Art Brut in de Melkweg; ijzersterke idioterie!

Britse ‘Art Wave’ rockers houden hun reputatie huizenhoog

Joost Koopman, ,

‘Look at us, we’ve formed a band!’ klonk het afgelopen donderdag in de Melkweg. En het publiek was ze daar uiterst dankbaar voor. Art Brut is zonder enige twijfel een naam om in de gaten te houden. Als deze jongens – en meid – Top of the Pops niet gaan halen zou dat een schande zijn!
Voorafgaand aan het optreden van Art Brut werd het publiek getrakteerd op een zeer indrukwekkend optreden van Amsterdams rijzende sterren: Hospital Bombers.

Britse ‘Art Wave’ rockers houden hun reputatie huizenhoog

Hospital Bombers De Amsterdamse band Hospital Bombers is een ruwe diamant die met enig polijstwerk wel eens zou kunnen uitgroeien tot een behoorlijke glimmer. Zonder enig probleem koersen ze door een set die bestaat uit catchy rocknummers met dán weer psychedelic, dán weer folky en dán weer indie invloeden. Puntige gitaarlijnen en meerstemmige zang, retro orgelklanken, vioolspel en een rotsvaste ritmesectie maken deze band tot een zeer interessante luisterervaring. Met twee vingers in de neus warmen zij het publiek op voor de hoofdact. Zanger/gitarist Jan mag dan nog wel even aan zijn verhaaltjes tussen de nummers door werken, maar goed, aan zijn muzikale kunsten doet het niets af. Hou deze band dus scherp in de smiezen! Art Brut Vergeet Arctic Monkeys, vergeet Hard-Fi, vergeet Franz Ferdinand…Hoewel deze bands een aardige dosis charisma hebben, haalt dit het niet bij de leden van Art Brut. Zo weet voorman Eddie Argos moeiteloos het publiek om zijn vingers te winden met goede grappen, slechte verhalen en fantastische muziekteksten die druipen van de zelfspot. Daarnaast predikt hij voornamelijk dat iedereen zich bij een band zou moeten aansluiten en acht hij zijn band pas succesvol wanneer zij het Top of the Pops podium hebben gehaald. ‘Are you ready Art Brut?’ klinkt het voor ieder nummer, waarna de catchy liedjes worden ingezet. Er worden vergelijkingen gemaakt met The Fall (waarvan Argos zégt slechts één nummer te kennen), the Jam en nog een hele waslijst, zoals dat gaat met iedere nieuwe Britse band die de kop boven het maaiveld uitsteekt. De band heeft er schijnbaar lak aan, wie kan er immers tippen aan de fantastische teksten? ‘Yes, this is my singing voice / and it’s not irony (…) I want to be the boy / the man / who writes the song / that makes Israel and Palestine / get along (…) Eight weeks on a row on Top of the Pops’ klinkt het in hun lijflied “We’ve Formed A Band.” Verhalen over (genegeerd worden door) vrouwen, drank, verhuizen naar LA, zelfbevrediging en de rock ’n roll lifestyle, het komt allemaal voorbij en wordt gebracht op een eerder gescandeerde dan gezongen wijze. Ook met de look zit het helemaal goed, zoals we immers gewend zijn van de jongens afkomstig aan de andere kant van het Kanaal. Lekker artsy fartsy; spuuglokken, te strakke broeken, zonnekleppen, snorren en stropdassen. Dat de band dynamiek uitstraalt is overduidelijk. De bassist is een punky uitziende vrouw, de drummer zit niet maar staat graag te drummen en de gitaristen lijken een wedstrijd te houden wie de meest geforceerde rockpose aan kan nemen. En dan Argos; de man trapt, spring touwtje met zijn microfoondraad, rent (met of zonder microfoon) het publiek in en dit alles – letterlijk – op zijn sokken! Hij zweept het publiek op en laat ze moeiteloos de teksten terugzingen. Waar de gemiddelde frontman zo nu en dan eens wat tussen de liedjes doormompelt en zijn publiek bedankt, stelt Argos zijn publiek vragen, lult minutenlang over schijnbaar niets en het publiek hangt aan zijn lippen. De sound van de band is vrij herkenbaar en links met Franz Ferdinand en Bloc Party zijn zó gelegd, maar het is vooral de amusementswaarde waar deze band het van moet hebben. Houd in ieder geval de BBC in de gaten want ze zouden zomaar ineens acht keer op rij bij Top of the Pops kunnen staan! Gezien: Hospital Bombers & Art Brut, Melkweg, 9 februari 2006.