Dynamiekloze Quagga wint Parool Popprijs

Code Orange en Monokino laten goede indruk achter

Erik Verkoyen, ,

Het Parool organiseerde samen met de website Ongekendtalent.nl de zoveelste bandcompetitie. Doordat de selectie op basis van mp3's gebeurde stonden er wel weer eens wat andere bands in de finale. Zo speelde één van de deelnemende bands voor het eerst live gister in de snikhete bovenzaal van Paradiso.

Code Orange en Monokino laten goede indruk achter

De Parool Popprijs vond zijn ontknoping gister, 26 mei, in de finale in de bovenzaal van Paradiso. Code Orange mag de avond beginnen. Het is hun eerste optreden ooit. Om de thuis opgenomen nummers ook live te kunnen brengen werd snel een band geformeerd. Dit in aanmerking genomen klinkt het al opmerkelijk goed. De band klinkt coherent en vooral de zangeres maakt een goede indruk. Ze staat heel fris, naturel en zelfverzekerd op het podium en heeft een mooie heldere stem. De muziek is nogal spanningsloze triphop waarin de bassist en drummer soms wat (dub)reggae invloeden verwerken. Op andere momenten doet het me vooral door de onderkoelde zang ook een beetje aan Broadcast denken. Ze zijn ook vergelijkbaar met de Amsterdamse band Moodak maar Code Orange maakt in vergelijking vanavond een betere indruk; meer één geheel, betere zang. Nu nog betere liedjes en misschien wat minder voorzichtig in het experiment. En misschien ook meer naar Broadcast gaan luisteren en minder naar Lamb. Daarna nederhop uit Amersfoort. Een rapper, een keyboardspeler, een DJ en nog een jongen met electronica. De rapper komt op in een oversized zwart colbert met schoudervulling. Mijn eerste associatie is: Vanilla Ice. Dat is geen goed begin. Gelukkig doet hij het colbert bij het tweede nummer uit (het is ook snikheet in de volle bovenzaal van Paradiso) De rapper is slecht te verstaan en de begeleiding klinkt, ondanks de hoeveelheid instrumenten op het podium, electronisch. Het is een beetje Fruity Loops-hiphop. Het geluid van hobbyisten die op hun zolderkamertje hiphoptracks in elkaar zetten en dat als mp3 op internet zetten; van internet geplukte hiphoploops, van die Arabisch aandoende synthmelodietjes met zo'n trancegeluid, rammelende productie. Dat de rapper halverwege het optreden een gitaar omhangt om nog wat akkoorden aan te slaan, en dat er aan het eind van het optreden ook maar weer eens een drum 'n bass-ritme wordt ingezet, helpt ook niet echt. Het is allemaal vleesch noch visch. Het duo Monokino heeft wel een duidelijke identiteit. Het is de meest eigenzinnige band van de avond. Zanger/gitarist George van Wetering is al sinds 1997 bezig met een combinatie van Brits aandoende liedjes en electronica. Hij heeft een opvallende stem die wat aan die van Brian Molko doet denken (alleen dan beter) De Chinese Yu Jin speelt keyboard. Zij woont in Hamburg en dat verklaart misschien waarom Monokino helaas relatief weinig in Amsterdam te zien is. Ze hebben vanavond wel te kampen met technische problemen, de gitaar valt af en toe weg door een haperend contactje ergens. De set is misschien ook niet zo slim opgebouwd; de uptempo stevigere nummers werken prima, maar bij een wat langzamer nummer verslapt de aandacht van het publiek een beetje. Daarna komen wat mij betreft de minst interessante acts van de avond. De Nederlandstalige veteranenrockband Even Geduld uit Den Haag brengt een soort kinderliedjes maar dan heel hard en met Van Halensolo's. De gitarist links lijkt een beetje op Uncle Fester en ze grossieren in het soort rockcliché's waar je een hoop lol mee kunt hebben als je in een melige bui bent; elk nummer met een lange drumroffel eindigen en dan -deng!- het laatste akkoord. Deze mannen menen het allemaal serieus ! Ze hebben wel fans, en hier en daar danst een leuke meid, dus het heeft blijkbaar nog z'n functie, maar voor mij hadden ze in de stad van Kane, the Golden Earring en Direct mogen blijven. Quagga maakt daarna ook niet echt vrolijk. De band speelt een strakke variant van het funkrock/crossover idioom uit de jaren negentig met een Akai-sequencer die meeloopt voor de extra mechanische beats. Ze hebben een zeer energieke frontman, die geen moment stil staat en een krachtige stem en uitstraling heeft. Maar Quagga kent helaas maar twee standjes: aan of uit. Dynamiekverschillen ontbreken vrijwel volledig. Er wordt aan een stuk doorgeknald op grofweg hetzelfde volume, met dezelfde intensiteit, en dat werkt op den duur vooral op de zenuwen. Niet bij de jury, zo bleek later, want Quagga won de Parool Popprijs. Monokino werd tweede en Yu Jin sprak in haar dankwoord wijze woorden over de onzin van dit soort bandwedstrijden. Je moet van muziek geen wedstrijd maken ! De Dode Dichters eindigden op de derde plaats. Code Orange zat mijns inziens onterecht niet bij de eerste drie.