie. De grote chaos bij de munten was dan vervelender, maar zelfs dat kan de pret niet drukken. Met plannen voor een weekender op een nieuwe locatie lijkt Voltt er voorlopig zelf ook alle vertrouwen in te hebben. Terecht, na zo'n festivaldag.