Met een naam als Night of the Unexpected schep je verwachtingen. Nog voor binnenkomst werd daar al aan voldaan, doordat een van de headliners had gecancelled. Pan Sonic, toch niet een van de minsten, moesten helaas verstek laten gaan. Een vervanger was er niet. In zekere zin was dat maar goed ook, want gezien het drukke programma zou het nog lastig kunnen worden het Finse duo in het volle programma in te plannen. En dat programma was al zo strak.
Zo mag Spinvis en (uitgedund) ensemble maar een half uur spelen. Geen liedjes van Spinvis zelf, maar lang uitgerekte geluidscollages die passen bij de filmbeelden die op het doek achter de groep wordt geprojecteerd. De muzikanten zelf zitten in het schijnsel van het doek, Erik de Jong zelf zit zijdelings naar het publiek. De geluidscollages lijken speciaal geschreven te zijn voor de filmbeelden, en zorgen ervoor dat de filmbeelden zeker een meerwaarde krijgen. De samples met flarden gesproken zinnen die De Jong af en toe te voorschijn laat toveren zorgen voor een beklemmende sfeer. Daar is het mimespel van Hans Dagelet niet voor nodig. Zijn spel voor het filmdoek is fascinerend en beangstigend tegelijk. Hij rolt met zijn ogen, draait met zijn hoofd en schuifelt met zijn voeten, alsof hij spontaan een toeval krijgt. Soms doet hij de persoon op de filmbeelden na, en op andere momenten speelt hij een aardig moppie trompet. Dan laat hij de filmbeelden haar werk doen. Beelden van vooroorlogse zeeschepen die elkaar beschieten, de loopgraven van de Eerste Wereldoorlog of de gevolgen daarvan zorgen er wel voor dat de aandacht wordt vastgehouden. In die zin doet het geheel denken aan Godspeed You! Black Emperor en de film ‘Man with the Movie Camera’ van Cinematic Orchestra. Wat dat betreft is het jammer dat er maar een half uur mocht worden opgetreden.
Want meteen nadat de laatste noten hebben geklonken beginnen er al vier saxofonisten te spelen op een piepklein podiumpje in het midden van de zaal. Tien minuten slechts, waarna ze worden afgewisseld door drie blonde jongens die op het balkon op enorme Japanse trommels staan te slaan. Als je dichtbij staat is het haast onmogelijk om niet bij elke slag met de ogen te knipperen. Ondertussen slaken de drie aapachtige geluidjes uit. Onderhoudend, totdat Gustav begint. De singer-songwriter werd reeds getipt door een medewerker van Get en zo’n tip laat je niet lopen. Eva Jantschisch, zoals ze normaal heet, blijkt elektronische popliedjes te maken. Denk aan Múm die besluiten dat ze de tram moeten halen en daarom maar een echt liedje maken. Jantschisch wordt daarbij bijgestaan door een bijzonder mooi meisje op een keyboard en een schuchtere jongen op gitaar. Helaas is er van de beloofde maatschappijkritische teksten van de Oostenrijkse bitter weinig te verstaan. In dat halfuurtje dat ze krijgt wordt dit ook niet meer rechtgezet.
Geen teksten bij Four Tet. De headliner van de avond mag godzijdank langer spelen dan een half uur, en wel het dubbele. Tot veler verbazing staat de knappe Engelsman op het miniscule podium midden in de zaal. Om hem heen fans, bewonderaars en mensen die wel eens willen zien wat zo’n laptoppert nou eigenlijk uitspookt met die computers. Ze zien een geconcentreerde jongen, vermoedelijk met Indiase ouders, gebogen over zijn twee computers staan, ondertussen met zijn linkerhand een sampler en mengpaneel bedienend en met zijn rechter druk in de weer met de muis. En hoewel het geluid bij aanvang klinkt alsof er een aantal minuten lang een metershoge stapel borden op de grond te pletter valt, komt daar toch langzaam maar zeker de ronkende baslijn van ‘A Joy’ te voorschijn. Het is het openingsnummer van Everything Ecstatic, Kieran Hebdens (hij is Four Tet) vierde plaat. Dan is het volgende uur voorzichtig dansen op de schots en scheve beats en breaks, afgewisseld met cut-ups en distortion. Het is knap dat Hebden daartussen nimmer de melodie uit het oog verliest. De dromerige melodielijnen die zijn vier albums tot nu toe altijd gekenmerkt hebben en zijn muziek de naam Folktronica hebben opgeleverd blijven ook live aanwezig, ondanks dat het er een stuk steviger en agressiever aan toe gaat dan op de albums. Bijzonder knap, want het is een dun koord waar hij overheen loopt. Het overgrote deel van de nummers komt van zijn laatste twee platen Rounds en Everything Ecstatic. De overgangen mogen niet altijd even soepel zijn (niet zelden haalt hij gewoon een flinke bak noise te voorschijn), maar zijn set is desondanks bijzonder sterk. Met dank aan een berg mooie liedjes propvol dromerige en romantische melodieën. Hebden is de Chopin van de elektronica. Uiteraard mag hij terugkomen voor een toegift. Maar niet te lang, want de plaag die Noodlanding! heet staat te wachten om naar binnen te mogen. Wat dat betreft vraag je je af waarom er subsidie wordt verstrekt aan sommige zalen, als de dansavond belangrijker wordt bevonden dan de kernactiviteit: het programmeren van muziek op een kwalitatief hoogstaande avond. Nu is de Night of the Unexpected onverwacht vroeg afgelopen, zodat er beter over een Evening of the Unexpected kan worden gesproken.
Night of the Unexpected onverwacht snel afgelopen
Noodlanding! zorgt voor té korte optredens op geslaagde avond
De Night of the Unexpected is een mooi initiatief, en voor een nette prijs krijgen de avontuurlijke muziekliefhebbers een leuke avond. Het is alleen jammer dat de Night eerder een Evening werd. De optredens van de muzikale acts duurden vaak niet langer dan een half uurtje. Tenslotte moest de Noodlanding! avond na deze avond ook nog plaatsvinden, waardoor er teveel acts in te weinig tijd werden gepropt.