“Wie komt er hier allemaal uit Amsterdam?”, vraagt zanger Marco Roelofs aan het publiek in De Melkweg. Een paar mensen nemen de moeite hun hand op te steken. “En wie komt er hier allemaal uit Limburg?”, vervolgt de zanger. De zaal schreeuwt het uit.
Afgelopen vrijdag presenteerde De Heideroosjes hun achtste album “Chapter Eight, The Golden State” en, ja, dat werd uiteraard weer een feestje. Een Limburgs feestje in Amsterdam.
Dat het een feest wordt als De Heideroosjes komt spelen is eigenlijk niks nieuws. In de eerste versie van het script over de albumpresentatie zou de band de kleine zaal aandoen, maar de vraag overtrof het aanbod. De band verhuisde naar de Oude Zaal en ook die ging vol.
Overigens leek de zaal moeilijk op stoom te komen tijdens het voorprogramma van On/Off. Deze Ierse band die in Ierland nog had gediend als locomotief om De Heideroosjes daar de grotere zalen in te helpen, kon met hun punkrock uit de categorie Fall Out Boy en Panic! at the Disco amper op interesse van het publiek rekenen. Hoewel de band een heel behoorlijke set speelde, was het niet bij machten om meer dan een klein gedeelte van het publiek te bekoren. Mogelijk dat de aanwezigen moeite hadden met de het voorkomen van On/Off, want De Heideroosjes mogen dan een generatie ouder zijn, ze zijn in ieder geval energieker en zien er een stuk fitter uit. Zo heeft zanger Paul van de jonge twintigers al een behoorlijke bierbuik en lijkt bassist Gary de reincarnatie van Neil uit The Young Ones. Kortom, niet een punkrockband die visueel een positief onderscheidende indruk maakt.
Voor On/Off bleek spijtig genoeg een Heideroosjes-kreet van toepassing die al sinds halverwege de jaren ’90 niet meer weg te denken is uit muziektempels en popfestivals: “I’m not Deaf, I’m just Ignoring You”.
De Heideroosjes zelf lieten er zoals verwacht geen gras over groeien. De band die achttien jaar geleden begon als een puberaal rammelend punkbandje is inmiddels uitgegroeid tot een volwassen band met een gedegen live-reputatie. Iedere liefhebber van een stevig stukje gitaarwerk kon afgelopen vrijdag wel zijn ei kwijt, want de Limburgers spelen meer dan alleen drie-akkoorden punk. Eigenlijk heeft het kwartet de laatste jaren bewezen voor iedereen een interessante band te kunnen zijn. Ze spelen Nederlandstalig en Engelstalig, doen een snufje folk, hardcore en punk, proberen enerzijds moralistisch over te komen, terwijl anderzijds de meligheid hoogtij viert. Het ene moment verhaalt Roelofs over ‘The War on Terror’, het andere moment valt bassist Fred het publiek weer eens lastig met krukdroge opmerkingen en blijkt hij een nieuwe grapjas aan te hebben. Aan de ene kant ligt daar de kracht van de band, aan de andere kant is dat ook meteen de grootste zwakte. Voor een eenmalige passant zal het bijvoorbeeld onbegrijpelijk zijn dat één en dezelfde band op een avond een hardcorenummer als ‘Nothing’s Wrong’ speelt en even later doodleuk de melige gouwe ouwe ‘Johnnie en Anita’ ten gehore brengt.
Toch overheerst vooral de sympathie die de band opwekt. Weinig Nederlandse band timmeren al zolang en zo gestaag aan de weg als De Heideroosjes. En met succes. Het rammelende bandje van vroeger is verleden tijd. Tijdens een concert is tegenwoordig elke klap raak, slaat ieder akkoord in en wordt met respect gesproken over deze energieke band. Over de grenzen en binnen de grenzen. Zowel in Limburg als in Amsterdam.
Thuiswedstrijd voor De Heideroosjes in een volle Melkweg
Na achtien jaar: breed en elke klap raak
De band die achttien jaar geleden begon als een puberaal rammelend punkbandje is inmiddels uitgegroeid tot een volwassen band met een gedegen live-reputatie. Iedere liefhebber van een stevig stukje gitaarwerk zijn ei kwijt, want de Limburgers spelen meer dan alleen drie-akkoorden punk.