Johan wil de Heineken Music Hall vol spelen

"Wij vinden onszelf heel goed"

Atze de Vrieze ,

Al jaren is Johan een bekend gezicht in het Nederlandse clubcircuit. Toch heeft zanger Jacco de Greeuw nog niet het gevoel dat hij alles eruit gehaald heeft wat erin zit. "Ik zou graag willen doorbreken naar een breed publiek."

"Wij vinden onszelf heel goed"

'Mijn moeder zegt altijd: jongen, je zou eens wat commerciëler moeten denken.' Johan-frontman Jacco de Greeuw zit ontspannen op een zonovergoten terras, midden in Amsterdam. Zijn band behoort al jaren tot de bekende namen in de Nederlandse popmuziek. 4 mei verschijnt verschijnt een nieuw album vol gebroken harten, dat simpelweg 4 heet. De eerste drie leverden de band een trouwe fanschare op en De Greeuw een reputatie als een van de beste liedjesschrijvers van Nederland. Hij schrijft ambachtelijke songs, schijnbaar achteloos neergepend, maar stiekem geraffineerd en kundig opgenomen.

Hij zet zichzelf graag neer als laks, sociaal beperkt en bescheiden, maar tegelijkertijd is Jacco de Greeuw gretig en ambitieus. 'Wij vinden onszelf heel goed', zegt hij. 'En net als alle andere bands kunnen we slecht tegen kritiek. We zijn tevreden met hoe het nu gaat, maar we hebben met Johan zeker nog niet alles bereikt wat we kunnen bereiken. Ik zou graag willen doorbreken naar een breed publiek, zonder daar gladde muziek voor te moeten maken. Als de kans zich voordoet om de Heineken Music Hall uit te verkopen, dan doen we dat zeker.'

Het klinkt strijdbaarder dan je van een beleefde band als Johan zou verwachten. Volgens De Greeuw heerst er een soort 'wij tegen de wereld' gevoel in de groep. In de eerste jaren vonden nogal wat personeelswisselingen plaats, maar inmiddels is de samenstelling al jaren stabiel, met gitarist Maarten Kooijman, bassist Diets Dijkstra en drummer Jeroen Kleijn. Een beetje regelmaat zou de band in hun 'strijd' geen kwaad doen, realiseert De Greeuw zich. Zijn dagelijks leven mag best een chaos zijn ('je moet mij niet vragen om tien uur bij een interview te zijn'), maar zijn band is gebaat bij structuur. 'Als het aan mij zou liggen, zou de volgende plaat vijf jaar op zich laten wachten. Ik weet niet waar dat door komt, het is iets in mijn persoonlijkheid. Maar een band moet altijd doorgaan, bij wijze van spreken elke dag spelen. Over twee jaar moet de volgende plaat af zijn.'

Dat is niet altijd vanzelfsprekend geweest bij Johan. Tussen de eerste drie albums viel steeds vijf jaar stilte. In de aanloop naar het tweede album Pergola kreeg De Greeuw een enorme geestelijke oplawaai. Het zorgde ervoor dat het tweede album Pergola vijf jaar op zich liet wachten, maar ook dat het een kwetsbare, persoonlijke plaat werd. Het gevecht met zichzelf moet hij nog steeds wel eens aan, maar hij heeft ermee leren leven. En er zijn middelen voor. 'Ik voel me nu beter dan ooit.'

Eén beslissing in zijn leven heeft in elk geval een hoop geholpen: hij verhuisde drie jaar geleden van de deprimerende nieuwbouwwoning in Hoorn naar Amsterdam. 'Ik woonde jarenlang in de beruchte straat Pergola, en daar werd ik inderdaad niet vrolijk van. Nu ik in Amsterdam woon, probeer ik meer midden in het leven te staan en mensen te ontmoeten. Als je op de fiets stapt, ben je zo in het centrum, en zo moet het ook. Een paar jaar geleden leefde ik als een kluizenaar. Ik zag alleen mensen als ze bij mij langs kwamen om muziek te maken. Voor de rest kwam ik niet verder dan de supermarkt. Ik had natuurlijk veel eerder naar Amsterdam moeten gaan. Maar ik stel altijd alles uit.'

Om de vaart erin te houden stond De Greeuw zichzelf ditmaal geen perfectionisme toe. Alle coupletjes, refreintjes en bruggetjes zitten weer op de juiste plek, maar de plaat voelt rauwer aan dan zijn voorganger. 'Het moet de band weergeven zoals hij er op dit moment voorstaat', zegt De Greeuw. 'Ik laat tegenwoordig veel meer over aan de andere bandleden. Maarten  bijvoorbeeld is een veel betere gitarist dan ik. Voorheen zat ik me altijd tot het laatste moment overal mee te bemoeien. Dan wordt het een soloproject met andere muzikanten, en daarmee doe ik de rest tekort.' Om dat te onderstrepen zijn dit keer maar zeven van de tien liedjes van zijn hand. Maarten Kooijman zingt twee nummers (Maria en The Receiving End) en bassist Diets Dijksta één (Over). 'Ik kan geen liedje van iemand anders zingen. Ach, The Beatles deden het, dus mogen wij het ook.'

Vroeger was jij de baas in Johan, toch?
'Dat ben ik nog steeds wel, hoop ik. Er heerst een soort natuurlijk hiërarchie in de band. Ik speel het langst in de band, ik ben de zanger en ik schrijft het leeuwendeel van de nummers, dus ik draag de eindverantwoordelijkheid. Maar ik neem elke mening serieus en sta er zeker niet altijd op dat gebeurt wat ik wil.'

The Beatles, Bob Dylan, David Bowie, fascineren dat soort mensen je? De grote karakters in de popmuziek?
'Ja, enorm. Over Dylan zijn boeken vol geschreven. Maar ik heb hem zelf wel eens horen zeggen: 'Er iets niets interessants aan mij. Ik moet vaak lachen om wat ik over mezelf lees.' Ik kan me dat goed voorstellen. Hij is een instituut geworden.'

Is het niet vooral een kwestie van op belangrijke momenten het juiste van jezelf laten zien?
'Dat denk ik wel. Heb je een kort interviewtje, dan moet je ad rem zijn. Ik houd me daar wel mee bezig. Als ik zelf op tv kom, kijk ik het nooit terug. Dat trek ik niet. Ik zie mezelf ook niet als iemand waar ooit boeken over geschreven gaan worden. Helemaal omdat ik in Nederland woon. Dan moet je op zijn minst Herman Brood zijn, met al zijn rock 'n roll. Misschien ben ik  wel te open, je moet ook niet alles vertellen. Er moet een soort mysterie om je heen hangen. Een probleem is: ik ben van nature een zenuwlijder. Ik beweeg veel en kom zenuwachtig over. Ik zou ook wegzappen als zo iemand op tv langs zou komen. Ik ben ook slecht in mensen aankijken als ik met ze praat. Wat dat betreft ben ik een sociaal wrak. Maar hé, ik kan weer andere dingen.'

Wat betekent de term rock 'n roll voor jou?
'Het betekent niet: met een leren broek en puntschoenen de muzikant uithangen. Voor mij is rock 'n roll samen in een busje stappen, om vijf uur 's nachts laveloos je bed in gaan en de volgende dag weer een show spelen. Ik ben heel verslavingsgevoelig, maar ik heb het aardig in de hand. De mooiste dronken zanger die ik ooit zag was Shane McGowan van The Pogues. Die werd ingevlogen, bracht vervolgens twee uur door op het toilet, tot hij het podium op gesleept werd. Tijdens het optreden liepen de roadies overal sigaretten te bietsen, want als ie niet rookte kon ie niet zingen. Zo zou het voor Johan niet werken. Als ik dronken liedjes schrijf, blijkt het de volgende ochtend negen van de tien keer niks waard. Maar na afloop van een optreden zijn wij vaak wel in voor een feestje. Geheel tegen ons imago in, ik weet het. De mensen moesten eens weten.'

3VOOR12 Presenteert... Johan! Vrijdag 1 mei houdt de band het album 4 ten doop in Desmet. 3VOOR12 zendt het concert uit op 3VOOR12TV. Meer daarover op 3voor12.vpro.nl/johan. 4 verschijnt bij Excelsior/V2.