Als ik het drukke en rumoerige café Kandinsky binnenloop, word ik al opgewacht door Marvin, de manager van het Amsterdamse hip hop duo M.O. & Brakko. Een minuut of vijf later kan ik Brakko de hand schudden en zoals een echte ster betaamt, komt M.O. na 20 minuten klassiek laat, maar zeiknat binnendruppelen. Het is meteen duidelijk dat de jongens hier vaker zitten. Om de vijf minuten worden ze begroet door  jongens in  het café. Gelukkig is er tussen het socializen en alle jointjes door nog tijd voor een interview.

M.O. & Brakko zijn beiden solo begonnen. Ongeveer tweeënhalf jaar geleden besloot het duo samen te gaan werken, ondanks de competitie die er in de hip hop scene heerst. “Een goed product staat op de eerste plaats, competitie op de tweede. Muziek is een gebakken ei, Brakko is het zout, ik de peper. We vullen elkaar aan”,  vertelt M.O.

Dat ze elkaar goed aan weten te vullen blijkt wel uit alle lovende kritieken op het in 2008 uitgebrachte album Catharsis. “We hebben het afgelopen jaar veel opgetreden, onze plaat kreeg veel positieve reacties  en we werden met open armen in de hip hop scene ontvangen.” Dat het duo op 13 december dan ook nog eens als de winnaar van de Grote Prijs van Nederland uit de bus kwam, mag met recht de kroon op een succesvol  jaar genoemd worden.

Als vervolgens gevraagd wordt hoe groot die Grote Prijs voor hen nou eigenlijk is, antwoordt M.O.: “Zo groot als je het zelf in je hoofd wilt maken, denk ik. Kijk we worden nu benaderd voor dit soort interviews en het heeft zeker een positieve invloed op onze naamsbekendheid, maar we zijn nog niet gevestigd hoor.”

“Het is wel een grote motivatie om er nog meer mee bezig te blijven. Voor mij gaat het er nu echt om om een stempel te zetten met M.O. Ik heb nu zoveel motivatie en inspiratie om met M.O. door te gaan”, vult Brakko hem aan.

Het is duidelijk dat het tweetal met beide benen op de grond is blijven staan. Maar hoe voelt het om als beginnend mc op te kijken naar lokale hip hop helden, en er dan nu een te zijn? “Ik vind dat zeer aangenaam. Aangenaam? Ik vind het gewoon leuk!”, zegt Brakko.  “Nooit gedacht dat ik zo ver zou komen. Dat ik face to face met die jongens zou komen. Dat ik ze echt zou ontmoeten en met ze zou babbelen. Dik!” M.O.: “Die jongens vragen ons nu om wat samen te doen. Dan denk ik echt, huh? Zijn we al zo ver?” Brakko: “We waren eerst sceptisch en voorzichtig. We beseften ons goed dat we iets anders wilden brengen. Wij maken wat anders dan wordt verwacht uit Amsterdam Zuidoost. Dat heeft ook echt gewerkt en is de kracht achter onze acceptatie in de hip hop scene.”

Net als iedereen kennen ook M.O. en Brakko het gevoel van “die kerel twee straten verderop kan zo vet rappen, dat is nog veel beter dan al die rappers op tv”. Zij beleven dat gevoel ook nu nog dagelijks in Zuidoost. “Ik voorspel dat mensen nog gaan schrikken van de kwaliteit die Zuidoost in huis heeft op het gebied van hip hop. Het begint nu echt te komen. Waarschijnlijk worden nu ook veel jongeren daar door ons geïnspireerd. Het idee van ‘als mijn buurjongen dat kan, kan ik het ook’. We zijn ons er ook wel van bewust dat we een soort van voorbeeldfunctie hebben in de buurt. We hopen op die manier veel jongeren in Zuidoost te kunnen inspireren en stimuleren om te gaan rappen of de draad weer op te pakken. De buurt heeft inspiratie gekregen doordat wij de Grote Prijs hebben gewonnen. Er zullen echt gruwelijke mc’s opstaan in de toekomst. Ik heb al zoveel vette dingen gehoord in Zuidoost, daar gaan we nog veel van horen!”, aldus M.O..

Dat deze jongens uit Zuidoost komen, komt niet alleen in dit interview, maar ook in hun maatschappijkritische lyrics veelvuldig naar voren. Met name M.O. lijkt erg bij zijn buurt en de maatschappij betrokken te zijn. Naast rappen is hij namelijk ook bezig met zijn studie sociologie op de VU. Over de oorzaak van zijn grote maatschappelijke interesse: “Je woont toch in de maatschappij. Het heeft een therapeutische werking om erover te rappen. Wij zien en ervaren dingen anders. Ook in onze buurt. Onze teksten en muziek stammen af van de hip hop van de jaren ‘90.”  

“Bij echte hip hop zijn de vocals het belangrijkste. Wij houden het bij de essentie. Beats zijn minder belangrijk, die moeten de tekst dragen. Tegenwoordig draait het vaak meer om de beats, maar de teksten moeten gehoord kunnen worden. In de jaren ‘90, toen hoorde je echt hip hop. Die dingen waren goed voor je geest. Daarom houden wij onze beats simpel. Dat geeft onze teksten de kans om gehoord te worden.”, vult Brakko aan.
 
Op korte termijn hoopt het duo zoveel mogelijk goede muziek te maken en zoveel mogelijk goede shows te geven. “Deze jongens zorgen ervoor dat hip hop nog steeds zijn kracht krijgt.”, Zegt M.O. met een lach. “We zijn ook bezig professioneler en officiëler te worden. We moeten meer discipline krijgen in alles. Alle pionnetjes moeten nog even op een rijtje gezet worden.”

Ook over de verdere toekomst hebben de jongens al nagedacht. Over tien jaar ziet M.O. een grootse undergroud hip hop scene voor zich, waarin een permanente rol voor hen is weggelegd. “Als wij niet bezig zijn met het zelf maken van muziek, wat me niet waarschijnlijk lijkt, wil ik anderen de kans geven, door feesten te organiseren enzo. De underground scene is aan het groeien. Deze scene heeft zeker potentie om zalen met vijftienhonderd man te vullen. Jouw kinderen gaan later naar hip hop luisteren. Wacht maar!”

Komende donderdag 29 januari treden M.O. & Brakko op bij de Club 3VOOR12/Amsterdam hiphop-editie in Bitterzoet, met daarnaast Diggy Dex, Surya en Robian en dj Danny de Funk.