Momenteel is een van Neerlands succesvolste indiebands Bettie Serveert bezig met een landelijke tour door heel Nederland om hun nieuwe album Pharmacy of Love te promoten. De hervonden bandenergie wordt overal al geprezen; van onze lokale collegae in Friesland, Arnhem-Nijmegen, Overijsel tot Den Bosch. Begin dit jaar schreef 3VOOR12/NL gildebroeder Atze de Vrieze al in een interview dat naast de energie ook ‘de fun weer terug is'. 3VOOR12/Amsterdam praat in de huiskamer van gitarist Peter Visser over waar de fun dan precies vandaan kwam.
Kom je nog vaak in Lichtenvoorde?
Haha, af en en toe. Alleen wanneer ik mijn ouders bezoek. Ik heb mijn Mavo in Lichtenvoorde gedaan en heb zwemles gehad in Varsseveld*. Daarna volgde ik in Almelo een opleiding aan de Decoreren en Etaleren Vakacademie; een springplank voor de kunstacademie. Vervolgens deed ik kunstacademie in Arnhem en ging toen naar Amsterdam.
*Lichtenvoorde is het dorpje in de Achterhoek waar Visser opgroeide en zijn ouders nu nog steeds wonen. Dit bezorgde het interview vanaf minuut één een gemoedelijk sfeer aangezien ondergetekende in Varsseveld, het dorpje verderop, is getogen.
..en Arnhem was de bakermat voor Bettie Serveert?
Klopt, de voorloper van Bettie Serveert, ‘De Artsten' , is ontstaan met twee jongens van de kunstacademie die bij mij om de hoek woonden. (Zij speelden ‘monotone riffs’ zoals Visser het zelf verwoord). Toen kwam er nog een andere jongen bij wonen en ontstond er een clubje dat geregeld met elkaar ging eten. Daaruit ontstond De Artsen en dat verliep steeds beter. Ondertussen ontstond ook de eerste versie van Bettie Serveert - dan hebben we het over 1986 - met ook Herman en Carol (de bassist en zangeres), maar nog met een andere drummer.
Jullie zijn niet in 1991 begonnen?
Inderdaad, maar in 1986 hebben we maar heel kort bestaan. We hebben slechts één optreden van twintig minuten gedaan en toen werd de drummer ineens vliegtuigsteward. Met de Artsen kregen we het ook wat drukker en zijn toen maar gestopt met Bettie Serveert. Eind jaren tachtig hebben we met de De Artsen een plaat gemaakt bij een Duitse platenmaatschappij en heel veel opgetreden. Op een gegeven stopte de zanger er mee. Dat kwam voor ons volledig onverwachts!
Toen kreeg Bettie een tweede kans?
In de laatste vier jaar van De Artsen kwamen Berend (de eerste drummer van Bettie Serveert), Carol en ik kwamen vaak in de kerstvakantie bij elkaar met geleende versterkers, cassettedecks en orgeltjes om liedjes op te nemen. De liedjes werden ter plekke geschreven en via twee microfoons die het cassettedeck ingingen opgenomen. Dat werden verzamelbandjes die via dubbeldecks werden gekopieerd en aan vriendjes gegeven (liefkozend memoreert hij aan de De Boerenbandjes van De Drie Anika’s). Toen kwam men er al een beetje achter dat die Carol wel liedjes kan maken en zingen. Al spelende met De Artsen vond de band dat het geluid live vaak niet goed gemixed werd. Carol is toen na enkele lessen bij vrienden achter de knoppen gaan staan en Berend kwam vaak mee gewoon voor de fun. Hij stond dan op het podium een beetje om zich heen te kijken haha.
Die Boerenbandjes werden toen de basis voor Palomine?
Na die Drie Anika’s bandjes gingen we demootjes maken waarbij Reinier Veldman alles nog heeft ingedrumd (van De Artsen). Hij wilde niet verder met met de band, want hij had nog een ander bandje. Verder kreeg Berend uit ieder instrument eigenlijk wel wat geluid uit, dus toen we Herman (ook van De Artsen) benaderden om te komen bassen, ging Berend wel drummen. Dit was niet zijn eerste keuze, dus vanaf het begin af aan voelde hij zich daar niet helemaal op zijn plek. Op een gegeven moment kreeg hij er wel plezier in en gingen we de studio Frans Hagenaars in.
...en vervolgens met die demo de boer op...
Die demo ging toen overal rond en werd door de het blad Music Maker uitgeroepen tot demo van de maand. Het regelen van optredens verliep ging vrij gemakkelijk aangezien we ‘die jongens’ waren van de artsen. Een goede vriend van ons kende Johan Kugelberg die werkte bij het hipste platenbedrijf van dat moment: Matador, uit New York. Die vriend gaf Johan de demo met een briefje erbij: “Hoi Johan, dit moet je eens even luisteren. Het zijn diezelfde gasten van De Artsen”. Op een gegeven moment kwam er een brief, of een fax, van Matador met “Wanneer treden jullie weer op? Dan komen we even langs”. Toen hadden wij zoiets van: “Huh, wat nou? Heh?“ Vervolgens deden we een heel slecht optreden in de Melkweg, maar dat maakte Matador niet zo veel uit. Ze hadden liever een band die echt is met goede liedjes, dan een band die zich overal doorheen faked. Toen ze vroegen “Wat willen jullie nu eigenlijk?” zei Berend volgens mij dat wij willen een keer naar New York willen: “Daar zijn wij nog nooit geweest”. Dat werd onthouden en een paar maanden later lag er een brief in de bus met vier vliegtickets naar New York en het verzoek of wij op de Matador-avond van het New York-seminar wilden spelen. Nou, dat wilden wij wel.
...dat was een grote eer...
Die Matador-avond was toen echt ‘the talk of the town’, daar moest je zijn! Toen er voor ons bij Stichting Pop, of wat nu Muziek Centrum Nederland heet, nog geprobeerd werd om een subsidie te regelen voor de tour, zeiden ze zoiets van: “Dat kan helemaal niet. Bettie Serveert daar hebben we nog nooit van gehoord. Hoe kunnen zij op New York Seminar spelen als wij ze niet eens kennen?”. “Nou we zijn uitgenodigd”, lacht Visser. Uiteindelijk is dat optreden bepalend geweest, weet Visser. Toen duidelijk werd dat we de plaat gingen uitbrengen bij Matador was Nederland ook om.
Overal lees je dat met Pharmacy of Love jullie weer terug zijn bij de energie van toen. Hoe zie je dat zelf?
Dat klopt op zich wel. De fun in het spelen is nooit echt weg geweest, maar de ‘excitement’, de energie, is echt weer zoals aan het begin. Je hebt soms, en dat kun je toch niet altijd even goed uitleggen, maar dat alles op het goeie moment in elkaar valt. Dat alles klopt. Dat is nu bij Pharmacy of weer gebeurd!
Op 28 maart speelt Bettie Serveert om 19:30 in Paradiso