Vijftien jaar geleden was Bettie Serveert het trotse vlaggenschip van de Nederlandse alternatieve muziek. Juichend ontvangen in de binnen- en buitenlandse pers, met open armen onthaald in het Amerikaanse livecircuit. Sinds die tijd is de Amsterdamse band consequent platen blijven maken. Je kon er de klok op gelijk zetten, om de twee, drie jaar. Het is niet dat de band stil heeft gestaan of à la AC/DC om de zoveel jaar hetzelfde album nog een keer maakt. In tegendeel: Bettie Serveert bracht de afgelopen 18 jaar om de pakweg drie jaar een nieuw album uit, dat net anders klonk dan het vorige. Toch raakte Bettie Serveert de laatste jaren wat op de achtergrond. Het werd zo’n band waarvan je het voor lief neemt dat ie er is, die een vaste schare publiek trekt en die elk album wel een paar keer raak schiet.
Zou Peter Visser op een nacht badend in het zweet wakker geworden zijn, die gedachte bonkend in zijn keel? Zal hij de laatste drie nog eens terug geluisterd hebben? Log 22 (2003), een plaat vol melancholische ballades. Attagirl (2004), een zorgvuldig geconstrueerd werkje met voorzichtige elektronica-experimenten. Bare Stripped Naked (2006), het eerste volledig akoestische album. Tijd om een statement te maken, een bewijs van vitaliteit. Je zou het haast een tweede jeugd noemen, ware het niet dat Bettie nog altijd als een volwassen band klinkt. Herboren dan maar?
Het geheim – of in elk geval een belangrijke factor – van de hervonden energie is Voicst-drummer Joppe Molenaar, die zowel in de studio als tijdens de aanstaande tour het tempo aangeeft. Dat doet hij scherp en stuwend, alsof hij de andere drie in een drijfjacht opjaagt. Vooral Peter Visser blijkt daar gevoelig voor. Op Attagirl liet hij zich verleiden tot allerhande exotische uitstapjes, op Pharmacy Of Love heeft hij het distortionpedaal terug gevonden en bewijst hij zichzelf als een van de meest karakteristieke gitaristen van Nederland. Technisch vaardig, zonder overbodige fratsen. Toetsenist Martijn Blankestijn heeft de band verlaten, zangeres/gitarist Carol van Dyk en bassist Herman Bunskoeke schuiven een beetje dichter naar elkaar toe. Pharmacy Of Love is kortom een hechte bandplaat, terug naar de essentie.
Visser beloofde een paar maanden geleden dat Pharmacy Of Love het hardste Bettie Serveert album ooit zou worden. Dat was geen leugen, al bedoelde hij met hard vermoedelijk eerder fel. De eenvoudige, gruizig klinkende eerste single Deny All is wat dat betreft vooral een visitekaartje. Niet het beste nummer van de plaat, wel een nummer dat de weg wijst. Beste song op de plaat is Love Lee, misschien wel het beste dat Bettie in tien jaar maakte, en zeker op zijn plek in het rijtje Tom Boy – Ray Ray Rain – Lover I Don’t Have To Love. Andere hoogtepunten zijn het gedreven popliedje Semaphore en Mossie (een cover van Moss-nummer Previously Unreleased). Meest opvallend is een bijna tien minuten voortdenderend epos – Calling – dat voornamelijk toewerkt naar een gitaareruptie aan het slot.
Het vastberaden nieuwe geluid staat haaks op de twijfel en het Grote Zoeken in Van Dyks teksten. Pharmacy Of Love gaat over liefde in al zijn vormen. De titelsong brengt de magie terug tot een chemische reactie in het hoofd, Change4Me draait om het feit dat partners vaak veel meer eisen van hun geliefde dan vrienden. Love Lee is een aarzelende song over liefde voor jezelf en opener Deny All eindigt met de woorden ‘don’t be shy now’. Dat heeft Bettie Serveert in elk geval tegen zichzelf gezegd. Hopelijk komt de liefde dan vanzelf.
Pharmacy Of Love verschijnt bij PIAS. Bettie Serveert speelt zaterdag 16 januari op het 3VOOR12 podium op Noorderslag in Groningen. Pharmacy Of Love staat tijdelijk op de Luisterpaal.
3VOOR12 bespreekt Album van de Week (1): Bettie Serveert
Herboren veteranen op Pharmacy Of Love
"De hardste plaat ooit", beloofde Bettie Serveert-gitarist Peter Visser. Daarmee loog hij niet, al bedoelde hij waarschijnlijk vooral fel. Bettie Serveert is met frisse energie aan een nieuw hoofdstuk in zijn lange loopbaan begonnen. Pharmacy Of Love is Album van de Week.