Bettie Serveert harder dan ooit in Paradiso

Aan energie en overstuurde gitaren geen gebrek bij de rockende oudgedienden

Tekst: Rogier Tacke | Foto's: Pim Hendriksen ,

Al negentien jaar is Bettie Serveert een vaste speler in het veld van de Nederlandse rockmuziek. Nooit doorgebroken bij het grote publiek, maar de muziekliefhebber die verder kijkt dan de hitlijsten, heeft Bettie Serveert altijd weten te vinden. Bettie’s achtste studioalbum is net verschenen en is de reden voor een optreden in Paradiso.

Aan energie en overstuurde gitaren geen gebrek bij de rockende oudgedienden

Na negentien jaar en vele optredens door Nederland en zelfs enige successen in het buitenland, staat Bettie Serveert weer eens in de Paradiso. Een vol Paradiso, want de Nederlandse fanschare is Bettie Serveert nog altijd trouw en nog lang niet vergeten.

Er is een verandering in de bezetting van de band. Joppe Molenaar, drummer van Voicst, die Bettie’s nieuwe cd Pharmacy Of Love voorzag van drumpartijen,  is ook meegegaan op tour om de plaats achter het drumstel in te nemen. Dat is te merken, maar in een ander opzicht dan men zou denken. Op geen enkele wijze lijkt zijn drumspel op dat wat hij neerzet bij Voicst. Geen zachte, begeleidende  dertien-in-een-dozijn ritmes, maar keihard rammen is het devies. Het resultaat leidt tot een energieke show, waarin zowel nieuw als oud werk ten gehore wordt gebracht.

De zang van Carol van Dyk is illustratief voor het niveau dat Bettie Serveert al die jaren weet te handhaven. Maar weinig zangers in Nederland hebben een stem zo goed en tegelijkertijd het vermogen om zo zuiver accentloos Engels te zingen. Het zal aan haar Canadese roots liggen, maar bijvoorbeeld een Tjeerd Bomhof van het eerder genoemde en bevriende Voicst, kan wat een feilloze uitspraak van het Engels betreft een belangrijke les van Van Dyk leren.

Maar niet alleen Carol Van Dyk in hoedanigheid van zangeres draagt bij aan de hoge kwaliteit die de band live overbrengt aan haar publiek. Ook het gitaarspel, zowel dat van Van Dyk als van medegitarist Peter Visser is van hoog niveau. Harde riffs met een zware distortion voeren vooral de tweede helft van het optreden de boventoon.  Het geluid is kenmerkend voor wat Betties nieuwe sound genoemd kan worden. Het lijkt live zelfs raakvlakken te hebben met het moeilijk te definiëren genre noise. Kort gezegd komt het erop neer dat scheurende en vervormde gitaargeluiden op alle mogelijke manieren als een saus over nummers wordt gegoten. Geluid dus, als je het genre moet kort moet omschrijven. Oordoppen aanbevolen.

Toch boet Bettie Serveert niet in aan de melancholische sound die de fans van het eerste uur kennen. Er wordt door het publiek vooral aandachtig geluisterd, en nauwelijks gedanst. Iedereen lijkt een beetje overdonderd door de wall of sound die de band neerzet.

Het kan verrassend en ook verfrissend genoemd worden dat een band met een staat van dienst als Bettie Serveert ervoor kiest om er juist een schepje bovenop te doen, in plaats van de nummers rustiger te maken. Misschien is dit wel dé manier om je band klaar te stomen voor nog eens negentien jaar. Al gaat het er op een gegeven moment waarschijnlijk raar uit zien; grijzende mensen die steeds meer kabaal beginnen te maken. Zover is het echter nog lang niet. Bettie Serveert bewijst in Paradiso, klaar te zijn voor een nieuwe episode in hun bestaan.


Afsluiter van de avond is Kid’s Allright van het onovertroffen debuutalbum Palomine. Een klassieker die doet terugdenken aan memorabele optredens als Pinkpop 1995.

 

Gezien: Bettie Serveert, Paradiso, 28-03-2010.