Lily Kiara doet de dingen op haar eigen manier

“Ik wil meer in Nederland gaan spelen”

Tekst en foto's: Brechtje Keulen, ,

Lily Kiara is een veelzijdige artiest. Ze is al twintig jaar professioneel danseres, heeft haar eigen label voor muziek en poëzie en bracht begin 2008 haar tweede volledige album uit. In het voorjaar van 2009 staat een tour door Amerika gepland. 3VOOR12/Amsterdam sprak met haar.

“Ik wil meer in Nederland gaan spelen”

Het is een goed jaar voor Lily Kiara. Enkele maanden geleden bracht ze haar tweede volledige solo-album uit op haar gloednieuwe eigen label Sibyl Sings. De recensies zijn positief, de mix van muziek en poëzie wordt gewaardeerd. Ze speelt haar solo-dansvoorstelling over de hele wereld, en gaat eind van het jaar een kleine tour door Amerika maken met muziek en poëzie. Na een tijdje in New York te zijn geweest, om vast contacten te leggen en wat te spelen, is Kiara nu net terug in Nederland. Met jetlag, maar nog zonder bagage. Kun je eigenlijk wel zonder je gitaar? “Nee! Ik had bij het reizen altijd alleen mijn Baby Taylor bij me, maar nu ik echt optredens had wilde ik mijn grote gitaar meenemen. Dus ik heb voor het eerst een koffer gekocht, en nu is die niet aangekomen. Ik hoop maar dat het goed gaat” Wat ging je precies doen in Amerika? “Het was bedoeld als een voorbereiding op volgend jaar, als ik een tour ga doen door Amerika. Ik heb er al eerder gespeeld, maar ik vond het handig om er gewoon even heen te gaan om de eerste contacten te maken. Je kunt wel cd’s opsturen of bellen, maar het beste is toch ‘to show up and play.’ Ik heb eigenlijk vooral tussen 1997 en 2001 veel in Amerika gespeeld, met name in Seattle. Ik kwam daar terecht via de dans. Overdag volgde ik een training en ’s avonds maakte ik muziek.” Hoe hou je al die disciplines in evenwicht? Heb je nooit het gevoel dat je moet kiezen tussen dans, muziek en poëzie? “Ik dans al twintig jaar professioneel, dus ja, daar leef ik van. In die zin is dat het hoofddeel, maar voor mij is het heel natuurlijk om ook muziek te maken. Ik heb altijd alles naast elkaar gedaan. Nu ik meer muziek maak en mijn eigen label en album heb, wil ik graag meer optredens gaan doen. Ik heb niet het gevoel dat ik per se moet kiezen, en dat zou ik ook niet willen. Ik heb een dansopleiding gedaan en geen muziekopleiding. Daar heb ik een keuze gemaakt, maar geen keuze om het een óf het ander te doen.” Is jouw label Sibyl Sings uniek in het combineren van muziek en poëzie? “Dat weet ik eigenlijk niet. Ik heb dit gewoon opgericht omdat ik het wilde doen. In New York had je eerst Mouth Almighty Records, dat was echt voor spoken word, maar het bestaat helaas niet meer. Omdat ik gewoon dingen wil doen zoals ik ze graag doe, wilde ik mijn eigen label oprichten. Ik wil niet wachten tot er een label komt. Ik ben gewoon bezig, en dat wil ik nu doen. Als ik iets heel snel wil doen, dan kan dat. Als een label geïnteresseerd is, vind ik het ook goed, maar ik ga niet op zoek.” Hoe is je eerste album, On This Ground, ontvangen? “De recensies zijn heel goed tot nu toe. Wat ik leuk vind, is dat er ook over de teksten en de poëzie geschreven wordt. Soms ben je met iets bezig, en dan wordt het helemaal niet opgepikt, dan focust iemand zich alleen op de buitenkant. Nu heb ik het gevoel dat het bij elkaar komt. Ik heb het gevoel dat het als geheel wordt beschreven en dat vind ik heel erg leuk.” Voor dat album heb je alles zelf gedaan. Was dat niet ontzettend moeilijk? “Ik vind het vooral heel leuk. Alles behalve de mastering heb ik zelf gedaan. Soms is het lastig omdat je even afstand moet nemen. Dan zit je er zo in, dat het nodig is dat er even iemand anders naar luistert. Soms maak ik verschillende mixen, en kom dan uiteindelijk toch terug bij hoe ik begon. En dan weet ik weer meer over waarom ik dat zo wilde. Ik heb nu de vrijheid om dat te doen.” Het klinkt een beetje alsof je graag de touwtjes in handen wil houden. “Ik snap wel dat dat zo klinkt, maar ik werk ook veel samen. Nu bijvoorbeeld met Julyen Hamilton. Ik hou er heel erg van om met autonome mensen te werken en dan samen een project op te zetten. Dat ik wel vaak degene ben die het initieert en de organisatie doet is maar een deel van het verhaal, het is gewoon het gemakkelijkste als één iemand dat doet. Het is niet zo dat ik alles zit te controleren ofzo, helemaal niet. Ik geef het wel richting en vind het vooral allemaal heel leuk.” Waar haal je inspiratie vandaan voor al die kunstvormen? “Uit veel verschillende mensen en dingen. Het maken van dans of muziek of poëzie is voor mij een soort ode aan de verbeelding. Het gaat mij erom dat je bijna tastbaar kan maken wat je niet ziet. In poëzie gaat het bijvoorbeeld vaak om wat er tussen de regels gebeurt. Veel schrijvers inspireren me. Allen Ginsberg, beatpoet en schrijver, is zo iemand. Eigenlijk alle beatpoets, maar vooral hij. En dichter en muzikant Sekou Sundiata. Het lichaam zelf inspireert me ook; in beweging of stilte. Ik denk heel veel in termen van het lichaam. Hoe iets werkt in je lichaam en hoe je dat gebruikt om je daarmee aan andere dingen te relateren.” Zijn er plekken waar je graag nog eens zou willen spelen? “Ik zou bijvoorbeeld heel graag op Motel Mozaïque, Crossing Border of Poetry International willen staan. Ik hou gewoon heel erg van wat daar op die interdisciplinaire festivals gebeurt. In Fantasio zou ik graag nog eens willen staan; dat vind ik zo’n mooie plek. Ik wil sowieso meer gaan spelen in Nederland.” Dat is eigenlijk een beetje de omgekeerde wereld: de meeste bands spelen eerst in Nederland, en gaan daarna pas naar het buitenland. “Ja. Het is eigenlijk vanzelf zo gegaan; ik heb het niet gepland. Ik was veel in het buitenland om te dansen. Ik had ook het gevoel dat de muziekscene in Amerika toegankelijker is, dat ik veel gemakkelijker ergens naartoe kon gaan om te spelen. Maar het kan best zijn dat ik gewoon gemist heb dat dit in Nederland ook zo is.” Interview en fotografie: Brechtje Keulen