Spelen voor de GRAP: een leuk initiatief voor talentvolle Amsterdamse bandjes

Amsterdams publiek mist iets door afwezigheid

Tekst: Sanne van Roon Foto's: Jiery van Roon, ,

Zaterdagavond 25 augustus vond in de Melkweg de vijftiende editie van Spelen voor de GRAP plaats. Op dit festival kregen talentvolle Amsterdamse bandjes de kans om zich te presenteren. Negen bandjes met allemaal een andere eigen sound, dus genoeg variatie en voor ieder wat wils. Een leuke mogelijkheid om aanstormende bandjes aan het werk te kunnen zien. Jammer genoeg was de avond niet heel druk bezocht.

Amsterdams publiek mist iets door afwezigheid

De titel Spelen voor de GRAP stamt uit begin jaren 80, toen Stichting GRAP bestond uit een collectief van muzikanten en bands. Elk jaar organiseerde zij het gelijknamige festival waar alle aangesloten bands optraden. De eerste keer dat dit festival werd georganiseerd was in 1982, de voorlopig laatste editie vond plaats in 1994. In 2005 werd er na lange tijd weer een Spelen voor de GRAP georganiseerd. Bedoeling van het festival is om talentvolle Amsterdamse bandjes onder de aandacht te brengen. Met negen Amsterdamse bandjes op het programma kent de vijftiende editie een uitgebreide programmering. De Oude Zaal en de Max van de Melkweg vormen het podium. Het is jammer dat alle bands op één avond moesten spelen, waardoor overlap in de speeltijden geprogrammeerd was. Elke band had ook slechts een half uur speeltijd, een korte tijd om indruk te maken op het publiek. Kitty Got Sued speelt in de Max. Deze normaal gesproken tweepersoonsformatie wordt bij liveoptredens vergezeld door een derde bandlid, Einar Ihle op bas. Kitty Got Sued is een electroband met een soort jaren '80 electropop/disco. Het is nog behoorlijk leeg in de zaal, maar zangeres Katja van Keeken doet enthousiast haar best om het aanwezige publiek naar voren en aan het dansen te krijgen, wat ook lukt. Zeker een vermakelijk optreden van deze jonge band. Daarna door naar John Carrie and Moor Green in de Oude Zaal. De band won dit jaar de Winston Popprijs en heeft net debuutalbum 'Folk is not happy' uitgebracht. Hoewel singer/songwriter John Carrie Iers is, woont de voltallige band in Amsterdam. De muziek van John Carrie and Moor Green is gevarieerd. Voornamelijk lekker rockende nummers met een beetje reggae en folk, afgewisseld met rustige nummers. John Carrie heeft een heerlijke intense stem en het optreden is een genot om naar te luisteren. Het Amsterdamse trio Furistic maakt experimentele rock. De band zet gelijk hard in. De bandleden komen in het begin wat zenuwachtig over en zangeres Jolien Grunberg lijkt ook niet optimaal bij stem te zijn. Het publiek lijkt te moeten wennen aan, onder andere, de theatrale aspecten van de band. In combinatie met de aparte sound is de band moeilijker te peilen. Halverwege het optreden lijkt de band van de zenuwen ontdaan en de laatste nummers komen beter over. Dan is het tijd voor Check 1-2. Vier mannen op het podium, dat knus ingericht is. Check 1-2 maakt garagerock jaren '60 stijl, met country- en soulinvloeden. De muziek zit goed in elkaar en luistert heerlijk weg. Aanstekelijke en feelgoodmuziek. Wat een ontzettend leuke band is dit, het publiek is enthousiast en geniet zichtbaar. Ook General Electric Paradise (GEP) laat een combinatie van electro en rock horen, hoewel de rock meer op de voorgrond staat. De band bestaat uit vier mannen: de drummer, twee gitaristen (waaronder de zanger) en een toetsenist. De wat meer uptemponummers slaan goed aan bij het publiek. Bij de wat langzamere nummers slaat de zaal echter wat dood en verliest het publiek de aandacht een beetje. Dan alweer het voorlaatste optreden, verzorgd door The Raving Bonkers. Wat een apart concept heeft deze band. De bandleden, vier weliswaar in pak gekleedde heren maar dan zonder iets eronder, dus buiken in overvloed. En dan de muziek. Drie gitaristen en een drummer, maar ondanks van de aanwezigheid van een microfoon op podium géén zang. De mannen maken naar eigen zeggen garage-surf. De bandleden rennen en vliegen als jonge honden over het podium. Elke keer als je denkt dat er toch gezongen gaat worden, wordt gewoon verder gerockt. De voorstelronde van een van de bandleden brengt enige verheldering over het concept: 'Dit zijn Jolanda, Barbara en Erica... Verder lul ik altijd te veel op het podium en dat moet ik gewoon niet doen.' Daar blijft het qua vocalen ook bij, op een enkele schreeuw en kreet na. Het lijkt het publiek niet te deren, want er wordt actief gedanst en gesprongen. Met covers van Mala Vita, Black Sabbath en Dick Dale is het ook moeilijk stilstaan. Of deze manier van optreden gedurende langere tijd blijft boeien is de vraag, maar een half uur lang was het leuk en origineel genoeg om de aandacht vast te houden. Afsluiter van het festival is Food for Funk. Bij dit samenwerkingsverband verschijnen er veel, heel veel mensen op het podium met de bijbehorende instrumenten: drums, trommels, blaasinstrumenten eigenlijk van alles. Er wordt gewerkt met verschillende gastartiesten. Zo verschijnen bij dit optreden de Veelplegers, Senna en Big Boy Caprice op het podium. Qua stijl totaal iets anders dan de overige bandjes deze avond, want Food for Funk brengt funk, gemengd met soul, R&B en rap. Indrukwekkend om zoveel mensen op het podium te zien. En eindelijk staat ook de zaal helemaal vol. Met een relaxed optreden en zo wordt deze avond swingend afgesloten.