Sonic Acts XI: Te veel of te weinig experiment?

Uitstekend gevarieerd festival met helaas weinig lokaal talent

Daan Determeijer, ,

De elfde editie van Sonic Acts is niet meer het experimentele uithangbord van de Hogeschool van Beeldende Kunsten, Muziek en Dans. Toch is er nog genoeg experiment te vinden, waarnaast je ook nog ouderwets kunt dansen. Weinig lokale namen, veel internationale helden.

Uitstekend gevarieerd festival met helaas weinig lokaal talent

Sonic Acts, waarvan dit alweer de elfde editie is, is ontstaan uit de afdeling Sonologie en Beeld & Geluid van de Hogeschool van Beeldende Kunsten, Muziek en Dans in Den Haag. Studenten krijgen nog steeds punten voor het bezoeken van het festival, maar ooit was het festival ook bedoeld als podium van de studenten. Het festival is een geesteskind van Paul Koek, docent beeld en geluid, vroeger regisseur bij Hollandia, Frans Evers, de oprichter van Beeld en Geluid en Pierre Ballings, Directeur van Paradiso. Ik spreek ergens gedurende het festival Jan Peter van der Wende en Remco de Jong, allebei vanaf het derde jaar betrokken bij de organisatie van het festival vanuit Beeld & Geluid. In 2003 zijn zij ermee gestopt omdat Paradiso het overnam. Ze missen nu het experiment en vinden het “alleen maar live acts zonder een breuk erin.” Dat is op zich ook logisch, want Paradiso wil natuurlijk veel bezoekers trekken. Het verklaart ook het weglaten van optredende studenten bij de latere edities, maar waarom er zo weinig Amsterdammers, of Nederlanders zelfs, spelen kan niemand mij uitleggen. Toch is er voor de argeloze bezoeker nog genoeg experiment te vinden op het festival. Bakken met noise, geluidscollages, breakcore en audiovisuele experimenten worden er over je uitgegooid. Zo wordt ik op vrijdag verrast door Doddodo, een lief Japans meisje die op een soort theatrale manier een fantastisch swingende en toch experimentele set van beats en ritmes weet neer te zetten. De sfeer zit er meteen goed in, de kleine zaal is propvol en ze is alleen te zien als ze op de tafel gaat staan en haar apparatuur als een soort gitaar bespeeld. Ook de geschminkte Ove-Naxx weet de zaal goed te bespelen, maar dan wat rauwer en minder lief. Eigenlijk meer wat ik van de avond verwachtte, aangezien het programma mede door DJ/rupture is samengesteld. Misschien zijn zware breakcore-achtige beats echter niet geheel experimenteel meer, maar dan zal Nettle dat wel zijn, een multicultureel ensemble bestaand uit viool, cello & DJ/rupture. Het begint mooi, filmisch, een beetje improviseren… maar dan schrikt de cellist van een harde kraak, hoort die er niet bij? En nog een… en nog een… Er wordt ons verteld dat de computer eerder die dag opgeblazen is. Tsja, als je niet kan optreden zonder die computer, die kapot is… doe het dan maar niet of gebruik hem in ieder geval niet. Nu was er na elke 15 seconden een knal, en hield het concert voortijdig op, zonde. Dan maar weer terug naar de bovenzaal om naar wat echte grime te gaan luisteren. Grime experimenteel? Nou, het is in ieder geval alweer niet het nieuwste van het nieuwste. Maar dat maakt ons niet uit, want het blijft leuke muziek. Jammer, Matt Shadetek & Skepta met ondersteuning van DJ Sheen, een soort gabberwijffie, maken er een rommelige, maar gelukkig wel oh zo gezellige en sfeervolle set van. Ze lijken niet helemaal goed op elkaar ingespeeld, maar toch werkt het. Het blanke publiek trekt het op zich wel maar blijft erg lauw, en dan niet lauw als in hiphopslang. Misschien zou het voor het publiek beter werken als je een act neemt die goed op elkaar is ingespeeld, maar kennelijk is improvisatie het nieuwe experimentele van Sonic Acts. Hoogtepunt van de avond zijn de tongtreiteraars van rapper Beans van het Warplabel. Op zijn kale beats, die overigens gewoon van cd komen, weet hij het publiek gek te maken met zijn stem. Een van de beste rappers die er op dit moment rondloopt. Hierna kunnen we zowaar nog lekker dansen op het sterke The Bug & Ras B, maar naarmate de avond vordert komt er meer en meer breakcore voorbij. Daar zit ik vanavond niet helemaal op te wachten en ik besluit energie te sparen voor de volgende avond. Jammer dat ik hierdoor sensaties als Hrvatski en Drop the Lime mis. Zaterdag leek in eerste instantie op papier beter dansbaar, maar het blijkt lang te duren voordat het op gang komt. En hoe zit het met het experiment? Volgens mij wel goed als ik de kleine zaal inloop bij Fe-mail. Twee vrouwen aan het freaken met noise, veel gebruik makend van hun eigen stem en een Franse hoorn. Het is mij te experimenteel, te a-muzikaal. Interessant om te kijken wat je met geluid kan en hoe gek het kan worden, maar soms heb je bij deze dames teveel het gevoel dat ze maar wat doen. Te veel ‘free improv’, wat misschien in een jazzsetting beter zou werken dan in deze noisesetting. Het voelt af en toe aan alsof je in een LSD-trip bent beland; een bad trip dan wel. Wel goed dat er vandaag, en sowieso op het festival, zoveel vrouwen geprogrammeerd staan, want de electronica-scene lijkt vaak een mannenwereldje. Het duo NotTheSameColour, wederom met een vrouw in de gelederen, weet wel een muzikale slag aan hun geluidsexperimenten te geven. Dat doen ze vooral door gebruik te maken van de kracht van het weglaten. Soms wordt audio weggelaten, dan weer de visuals. Soms wordt audio beeld en andersom en het past altijd bij elkaar. Mooi gedaan. Ook de grote zaal kent een hoog nerd-gehalte, alleen dan met een laidback sfeertje. Mooie geluidscollages en wietwalmen stijgen op naar de balkons. Iedereen zit op de grond te staren naar mooie visuals. Echt actief is het niet, maar wel een relaxed optreden van Sue C & AGF. Dan is na middernacht toch echt de beurt aan de meer dansbare elektronica, hoop ik, na al deze ‘experimenten’. De Franse schone Nancy Fortune staat geprogrammeerd en haar werk met electrohelden als I-F en SYD is prachtig. Jammer genoeg komt het vanavond niet helemaal uit de verf. De muziek blijft wat aan de tamme kant en haalt het niet bij de producties die ik ken van Viewlexx. Misschien is dit haar eigen werk, misschien is ze gewoon een andere weg ingeslagen. Toch blijft haar muziek en verschijning het hele concert intrigeren. Net niet saai, maar ook net niet spannend. Haar hippiejurkje dreigt steeds verder af te zakken, een hint van seksualiteit, wat versterkt wordt door haar prachtige stem. Een uitstekende uitstraling, met een tikkeltje saaie muziek. Een contrast met TBA op dat moment in de bovenzaal, met een slechte uitstraling, terwijl haar muziek wel goed is. In de grote zaal wordt het festival afgesloten door Reinhard Voigt gevolgd door Matthew Dear. De muziek is zeker dansbaar, en er gaan eindelijk echt mensen los, maar het mist wel enige warmte. Toch bevalt de kilheid wel; machinewerk en toch meer funk dan de rest. Deze jongens draaien impressionistisch met minimalistische strepen en uithalen. Het haalt helaas niet de kwaliteit van een Van Gogh, toch is het waar het publiek voor een gedeelte op zit te wachten: eindelijk even dansen zonder al dat geëxperimenteer. In de bovenzaal wordt het festival wilder afgesloten. Jason Forrest, voorheen bekend als Donna Summer, maakt er weer een feestje van. De zaal is te leeg, zoals de hele zaterdag eigenlijk het geval was, maar toch ontstaat er sfeer. Hij stuitert door het publiek en betrekt ons bij zijn eclectische cockrockdisco set. De meest entertainende laptopartiest ter wereld. Vrijdag was het duidelijk drukker en hing er een warmere sfeer. Zaterdag waren er veel meer vrouwen, in het publiek en op het podium, maar minder publiek in totaal en een tikkeltje ‘kille machinesfeer’. Is het festival nou te experimenteel of niet experimenteel genoeg? We waren het er niet echt over eens en vroegen het een student van de Hogeschool van Beeldende Kunsten, Muziek en Dans. Student Louis vindt de performances zeker niet experimenteel genoeg, en daardoor misschien vanuit het studerende oogpunt minder interessant. De conferentie daarentegen was wel heel interessant, maar hing teveel op een oudere generatie terwijl veel van de bezoekers al verder zijn - een generatie jonger - dan de deelnemers aan de conferentie. Die oude garde heeft er moeite mee om alles bij te houden - maar de gedachte erachter is wel van een hoger niveau dan de meeste van onze generatie. Conclusie: een van de betere audiovisuele festivals in Amsterdam.