De Nits knalt opnieuw de popscene in

Band verrast met up-tempo alternatieve popplaat Doing The Dishes

Tekst: Jasper van der Put Foto's: Wieke Bonnier, ,

De laatste jaren werd het steeds stiller rond de Nits. De muziek werd ingetogener, en het grote publiek werd minder en minder gezocht. Maar dan is daar opeens de onstuimige popplaat Doing The Dishes, als een donderslag bij heldere hemel. Zanger/gitarist Henk Hofstede: “Het is nu veel popperiger"

Band verrast met up-tempo alternatieve popplaat Doing The Dishes

Het lukt artiesten maar zelden om op eigen kracht vanuit de luwte van het poplandschap weer in beeld te komen bij het grote publiek. Vaak is daar een groots aangekondigde reünietournee voor nodig (denk aan Led Zeppelin, The Police of Doe Maar). Bovendien is het vaker niet meer dan een nostalgische herkauwing van het verleden en zit een behoorlijk album er niet meer in. Als er überhaupt nieuw materiaal bij komt kijken. De Nits zijn echter geen alledaagse band. Het drietal maakt vierendertig jaar na oprichting en twintig jaar na het (commerciële) hoogtepunt van hun carrière gewoon een plaat die de band weer middenin de vaderlandse popscene plaatst. We spreken de band op een aangenaam zonnige zondagmiddag tijdens de voorbereiding van hun concert in de Kleine Komedie. Met als grote vraag: hoe komt een band als de Nits na het ingetogen, donkere Les Nuits (2004) nou aan een plaat als Doing the Dishes? Drummer Rob Kloet: “Les Nuits was voor mij heel erg een onderzoek in het kleine en het fijne. Toen we begonnen deze plaat op te nemen, had ik zin om weer eens wat simpeler, krachtiger spel te proberen. Dus ik ging met alleen basdrum, snare, hi-hat en één bekken de repetitieruimte in. Kijken hoe de rest –met, naast Hofstede, Robert Jan Stips op toetsen- erop zou reageren.” Die aanpak heeft verrassende gevolgen. Er lijkt een soort nieuwe vitaliteit in de band te zijn gekropen. Ook tijdens het optreden later die dag is dat duidelijk te merken. Liedjes als No Man’s Land, Mrs. Sunlight en single The Flowers barsten van de positieve energie en behoren bovendien tot het meest catchy werk van de band. “De laatste tijd was het misschien wat te traag, te bedachtzaam,” meent ook zanger/gitarist Henk Hofstede. “Het is nu veel popperiger. In een paar korte sessies werd de toon gezet. Up-tempo, grillig, wat korreliger bovendien. Eigenlijk heel erg gebaseerd op wat wij redelijk goed kunnen: Gewoon met zijn drieën gaan zitten en bijna live spelen.” Een compacte bandplaat is het geworden, die stilistisch lekker divers is. “Ik ben nogal grillig aan het schrijven gegaan,” aldus Hofstede “Ik zie het meer als een verzameling korte verhalen dan een plaat met één thema. Ze mochten van mij ook echt tegenover elkaar staan. Zo’n nummer als I’m a Fly, schrijven vanuit het perspectief van een vlieg, dat mag echt helemaal op deze plaat.” Vrijheid, blijheid dus. Ook bij het optreden in de Kleine Komedie blijkt dat weer: Er wordt gelachen om grappen over banjo’s (heel flauw), en vooral met heel veel plezier muziek gemaakt. Jonge honden zijn het niet meer, die Nits, maar nog net zo speels als toen ze jong waren. Een andere invloed op de kracht van deze plaat is ongetwijfeld de tour die de band in 2006 deed met de progrockers van Uriah Heep. De band vond bij hen de inspiratie voor het heerlijk gruizige Moon Dog. Kloet: “Dat was erg leuk. Ontzettend aardige mensen. In het begin denk je wel even van 'wat moeten we nou met die Uriah Heep tattoos,' maar dat was geen probleem. Zij hadden ook een akoestische aanpak bedacht, Acoustically Driven heette dat. Dat was... redelijk akoestisch maar nog steeds behoorlijk heftig (lacht). Het is niet dat we denken van 'laten we eens een plaat als Uriah Heep maken,' maar alles wat ik meemaak komt op een gegeven moment terug in mijn spel.” De referenties naar de fenomenale liveplaat Urk uit 1989 zijn door deze nieuwe energieke aanpak niet geheel uit de lucht gegrepen. Die plaat opende destijds veel nieuwe deuren voor de band. Sinds die tijd zijn ze live alleen nog maar hechter geworden. Op het podium van de Kleine Komedie, dat –zoals gebruikelijk bij de Nits- weer van een fantastisch decor is voorzien, is een band te zien die weet hoe een concert op te bouwen en uit de losse pols een prachtige dwarsdoorsnede geeft van hun imposante oeuvre. Waarbij de hits Nescio en In The Dutch Mountains net dat beetje extra meekrijgen. Op die momenten lijkt de band als het ware boven zichzelf uit te stijgen. Hoe is hun inschatting bij Doing The Dishes? Hofstede: “Ik zie het inderdaad wel gebeuren dat door zo’n soort plaat niet zozeer een verjonging plaatsvindt maar wel een ander gebied er weer bijkomt.” Maar het is niet ‘des Nits’ om in herhaling te vallen. “Je draagt altijd je historie met je mee,” zegt Kloet, “maar de vraag is: Wat doe je ermee? Ik denk niet dat wij ons ooit hebben laten leiden door 'laten we een plaat maken als de vorige.'” Hofstede, bedachtzaam terugkijkend: “Urk was een soort bevestiging van alles wat zich daarvoor afspeelde. In The Dutch Mountains werd gigantisch in Europa. Dat had in de ogen van sommige mensen dan ook meteen over de hele wereld gemoeten. Op dat moment had ik daar geen zin in. Die vergroting van de band vond ik niet het meest interessant.” Zodoende verdween de Nits in de jaren die daarop volgden geleidelijk uit beeld bij het jonge poppubliek. Maar Doing The Dishes heeft als plaat alles in zich om de aansluiting te vinden bij een jong publiek. Want van Spinvis en Bauer tot Coparck: De Nits plaveiden voor hen al lang geleden een weg door het grensgebied tussen pop, avant garde en podiumkunst. En gezien de prestaties vanavond weten ze die weg nog steeds als geen ander te bewandelen. Ons advies: plunder de platenkast van je ouders, en ga dan als een haas via de platenzaak naar het dichtstbijzijnde concert. De Nits zijn hip! Gezien: De Nits, Kleine Komedie, 17 februari 2008 Interview: Jasper van der Put Fotografie: Wieke Bonnier