Vinkenoog door de ogen van Spinvis

Planetarium in Artis is podium voor de onsterfelijkheid van de waarnemer

Tekst: Ruzan Tsjobanjan. Foto's: Sander Baks ,

Simon Vinkenoog is niet langer onder ons. Op 12 juli jl. overleed de schrijver aan een hersenbloeding. Echter, op 29 augustus wordt in het Planetarium bewezen dat de dood niet het einde is voor degenen die weigeren op te houden met kijken.

Planetarium in Artis is podium voor de onsterfelijkheid van de waarnemer

Het is 29 augustus en de beurt is aan de laatste ZOOmeravond van dit jaar in Artis. In het Planetarium verraadt het astronautenpakje de aanwezigheid van Spinvis. Vorig jaar nog heeft Erik de Jong hier opgetreden met Simon Vinkenoog. Anno 2009 was dit opnieuw het plan, ware het niet dat de schrijver op 11 juli werd getroffen door een hersenbloeding en kort daarna overleed.

De dood van Vinkenoog geeft het optreden van vanavond onbedoeld een extra lading. In de grenzeloze ruimte  weerklinken de gedichten van de schrijver naast de muziek van Spinvis. De poëzie weerkaatst tegen de onzichtbare muren van het heelal, dat op talloze schermen wordt geprojecteerd. Het is bijna alsof Vinkenoog zelf ons vanuit de sterren toespreekt.

Luisteren naar Spinvis voelt als jezelf verliezen in een dagdroom. Zijn teksten zijn mijmerend, beschouwend en daardoor intrigerend. Terwijl de koepel van het Planetarium zich vult met duizenden sterren, zingt hij: 'Dit is de eerste dag/ En op mijn net nieuwe huid voel ik de zon voor het eerst' (Dag 1). En later, te midden van vele melkwegstelsels die langzaam voorbij glijden: 'Aan de oevers van de tijd/ Hing ik maar wat rond/ En ergens tussen alle troep/ Van toen en toen en toen/ Zingen stemmen in een zomer in een jaar' (Aan De Oevers Van De Tijd). Ondanks de vervreemding wordt je overrompeld door een gevoel van ontroering en weemoed. Het is als een herinnering aan iets dat goed was, voorbij is en nooit meer zal komen. Een beetje zoals Nescio het verwoordde in zijn Pleziertrein.

Dat de sterren ook een ander gezicht kennen, blijkt vanavond. Bij de zinderende voordracht van Mensen gaat het gesproken woord over in een schreeuw, terwijl Vinkenoog ons bekijkt en beoordeelt, bijna veroordeelt: 'Mensen van wie je je ogen niet kunt afhouden/ Mensen om stilzwijgend aan voorbij te gaan/ Mensen die geen weg meer door het leven weten'. Spinvis pakt de draad op met Het Voordeel Van Video. Hij vraagt ons of wij graag alleen zijn en of we geil worden van oesters, om daarna toe te voegen: 'Ik ken de kamer waarin u woont/ En als u huilt aan de telefoon/ U danst zo mooi soms, dat zie ik ook'. Het beschouwen gaat plots over in een Hitchcockiaans voyeurisme dat verder blijkt te reiken dan slechts het achterraam van de buurman – een gegeven dat je des te meer kippenvel bezorgt vanwege de setting.

Met Astronaut sluit Spinvis de avond af. Het kan verbeelding zijn, maar het lijkt op een afscheid: 'Goeie reis/ Je hebt nu geen gewicht/ Astronaut, ga sneller dan het licht/ Goeie reis en hou je haaks en kijk goed uit'. Bij de staande ovatie die hij ontvangt, zegt de zanger: “Leve Simon Vinkenoog”. En dat is hem vanavond toch wel een beetje gelukt.

Gezien: Spinvis op de Artis ZOOmeravond, 29 augustus 2009