Selma, Umbrellas en de kunst van het vergeten van een studie psychologie

Paraplu breekt in stortvloed paraplubegrippen

Tekst: Wieke Bonnier ,

Songteksten kunnen aan je oor blijven haken dankzij een korte ‘hook’ of een kleine wending die net even raak is. Ze hebben als voordeel boven een kale tekst of een gedicht dat de melodie je eerder overhaalt om enthousiast te worden. De muziek van Selma maakt nieuwsgierig naar wat ze zou vertellen als ze voortaan vergat te denken als een psycholoog.

Paraplu breekt in stortvloed paraplubegrippen

Eigenlijk zijn paraplu’s ondingen, ze waaien makkelijk kapot. Maar ze zijn ook stemmig, zwart vaak en dat past mooi bij de muziek op Selma’s debuut-cd Umbrellas. Selma houdt van regen, die alle geluiden harder maakt, om er gloedvol tegen in te galmen. Selma heeft een hoge klassieke stem die omhoog schiet in een melancholiek timbre. Ze combineert Spaanse gitaar en Turkse luit met ritmes uit het Midden-Oosten. Het is een uitdaging om met een paraplu zwaar weer te doorstaan, maar soms komt Selma van de regen in de drup met teksten die druilerig aandoen.
‘Show don’t tell,’ zo wil zo’n beetje de meest basale schrijfregel. Een regel die werkt, ongeacht het genre. Zelfs een academisch gedrocht wordt een stuk levendiger als je beschrijvend te werk gaat zonder te vervallen in een theoretisch staccato. Singer-songwriters hoeven zich als muzikanten een stuk minder aan te trekken van schrijfconventies, maar het blijven liedjesschrijvers: schrijvers die teksten schrijven die hun nummers, als het meezit, onderscheiden van een clichématig popliedje.
Toch kun je je nog lelijk vergissen in het schijnbare gemak waarmee een hit mensen raakt. Als contrast moet je als singer-songwriter - en dan eentje van het gevoelvolle zingen zoals Selma – aanmodderen met gevoelsstuipen op zoek naar een gevoelige snaar. Het risico bestaat dat je zoekend in een psychologisch jargon gaat praten. Dat is niet minder clichématig dan een hitwonder van drie regels. Sterker nog, bij die hit zit de kracht in de eenvoud, terwijl therapeutische wendingen topzwaar kunnen zijn.

Selma schrijft vrij donkere gitaarliedjes, opgeluisterd door oosterse klanken. Die combinatie is origineel een past ook mooi bij haar stem. Tot zover werkt de paraplu als vangnet van Amsterdamse geluiden. De cd getuigt van een interesse in levensvragen waar op zich niets op aan te merken is. Het zit ook niet in de benadering op zich, die kan op een volgend album makkelijk een kracht blijken. Psychologisch inzicht moet je alleen niet willen vertalen naar zelfhulpboekenpraat en ander therapeutisch geleuter.

Iemand die zich bijvoorbeeld wil losmaken van zijn of haar jeugd toont dat in kleine beschrijvende dingen, in situaties, niet door een pontificaal ‘save me from my childhood’ zoals Selma nu laat horen. Zo praat iemand die niet in therapie is niet. En als iemand die in therapie is wel zo praat, dan heeft die persoon niet door dat de somberheid gevoed wordt een sluimerende nietszeggendheid. Wie wil getuigen van zijn of haar jeugd kan dat beter doen in beschrijvingen van details en kleine gebeurtenissen dan in algemene termen. Dan wordt de paraplu te groot, te omvattend en moet je oppassen dat je op tijd loslaat als er echt een storm opsteekt. Een storm desnoods die zo klein zou kunnen zijn als die in een glas water, maar die in alle onbenulligheid psychologische diepgang zou laten zien. Diepgang die Selma al wel kan laten horen in haar gevoel voor melodische details.