Cd-recensie: Electric AlleyCat – One Size Fits All

Electric AlleyCat debuteert met luchtige techno-rock

Tekst: Tirza de Fockert ,

Met One Size Fits All levert de band Electric AlleyCat geen onaardig debuut af, maar ze lenen nog net iets te veel van anderen om zich echt te onderscheiden.

Electric AlleyCat debuteert met luchtige techno-rock

Biografieën van beginnende muzikanten blijven een wonderlijk genre. Ze hebben als doel luisteraars te prikkelen naar iets volstrekt onbekends te gaan luisteren, en daarbij treft je soms de meest vreemde associaties aan. Tegelijkertijd zijn ze een reflectie van hoe een band graag zou willen zijn, wat vaak genoeg leidt tot een beschrijving die mijlenver verwijderd is van hoe een band daadwerkelijk klinkt.

De driemansformatie Electric AlleyCat zet wel heel erg hoog in: “Neem een dozijn gitaren, 5 kilo synthesizers, een breed scala aan technobeats en een stem die klinkt alsof deze komt van het kind van Nina Hagen en Kate Bush,” staat er op de website te lezen. Over één ding kunnen we gelijk duidelijk zijn: wie altijd al had willen weten hoe een kruisbestuiving tussen de Hagen en Bush zou klinken, kan One Size Fits All beter laten liggen. Zangeres Jeditah van der Meulen heeft geen onaardige stem, maar de vergelijking met deze twee markante zangeressen kan ze echt niet doorstaan.

Wat er dan wel op het debuut valt te horen? Een dosis prententieloze techno-rock waarbij synthesizers en gitaren het geluid bepalen. Die combinatie pakt wisselend uit. Opener Bond is een lekker popnummer, waarbij luchtige jaren-negentig beats worden gecombineerd met stevig gitaarwerk. Een catchy nummer dat lang in je hoofd blijft zitten. Ook bij Iceberg werkt die combinatie nog aanstekelijk, maar aangekomen bij het derde nummer Fuel (My Head Is Full, You Fool) ken je de formule zo onderhand wel. Vooral de gitaarmuurtjes klinken door de cd heen  nogal inwisselbaar en doen vermoeden dat Electric AlleyCat misschien iets te veel naar Rammstein heeft geluisterd. Ook de invloed van Peaches klinkt sterk in de nummers door, vooral in de zang van Van der Meulen.

Bij Psychedelic Fantasy zorgt een hysterische gitaarsolo voor de broodnodige variatie, en in Lucy – één van de sterkste nummers – wordt er door middel van een akoestisch tussenstukje zelfs wat rust in de overdrive gebracht. Voor het grootste deel wordt de sound echter bepaald door de samples van Joeri van Dongen, en die blijft iets teveel binnen de geijkte paden om een hele cd te blijven boeien. One Size Fits All is geen onaardig debuut, zeker niet voor een band die nog geen jaar bestaat, maar er is nog veel ruimte voor verbetering. Laat ze flink veel live spelen en dan een opvolger maken. Dan graag wel flauwe afsluiters als het weinig zeggende Disclaimer achterwege laten.