3VOOR12 bespreekt Album van de Week (39): Moss

Amsterdammers werpen de schroom van zich af op Never Be Scared/Don’t Be A Hero

Atze de Vrieze ,

Het debuutalbum van de Amsterdamse band Moss trok aan de meeste mensen geruisloos voorbij. Opvolger Never Be Scared/Don't Be A Hero wordt overal uitgeroepen tot album van de week. Ook bij 3VOOR12. Wat is er gebeurd?

Amsterdammers werpen de schroom van zich af op Never Be Scared/Don’t Be A Hero

Je kunt moeilijk zeggen dat The Long Way Back, het debuutalbum van Moss, een slechte plaat was. Dat was het niet. Het was een zorgvuldig gesmede gitaarliedjesplaat, een warm bandalbum met een singer-songwriterziel, waar jarenlang met toewijding aan gewerkt was. Toch zullen er weinig mensen zijn die een van die veertien liedjes mee kunnen fluiten. Waar ging het mis? Hoe kan het dat het debuutalbum bij veel recensenten in een stoffige hoek verdween, en opvolger Never Be Scared/Don’t Be A Hero overal uitgeroepen wordt tot album van de week?

Marien Dorleijn, het hart van Moss, werd in 1999 door de Grote Prijs al gekroond tot beste singer-songwriter en versterkte een tijdje de Caesar gelederen, maar pas tien jaar later komt hij tot volle wasdom. De volwassenheid lijkt besloten te liggen in de helft van de albumtitel, en het openingsnummer: Never Be Scared. “Can I draw a line and make this happen?”, zingt hij, alsof hij met een voorzichtig flamboyante zwaai de schroom van zich afwerpt die het debuut overschaduwde.

Never Be Scared is een zelfverzekerde plaat, en dat zit hem vooral in de drive van de ritmesectie. Drummer Finn Kruyning bouwt de songs op en tilt ze met kleine toevoegingen naar een hoger plan. Bassist Jasper Verhulst is veel nadrukkelijker aanwezig, scherper en spitser. Met songs als The Comfort en New Arms zet Moss de rijke Excelsior-traditie van bands als Johan en Daryll-Ann voort, maar de internationale referenties zijn sterker. Voor Apparatos gebruikte Moss vermoedelijk precies dezelfde analoge synthesizer die het recente Animal Collective-album kleur gaf. Het beste liedje van de plaat – het glorieus ingetogen I Apologise (Dear Simon) – kan zich meten met de beste Fleet Foxes songs. Met de harmonieuze backing vocals, de effectpedalen en de subtiele details in de arrangementen laat Moss zien dat je niet uitbundig hoeft te zijn om constant de aandacht vast te houden.

Misschien wel de grootste winst is de manier waarop Dorleijns stem naar voren geschoven wordt. Er hangt flink wat galm omheen, maar dat is geen laffe camouflage. Integendeel: het versterkt het karakter, waar hij op het debuut wat onopvallend klonk. Bij vlagen doet zijn geluid denken aan Amerikaanse indie-folk smaakmakers als Fleet Foxes’ Robin Pecknold en The Shins’ James Mercer. Dorleijn deelt met hen dat hij zijn stem af en toe op de proef stelt. Niet met overdreven technische uithalen, maar door op de juiste momenten even in het rood te schieten. Hazes zou het een snik noemen, die kleine hapering in de uithalen, die Dorleijn tegelijk kwetsbaar en intens laat klinken.

Beheersing van elk detail, songs die groeien, een album dat met elke draaibeurt aan emotionele zeggingskracht wint, dat is wat Moss in een keer brengt tot de top van de Nederlandse gitaarpop. De band durft over de rand te kijken en een sprong te wagen. Excelsior heeft er een nieuwe held bij, daar hoeft niemand nog bescheiden over te doen.

Never Be Scared/Don’t Be A Hero verschijnt op Excelsior/V2. Het album is tijdelijk te beluisteren op de Luisterpaal. 10 oktober presenteert Moss het album officieel in de Melkweg in Amsterdam.