Het is zaterdagavond, het sneeuwt en de treinen rijden amper. Een avond waarop je het liefst op de bank blijft hangen. Het weer moet toch getrotseerd worden, want Moss staat in de Melkweg. De zaal is nog schrikbarend leeg als het voorprogramma, The Horse Company, het eerste nummer begint te spelen.
Het begin is goed van The Horse Company. Geflankeerd door een mooie violiste speelt de band het eerste nummer. Het lijkt rustige alternative rock met een zweverig tintje en is erg fijn om naar te luisteren. Helaas verdwijnt het meisje na het eerste nummer alweer van het podium en is de magie van de band ook gelijk weg. De nummers lijken van de lopende band te komen en het is niets wat je nog nooit eerder hebt gehoord. Aan het publiek te merken deelt iedereen deze mening, want niemand lijkt zijn mond te kunnen houden.
Tijdens het opbouwen voor Moss is al snel te merken dat de sneeuw de mensen niet tegen heeft gehouden. Iedereen heeft duidelijk alleen een kaartje gekocht om Moss te aanschouwen bij hun laatste optreden van het jaar. Na een lange tour hebben ze ervoor gekozen om het jaar in stijl af te sluiten in hun eigen stad. Familie en vrienden lijken ook massaal aanwezig en aan de lachende gezichten van de bandleden te zien zijn de jongetjes die vooraan tegen het podium aanstaan de zoontjes van de mannen.
Als Moss begint met spelen valt het vooral op dat de heren al lang bij elkaar zijn: het samenspel is ongelofelijk goed. Er is amper te spreken van knallende gitaarsolo’s. Al het gitaarwerk wordt samen gedaan. Dit gecombineerd met de feilloze samenzang en de elektronische aspecten in de muziek is misschien wel wat deze band karakteriseert en zo krachtig maakt. De stem van zanger Marien Dorleijn is geknepen, maar past helemaal binnen het genre en is zeer prettig om naar te luisteren.
Het voorkomen van de band is erg energiek. Vooral zanger Dorleijn lijkt af en toe door de grond heen te willen springen. Wat betreft de visuals is het of je naar een videoclip van The XX aan het kijken bent. Er staat een beamer gericht op het podium. De visuals worden geprojecteerd op een scherm achter op het podium maar ook op de bandleden zelf. Dit zorgt voor een magisch effect.
Het publiek praat nog steeds door tijdens Moss. Pas laat in het optreden, wanneer de mannen het nummer I Like The Chemistry spelen, komt er wat los bij de mensen. De sfeer is fijn en de Amsterdammers kijken naar Moss zoals Brabanders naar Guus Meeuwis kijken. Er hangt toch een gevoel van ‘Amsterdamse trots’ in de zaal, alsof iedereen naar de Melkweg is getrokken om deze band weer thuis te verwelkomen. Dit zorgt voor een gevoel van saamhorigheid en als de band af gaat is het applaus voor een toegift oorverdovend.
Moss begint de toegift met een vlekkeloos uitgevoerde cover van The Knife. Voor het allerlaatste nummer komen opeens overal drums vandaan en de show eindigt met een sensationeel drumspel waar alle bandleden aan meedoen. Om de dankbare sfeer in de zaal helemaal compleet te maken worden alle mensen die meegeholpen hebben aan deze tour nog even naar voren geroepen voor een klein bedankje.
Gezien: Moss, Melkweg, 4 december 2010