Hooverphonic overschat kracht eigen repertoire

The Go Find prettige opener in de Melkweg

Tekst: Rens van den Boogaard Foto's: Brechtje Keulen, ,

Zeven jaar na het hitje Mad About You probeert Hooverphonic op haar zesde studioplaat een nieuw bestaansrecht voor zichzelf te vinden. Een kleine trouwe fanschare komt deze dinsdag naar de Melkweg om te kijken hoe dat gedurfdere en aardsere geluid live over gaat komen. Voorprogramma is het eveneens Belgische The Go Find, dat in de indietronics-stal van Morr Music hoge ogen gooit.

The Go Find prettige opener in de Melkweg

Het Belgische The Go Find is een project van Dieter Sermeus (in indiekringen bekend van Orange Black). Op het prestigieuze Duitse label Morr Music bracht hij in 2004 het album Miami uit, waarop hij met hulp van producer Styrofoam knutselde aan met elektronica doorweven inventieve indieliedjes. De band die daarna voor optredens werd geformeerd mocht mee de studio in voor opvolger Stars On The Wall, dat dit jaar verscheen en een nog beter uitgebalanceerd geluid laat horen. Door zich aan te kondigen als "de officiële soundcheckband van Hooverphonic" doet The Go Find zich dan ook te kort vanavond in de Melkweg. Het sterke liedjesmateriaal dat in een half uur voorbij komt getuigt van groot talent. Nog meer dan op plaat klinkt The Go Find live als een hechte en goed op elkaar ingespeelde band. Het nieuwe werk, dat op plaat vrij rustig is, wordt live iets gedurfder uitgevoerd. Hoogtepunt in het korte optreden is een prettig ontsporende versie van Over The Edge, een ijzersterk nummer van het eerste album. Hoofdact van de avond is Hooverphonic, een Vlaamse band die eind jaren negentig ontstond in de slipstream van de triphop die op dat moment floreerde in Bristol. De band was op de top van haar kunnen ten tijde van het album The Magnificent Tree, waarvan Mad About You een bescheiden hit werd. Zeven jaar later lijkt de band zichzelf af te vragen of hun dromerige ambientgeluid nog wel relevant is, en dus is er op het zesde studioalbum The President Of The LSD Golf Club een omslag te horen naar een aardser, meer rockend geluid. Het is precies tijdens die nummers dat Hooverphonic in de Melkweg weet te overtuigen. Als de bas een hoofdrol krijgt met stevig doorrollende grooves en de synths worden ingeruild voor een hammond lijkt de band in zijn element en krijgt het optreden plots vaart. Die vaart wordt er helaas voortdurend weer uitgehaald door de langzame zweverige nummers van de oudere albums. Die duren overwegend lang en bevatten niet de broodnodige spanningsboog. Zwakke plek van de band is opvallend genoeg blikvangster Geike. Haar zang is in kracht niet overtuigend, ze zit er af en toe naast en maakt soms vreemde keuzes in haar stemgeluid. Ze is pas na vijf nummers goed te horen, als ze alleen met de pianist een nummer mag vertolken, maar verzandt dan in een clichématige ballad. Op de momenten dat ze de hoogte in gaat, zoals in Expedition Impossible, blijkt ze vreemde tot de gothic behorende stemmaniertjes te hebben. Eigenlijk komt de zang alleen tot zijn recht als Geike vocaal wordt bijgestaan door de twee andere peilers van de band, Alex en Raymond. Het publiek lijkt hier niet om te malen en is juist enthousiast wanneer er oude nummers voorbij komen of er muzikaal ruimte wordt gemaakt voor de stem van Geike. Als de band voor zichzelf een ellenlang toegift ingepland blijkt te hebben, waarbij ze twee keer terugkomen voor in totaal zes nummers, slaat de stemming wel een klein beetje om. Zo hard wordt er niet meer geklapt als de band voor de derde keer het podium betreedt, hier en daar is een geeuw te zien, en de zaal drupt langzaam leeg richting de garderobe. Hooverphonic heeft op zes albums kennelijk niet genoeg interessant materiaal om een optreden iets minder dan twee uur boeiend te houden. De overschatting van het eigen repertoire wordt pijnlijk zichtbaar tijdens deze langgerekte toegift, die bovendien getuigt van een soort misplaatste grootheidswaanzin. Nee, dan liever de bescheidenheid van het wel overtuigende The Go Find. Gezien: Hooverphonic en The Go Find, Melkweg The Max, dinsdag 27 november 2007 Recensie: Rens van den Boogaard Fotografie: Brechtje Keulen