Er komen steeds mensen binnen druppelen die elkaar enthousiast begroeten alsof het de beste vrienden zijn en ze elkaar al jaren niet meer hebben gezien. Ze hebben elkaar zo veel te vertellen. Het is een apart soort mens, de muziekverzamelaar. Ze zijn met elkaar verbonden door hun liefde voor muziek en zoeken samen psychedelische rockavonturen op in donkere bossen met verlichte elfjes die ronddwarrelen, zo nu en dan op een tak gaan zitten en in je oor fluisteren dat je het hebt gevonden, dat je hier moet zijn.
Jan van Dorsten is zo iemand. In 1988 begon hij samen met een Amerikaanse vriend ‘die platenzaak op de Weteringschans’, Record Palace. Na twee jaar ging het duo uit elkaar als even goede vrienden en ging Jan alleen verder. “Het is keihard werken,” zegt hij met een ondeugende glimlach op zijn gezicht, “zes dagen in de week! Ik heb wel iemand die mij helpt hoor, maar ik doe het liever alleen. Het is toch mijn ding, mijn winkel, mijn verzameling. Dit is waar ik moet zijn.” Het begon eigenlijk als een hobbie, legt Jan geduldig uit. Op een gegeven moment maakte de cd zijn entree op de markt en mensen verklaarden hem voor gek toen hij weigerde mee te doen aan deze nieuwe handel. Desondanks bleef hij stug doorverzamelen en het ging zó hard dat hij zelf een winkeltje kon openen,“één van de laatste! In die tijd verdwenen alle platenzaken”.
Pal voor Paradiso is het een ideale plek voor muziekliefhebbers om zo nu en dan binnen te vallen om op zoek te gaan naar zeldzame platen. Record Palace is een paradijs voor de verzamelaar. Van de grote muziekketens en de downloadgekte heeft hij geen last, “de verzamelaars blijven bestaan en de plaat zal nooit verdwijnen”, dus hij maakt zich absoluut geen zorgen. Wel is het jammer dat er zoveel megawinkels zijn. Die maken de kleinere zaakjes kapot. Het is toch een stukje cultuur dat langzaam maar zeker verdwijnt en verleden tijd wordt.
De koffie is klaar! Hij verdwijnt even achterin de zaak en komt terug met een mok sterke zwarte koffie voor ons allemaal (ook de klanten). Er komt een wat oudere Fransman binnen, die opzoek is naar Latino muziek. Terwijl hij wordt geholpen door Jan word ik overspoeld met muzieksuggesties en mooie platenhoezen die een andere verzamelaar heeft gevonden.
Alhoewel Jan zelf geen instrument bespeelt is hij wel altijd bezig geweest met muziek. Hij heeft in de jaren ’70 achter de bar gestaan in een “dancing” in Scheveningen. “Een dancing was een discotheek, maar het woord wordt nu niet meer gebruikt,” de herinnering geeft hem pretoogjes, “dat werd binnen een paar maanden een soul en funktent, omdat er heel veel Surinamers kwamen uit het hele land. Die mochten eigenlijk alleen bij ons binnen. Ja, dat was fantastisch ...”
Er zijn eigenlijk alleen nog maar in de grote steden dit soort verzamelwinkels, de rest is allemaal verdwenen. Natuurlijk lijden sommige winkeltjes onder de druk van de grote ketens, maar een echt probleem zal het niet worden. “Het gaat gewoon over een heel ander soort publiek.” Hier komen de verzamelaars, de échte liefhebbers die juist op ontdekkingsreis gaan in de winkel, op zoek naar muziek die ze niet kennen. In de grote winkels komen mensen die weten wat ze willen. Dat zijn natuurlijk ook muziekliefhebbers, maar op een andere manier. Trots vertelt Jan dat er ook veel hiphop artiesten bij hem komen wanneer ze in Amsterdam zijn; The Alchemists, Madlib, Themselves, Dilated Peoples. “Allemaal aardige jongens die echt hier komen om te graven tussen de platen, om de perfecte sample te vinden. Ze geven mij ook wel eens een cd. De muziek vind ik geweldig, het is heel leuk om te horen wat ze met die sampletjes doen, alleen vind ik de optredens wat minder...”
De Nederlandse muziekscene leefde voor Jan vooral in de jaren ’60 en ’70 en hij heeft dan ook een aparte Nederbiet verzameling. Van The Outsiders, tot Q65 en Golden Earring. De jaren zestig was de tijd van protestliederen, de beatgeneratie. Of dat nu nog bestaat is voor Jan niet interessant; tijden veranderen en daar ga je in mee. Iedereen verlangt wel naar een bepaald tijdperk, maar het blijft belangrijk om in het heden te leven en de muzikale pracht van nu te blijven herkennen.
Opeens komt de jongen binnenvallen die verantwoordelijk is voor de vinylverzameling op de muur. Iedere twee maanden compileert Jigal Krant, onder het deskundige oog van Jan, 25 platen op de muur met een thema. Jigal legt uit dat er “visuele clichés zijn veelgebruikt in de popmuziek. Originaliteit is belangrijk in deze muziekwereld, maar toch blijkt keer op keer dat er clichés zijn waar de bands aan meedoen.” Hij laat wat voorbeelden zien van platenhoezen die vrijwel identiek zijn en legt uit wat zijn volgende project zal zijn. Het is frappant om te zien hoe de stijlen van de platen overeenkomen met elkaar en hoe aan de ene kant de artiesten zo kunnen strijden voor individualiteit en aan de andere kant zo erg op elkaar lijken.