Romantiek: afgehakte vinger verpakt in een suikerspin

Jens Lekman slaagt live door professionele uitvoering van zoetste liedjes

Tekst: Ruzan Tsjobanjan Foto's: Jilles van Dam, ,

Soms is het waardevol om stil te staan bij de kleine dingen des levens en de tijd te nemen om ervan te genieten. Zeker als deze dingen zo groots en meeslepend zijn als in het geval van de zanger Jens Lekman. In Paradiso bewees hij dat zelfs zwartgalligheid mierzoet kan zijn.

Jens Lekman slaagt live door professionele uitvoering van zoetste liedjes

“Dit is een lied om te kappen met alle bullshit en door te gaan met onze levens.” We schrijven 26 februari 2008 in Paradiso. Aan het woord is Jens Lekman, het Zweedse zangpareltje wiens laatste album Night Falls Over Kortedala qua zoetheid een suikerspin overtreft. Vervolgens galmt het: “I am leaving you because I don’t love you”. Harde realiteit, maar gezongen met zoveel warmte dat het bijna voor een liefdeslied doorgaat. Deze tweeledigheid kenmerkt Lekman: zijn songteksten staan bol van sarcasme, maar ook de romantische referenties vliegen je om de oren. Het dubbele gezicht van de zanger komt ook tot uiting in het onderonsje dat hij vóór het optreden heeft met 3VOOR12/Amsterdam. “Ik begrijp de realiteit niet. Zonder romantiek zou ik dood zijn”, meldt hij op zekere toon. Om daar direct aan toe te voegen: “Wat romantiek voor mij is? Het zitten in een wachtkamer met een afgehakte vinger en mijn hoofd leunend op een ander persoon.” Kijk niet raar op als Lekman deze gefantaseerde situatie vertelt alsof het echt gebeurd is, want: “Mijn geest is reconstrueert situaties op een verdraaide manier. Het verzinnen van verhalen is mijn beschermingsmechanisme tegen de echte wereld.” Feiten en bekende situaties betekenen sowieso niet veel voor Lekman. “Ik kijk ernaar uit dat er onverwachte dingen gebeuren. Rare dingen maken het leven memorabel.” Om de vraag hoe hij dit verwerkt in zijn muziek, moet hij lachen: “Ik heb altijd tegen mijn band geschreeuwd: speel slechter! Maar ik besef nu dat het beter is als ik zelf slechter speel. Ik ben een perfectionist die ernaar streeft om een amateur te zijn. Het is niet af wanneer het perfect is.” Vanavond is van deze drang naar imperfectie echter niet veel te merken. Lekman oogt frêle, maar stelt dit beeld bij zodra hij begint te zingen. Zijn klank is krachtig en meeslepend, maar waar nodig ook fragiel en breekbaar. Lekman is in staat om zijn luisteraar binnen een paar minuten laten lachen, dan huilen en door die tranen heen opnieuw laten lachen. Hij is één van die zeldzame artiesten wiens stem veelzijdig genoeg is om ieder persoon in de zaal te raken. Ook ontpopt hij zich tot een echte showman. De verhalen die hij vertelt, zijn humoristisch en pakkend. Hij huppelt rond als een uitgelaten hond en nodigt het publiek constant uit om te participeren aan de uitvoering van de songs. A Sweet Summer’s Night on Hammer Hill, het liedje waarin hij een bonkend hart imiteert, sluit Lekman af door de microfoon tegen zijn eigen borst te leggen. Raar is het niet zozeer, wel ongewoon en erg menselijk. Jongens én meiden hangen aan zijn lippen. Menigeen verlaat de zaal met vlinders in de buik. Verder valt ook de rest van het optreden qua rariteiten enorm mee. De setlist is solide en herbergt voornamelijk opgewekte songs zoals The Opposite of Hallelujah, Black Cab en Maple Leaves. Zonde is dat het podium zelf in vergelijking met deze muzikale weelderigheid kaal lijkt en de sfeer tussen de muzikanten afstandelijk aandoet. Het werk dat zij afleveren is daarentegen bezield, verfijnd, romantisch. En erg professioneel. De viool en de cello nemen een prominent deel in de uitvoering in; bij vlagen klinken ze met zijn tweeën zelfs als een compleet strijkkwartet. Daarbij maakt Lekman veelvuldig gebruik van geluidssamples. Dit creëert in combinatie met de traditionele strijkinstrumenten een originele samenwerking die de dynamiek binnen de songs versterkt. De liedjes zijn in hun oorspronkelijke vorm nogal gevuld: tramgeluiden, miauwende katten, Lekman stopt er van alles in. Mooi is dat deze aanpak ook live slaagt. Er is geen sprake van overdaad en de muziek blijft consistent toegankelijk. De suikerspin van Jens Lekman is zoet, maar je breekt je tanden er niet op. Je krijgt er hooguit plakhandjes van, maar daardoor wil je er hoogstens nog één wegsnoepen en het liefst wel meteen.