Folk Is Not Happy. Zo heet het dit jaar verschenen debuutalbum van John Carrie. Deze voormalige Ierse straatmuzikant woont nu in Amsterdam en samen met zijn driekoppige band Moor Green druk bezig om groot te worden. Op dit moment hebben ze nog geen platencontract. Maar nu Folk Is Not Happy is uitgekomen, kan de deal niet veel langer op zich laten wachten. De titel doet vermoeden dat het album vol staat met treurige folkmuziek. Maar niets is minder waar. Daar heeft het viertal net te veel voor in huis.
Melancholie is qua emotie één van de rode draden die de tracks bijeen houdt. In Space Between zingt John met een lichte snik in zijn stem over mislukte liefde. Autumn doet denken aan grijze herfstdagen waarop je het leven overdenkt. Interessant aan deze song is het koor dat tegen het eind plots de ingetogenheid doorbreekt. A Broken Toast wordt gekenmerkt door de diepste treurnis. De tekst heeft John geschreven ter ere van zijn overleden broer. De productie is intiem en geeft zijn stem de ruimte om te schitteren. Hij klinkt tijdens de uithalen meerdere malen als Jeff Buckley. In de vijfde minuut gaat de afscheid over in boosheid en de stijl gaat over in rock, terwijl John uitjammert dat “no heart needs to bleed”. Dit denkbeeld is absoluut één van de toppers op Folk Is Not Happy.
Het album rockt ook op andere punten. De rauwe opener Today heeft een melodie die in je hoofd blijft rondwaren. Hier klinkt de band een beetje als Live. Johns iele stem voegt er wat countryfolk aan toe. Het is overigens vooral zijn stem die de groep rechtvaardigt als folkband, want er is maar één song die officieel binnen het genre valt: Only Love. Zowel de gitaartechnieken als de zang zijn hier gebaseerd op traditionele Ierse folk. De overige nummers zijn meer geïnspireerd op rock, pop, indie en zelfs reggae. Zo zit er in Head Down een verrassend stukje van het laatstgenoemde genre. Voeg daarbij Small Change, de punky indietrack met de te gekke opening en je krijgt een band die veel meer doet dan het bewijzen dat folk het tegendeel van vrolijk is.
Maar tijdens het luisteren knaagt iets. Want wat maakt het album gevoelsmatig tóch zo eenzijdig folky, ondanks een dergelijk gevarieerd revue aan stijlen als hierboven is beschreven? Zoals eerder gezegd is het Johns stem die het Ierse smaakje aan de songs toevoegt. Op zich niets mis mee, want de samentrekkingen tussen reggae, indie en folk zijn erg origineel en tonen de kwaliteiten van de band. Alleen, John beschikt niet altijd over voldoende zangtechniek en genoeg kracht in zijn stem om de variëteit binnen het album vocaal te ondersteunen. Zijn hoge en iele vocalen pakken soms perfect uit, zoals in A Broken Toast. Maar waar hij soms moet grommen, jammert hij. En waar ironie thuishoort, horen we slechts een lichte countrysnik. Wat meer lef zou zijn voordracht meer gezicht geven. En van hem de frontman maken die hij eigenlijk al is.
Dat hij inderdaad een frontman van formaat is, bewijzen de liveshows van de band. Eén van de meest recente optredens is die van 25 augustus jl. op de Uitmarkt 2007. Op deze avond is het viertal in optima forma. De songs wisselen elkaar in hoog tempo af. Daarbij vliegen de genres je wederom om de oren, wel tien keer zo snel als op het album. De opzet van de set is contrastrijk en vol tegenstellingen: van folk naar rock en van ballad naar punk, het publiek blijft aardig scherp en menigeen waagt zich aan een dansje. De band lijkt geen enkele adempauze nodig te hebben. Bovendien lijken de jongens het prima te doen zonder elkaars aanwijzingen: er hoeft maar een riff of een drumroffel te weerklinken en de rest springt er meteen op in. Het moge duidelijk zijn: John Carrie and Moor Green is op weg naar de top. En John zelf? Hij straalt één en al ziel en zaligheid uit. Hij springt, schreeuwt, gromt, tiert en kalmeert uiteindelijk om te berusten in melancholie. Zijn verlegenheid van de LP is spoorloos verdwenen.
3VOOR12/Amsterdam weet het kwartet na dit optreden te strikken voor een onderonsje. Gewoon, in de hal van de Melkweg. Uitbundig, luidruchtig en bezweet ploffen ze neer. Meteen vliegen de onderlinge grappen over en weer. Opnieuw wordt duidelijk hoe goed ze op elkaar zijn ingespeeld. Ze zijn blij, verheugd om het plotse enthousiasme van het publiek. “We hebben ze laten rocken!” roept Sjoerd, de magiër achter de toetsen die er op het podium zo nu en dan een koebel bij pakt. Hij vervolgd, ditmaal serieus: “We doen het voor de mensen. We zijn in staat om op verschillende manieren te performen. We doen ook optredens in de stijl van ‘in your livingroom’. Dat betekent voor ons een andere manier van optreden, een ander gebruik van onze stemmen en instrumenten”. John springt in: “Passie wint publiek, als je laat zien dat jij het leuk vindt, neem je de mensen met je mee. Vandaag hebben we kunnen rocken, dat doen we eigenlijk het liefst”.
Zijn ze dan ook van plan om in de toekomst meer te rocken? Ja, knikken ze allemaal. John legt uit dat de nieuwe plaat in de stijl van het optreden gaat worden opgenomen: gepassioneerd en contrastrijk. Het tempo wordt omhoog gegooid en de voetjes moeten van de vloer. Maar goed, hoe is het mogelijk om géén contrasten te krijgen in een band met zoveel verschillende inspiratiebronnen? “Neil Young”, klinkt het uit de rechterhoek. “Iron Maiden!”, galmt het van links. Van voren komt een bijna verontwaardigd “Dinosaur Jr. En Devendra Banhart!”. Het is net een spelletje. Maar willen ze ook net zo beroemd worden als Neil Young? Op deze vraag begint iedereen door elkaar te schreeuwen. John: “Dat is niet ons doel. Het mag natuurlijk altijd, maar het hoeft niet. Nu proberen we eerst om een platencontract te krijgen. We kunnen niet meer doen dan steeds betere shows neer te zetten. Ons nieuwe album komt eraan. Tot die tijd zullen we gewoon ons best blijven doen. Uiteindelijk willen we ook maar gewoon mooie dingen maken”.
John Carrie and Moor Green is op 16 september te zien in De Heeren van Aemstel en op 21 september in Fantasio.
De verlegenheid voorbij
Melancholische John Carrie gromt, tiert en knalt van het podium
John Carrie and Moor Green is een nieuw kwartet aan het Amsterdamse muzikaal front. 3VOOR12/Amsterdam recenseerde hun dit jaar verschenen debuutalbum, bezocht een optreden en sprak de mannen tussendoor zelf ook nog even.