The Frames speelt Melkweg plat

Swelter uit Zwolle opent met tijdloos klinkende liedjes

Rens van den Boogaard, ,

The Frames speelden 21 november de Melkweg plat. Rens van den Boogaard was erbij. Hij was onder de indruk van het strakke en dynamische optreden van de Ieren.

Swelter uit Zwolle opent met tijdloos klinkende liedjes

De Ierse groep The Frames timmert al jaren aan de weg en speelt in eigen land al sinds 1995 voor uitverkochte zalen. De goed in elkaar stekende gitaarliedjes, met viool en spannende intermezzo’s in het straatje van Radiohead, slaan sinds enige tijd ook aan in de rest van Europa. Dankzij eerdere optredens in Nederland heeft de band een zekere reputatie opgebouwd, en waar eerst De Oude Zaal van de Melkweg was geboekt bleek uiteindelijk zelfs The Max te klein. De hooggespannen verwachtingen in die volgepakte zaal werden moeiteloos ingelost. Het uit Zwolle afkomstige Swelter mag de aftrap verzorgen. De band speelt tijdloos klinkende liedjes met kop en staart in de goede Nederlandse traditie van bijvoorbeeld Johan en aanverwanten uit de Excelsior-stal. Ze laten zich niet van de wijs brengen door de entourage en spelen een strakke set. Het volle geluid plaatst de dynamiek wat naar de achtergrond, maar zorgt er wel voor dat de band staat als een huis. Frontman Bart Drost oogt ontspannen en vermaakt het publiek met luchtige aankondigingen. Hoewel de liedjes soms wat aan de lange kant zijn heeft Swelter uiteindelijk aan een half uur precies genoeg om te blijven boeien én de zaal mee te krijgen. Op het nieuwste album van The Frames heeft het experiment wat terrein verloren ten opzichte van het liedje. Live laat de band gelukkig met een ingetogen instrumentale opener horen dat ze nog precies weten hoe je een spanningsboog opzet. Die wordt daarna moeiteloos vastgehouden met een afwisseling van oude en nieuwe songs en schakelend tussen uitbarstingen en fluisterend ingetogen passages. De band speelt strak, dynamisch en presenteert een, mede dankzij een violist die de Ierse clichés overstijgt, zeer eigen geluid. Belangrijkste troef is zanger/gitarist Glen Hansard die live nog intenser klinkt dan op plaat en het hele spectrum tussen laag en kopstem en fluisteren en schreeuwen bespeelt zonder geforceerd of vals te klinken. De geboren entertainer praat met het publiek als je beste vriend in de kroeg of je opa die een verhaal vertelt en zet spontaan No woman no cry in als zijn gitaarband losschiet en de band stilvalt. Voor dit laatste excuseert hij zich vervolgens netjes met de woorden ‘I’m sorry for that. No white man should ever play reggae.’ De verbazing waarmee de band reageert op het enthousiasme van de zaal doet verdacht aan voor wie The Frames eerder heeft gezien. De band lijkt het publiek en hun participatie namelijk iedere avond even onverwacht geweldig te vinden. Maar wie kan liplezen ziet Hansard toch echt tegen zijn drummer ‘they’re fucking good’ zeggen, en het enorme spelplezier dat twee uur lang van de Ieren afspat valt toch moeilijk te acteren. Als ze dat spelplezier vasthouden en de verbazing van zich afgooien gaan we nog veel vaker op dit bizarre niveau genieten van deze boeiende liveband.