Goede sfeer en energie op Wasted festival 6 en 7 mei

op een paar skinheads na

Joost de Jong Fotografie: Maarten Gillavry, ,

Het is met enige achterdocht dat ik mijn oordopjes in doe en de Melkweg betreedt. Dit weekend is het Wasted Festival – een van de belangrijkste punkfestivals ter wereld – en punk is over het algemeen nogal… luid. Bovendien – word ik nu niet ontzettend in elkaar getrapt? Ik heb helemaal geen punkshirt aan!

op een paar skinheads na

Het valt me alles mee. Het geluid is te verdragen, het ligt zelfs prettig in het gehoor, en er wordt ontzettend veel geknuffeld in de met kraampjes overladen hal van de Melkweg. “Kom mee naar binnen, fuck!” En ik wordt van optreden naar optreden gesleept door mensen die daarna net zo snel weer verdwijnen. Het knuffelen blijkt slechts voorspel voor de mosh pits die zich onherroepelijk vormen vooraan in de zaal. Het is tijdens dit tafereel dat ook de skinheads hun head laten zien. “Ze moeten altijd even laten zien dat ze er zijn,” is de verklaring, “ze hebben geen eigen muzieksoort.” Interessante situatie. Terug in de hal kijk ik verbaasd rond. Het lijkt wel een bazaar! Als je ogen gewend zijn aan de met zweet en rook bezwangerde lucht, kun je nu nog meer verkopers met nog meer shirts, platen, broeken en sieraden zien staan. Ik voel me in haast oriëntaalse sferen komen. Aan de marktplaats liggen twee tempels waarin de priesters hun volgelingen toespreken. Weer wordt ik aan mijn onpunkerige shirt getrokken. De naam “Disturbance” klinkt, en ik haast me naar de the Max, want Disturbance is de beste punkband van Nederland, en dat laten ze ook deze keer horen. Als je bedenkt dat ze zeven weken niet hebben geoefend omdat drummer Jeroen zijn ribben gebroken had, speelt Disturbance behoorlijk strak. Het geluid is goed gebalanceerd. Maar wat de glimlach op mijn gezicht tovert, is de magie die plaatsvindt tussen zanger Rob en zijn aanhang. Disturbance is namelijk de meester van de punkpreek. Onder de begeleiding van geweld van gitaar en vuist verkondigt Rob de boodschap en het publiek schreeuwt bijna alles mee. Meerdere malen gaat de microfoon rond: iedereen kent de tekst. Rob glimlacht. Ik besluit hem buiten te vragen wat hij vindt van mijn metafoor. “We zijn inderdaad veel bezig met actie en interactie, en met het overbrengen van onze boodschap,” zegt Rob, “je moet natuurlijk wel weten waar je het over hebt.” Jozzy van the Bips is bij ons komen staan: “Het is natuurlijk anders voor mij, omdat ik ook een gitaar in mijn handen heb - ik moet altijd bij mijn microfoon blijven staan. Maar voor ons is de uitwisseling van energie ook heel belangrijk.” Tijdens het festival waren ook acts te zien die verder afstonden van de ’77-punk.’ De speedrockers van Noctophyle touren veel in Engeland – binnenkort gaan ze weer met UK Death Charge mee – en zijn via een mislukte boeking van Wasted UK op de line-up van de Amsterdamse editie terecht gekomen. Of ze zich thuisvoelen tussen de punkers? “We zorgen volgens mij voor een goede afwisseling,” zegt zanger Roy, “en ik denk dat we vooral in ons enthousiasme veel gemeen hebben met de punkbands.” Weer die energie dus. Hoe is bij Noctophyle dat contact met het publiek? “Als wij het naar ons zin hebben heeft het publiek dat ook.”